samenvatting H7 bedrijfsprocessen en logistiek

H7: bedrijfsprocessen en logistiek

7.1 FUNDAMENTALS: LOGISTIELEXICON 4 SOORTEN LOGISTIEK:
7.1.1 BEDRIJFSPROCESSEN 1. Inkooplogistiek = de
goederenstroom van grondstoffen
Bedrijfsproces = een reeks van
en producten tot de start van het
geordende taken of activiteiten die
productieproces beheersen
samen worden uitgevoerd om ene
2. Productlogistiek = logistieke
specifiek doel binnen een
bewegingen binnen het bedrijf
organisatie te bereiken.
wanneer grondstoffen tot
 Lopen over alle afdelingen heen eindproduct worden verwerkt.
 Elk bedrijfsproces begint met een 3. Distributielogistiek = het
input bv een order, en eindigt met versturen van het eindproduct naar
een output bv een levering de consument
 Door dit goed te managen kunnen 4. Retourlogistiek = retourgoederen
bedrijven hun prestaties die naar het bedrijf terugkeren.
verbeteren, kosten verminderen en
7.1.3 GOEDERENSTROOM
de klantenservice verbeteren
Goederenstroom = logistieke flow =
de fysieke beweging van de goederen:
de constante stroom van materialen,
3 soorten bedijrfsprocessen:
producten en informatie van
1. Bestuurlijke processen = leveranciers naar fabrieken -> naar
bedrijfsstrategie magazijnen -> naar winkels of directe
2. Primaire processen = verkoop, klanten
aankoop en productie
3. Secundaire processen =  Moet goed gepland en gecontroleerd
ondersteunende processen, zoals worden, zodat er geen vertragingen
onderzoek en ontwikkeling, de of overschotten ontstaan
financiële afdeling of HRM



7.1.2 LOGISTIEK
Logistiek = overkoepelende term voor
alle activiteiten die in het proces
voorafgaat aan de levering van een
eindproduct naar de klant Stroomafwaarts = beweging van
leverancier richting klant
 Alles van het inkopen en
transporteren van grondstoffen Stroomopwaarts = perspectief van de
naar een fabriek tot het moment koper richting de leverancier
dat de koper het order in handen
heeft
 Organisatie, planning, besturing
& uitvoering goederenstroom

, 7.1.4 SUPPLY CHAIN 7.3 PLANNING STRATEGIEËN

Supply chain = het hele netwerk van Planning strategieën = je kunt je
bedrijven dat betrokken is bij het grondig voorbereiden als bedrijf met
creëren van een product, vanaf het een uitgebreide voorraad of bv pas
begin (de grondstoffen) tot het eind beginnen met produceren op het moment
(het eindproduct in handen van de dat je een bestelling ontvangt
consument).
 Keuze is afhankelijk van
 Gaat over fabrikanten, bedrijfsstrategie
leveranciers, transporteurs,
magazijnen, retailers en de
consumenten of eindgebruikers. 7.3.1 MAKE TO STOCK = MTS
 Elk van de supply is als een
schakel in een ketting en samen MTS = een planningsstrategie waarbij
zorgen ze ervoor dat producten producten worden gefabriceerd op
gemaakt en geleverd worden basis van de vraagvoorspellingen en
 Onderdeel van logistiek worden opgeslagen

 Tot moment van order worden ze
opgeslagen in een magazijn, waar
Supply chain management SCM = alle ze onmiddellijk beschikbaar zijn
delen van de supply chain zo te voor levering
coördineren dat elk onderdeel van de  Aanpak is vooral geschikt voor
keten precies weet wat ze wanneer goedkope en of gestandaardiseerde
moeten doen, zodat producten soepel producten
door de keten bewegen.


VOORDELEN:
o Snelle reactietijd op
klantvragen.
o Korte levertijden (customer order
leadtime) verbeteren
klanttevredenheid.
o Efficiënte massaproductie en
spreiding van productiekosten.
7.2 FORECASTING – VRAAGVOORSPELLING o Minimaliseert risico op
voorraadtekorten bij nauwkeurige
Forecasting = hoeveel vraag is er
prognoses.
naar een eindproduct of de dienst

 Hoe: Door data-analyse van NADELEN:
historische gegevens,
o Risico op voorraadoverschotten en
marktanalyse, periodes,…
hogere opslagkosten.
 Waarom: Inschatting
o Moeilijkheden bij het oplossen van
maken om de verdere
voorraadtekorten bij foute
stappen in ons bedrijf te
voorspellingen.
bepalen