,Hoofdstuk 1
Algemeen overzicht
“International law is seen as one of the key enablers in the development of that world by
offering an ever more elaborate and effective system of international rules that both
connects and protects states, businesses and individuals.”
Scope: inadequacy of national law
Content: concrete answers to questions that cannot be answered by national law.
Challenge: reconcile state sovereignty with international obligations
1 Ambitie van het internationaal recht
Stabiliteit creëren door samenwerking
- Europese rechtsorde (Vrede van Westphalia 1648)
- Post ‘Wereld’ oorlog I: League of Nations
- Post ‘Wereld’ oorlog II: Verenigde Naties (p. 2, 6)
2 Soevereiniteit
Soevereiniteit = ‘Elke staat heeft hoogste gezag binnen zijn grenzen’
Soevereine gelijkheid = ‘Geen staat mag macht uitoefenen over een andere’ (D2 Artikel 2(1)
VN Handvest)
3 Verenigde Naties (VN)
Mag zich niet inmengen (‘intervene’) met zaken die essentieel binnen de jurisdictie van een
staat vallen (D2 Artikel 2(7) VN Handvest)
Doelen:
- Internationale vrede en veiligheid bewaren
- Vriendelijke relaties tussen staten ontwikkelen
- Internationale samenwerking bevorderen
- Acties van naties harmoniseren om gemeenschappelijke doelen te bereiken
(D2 Artikel 1 VN Handvest)
“… organen van de VN zijn
- Algemene Vergadering
- Veiligheidsraad
- …
- Internationaal Hof van Justitie”
Tweede wereld?
VN Veiligheidsraad functioneerde pas (min of meer)
- Sinds einde Koude Oorlog
- Irak uit Koeweit verdreven (1990) D10
- Zie college ‘dispute settlement’
Internationaal recht
1
,Hoofdstuk 1
Reflecteert de wereld
Reflecteert Westerse kapitalistische visie (p. 9)
Sterkte verloren?
4 Monisme en dualisme
Monisme:
= “international recht en nationaal recht “vormen één enkele rechtsorde / een set onderling
verweven orders die geacht worden coherent te zijn” (Kelsen 1945) (p. 13)
Dualisme:
= “internationaal en nationaal recht zijn twee systemen die onafhankelijk van elkaar
opereren” (p. 13)
5 Sub-disciplines
- Internationaal migratierecht
- Internationaal gezondheidsrecht
- …
- Internationale mensenrechten
- Internationaal milieurecht
- Internationaal handelsrecht
- Internationaal zeerecht
6 Recht van samen bestaan en recht van samenwerken
INTERNATIONAAL RECHT VAN ‘SAMEN BESTAAN’
- Verplichtingen door inhoud
- Ontontkoombaar
- Inherent vaag
- Horizontaal
- To uphold peaceful coexistence
INTERNATIONAAL RECHT VAN ‘SAMENWERKEN’
- Verplichtingen door vorm
- Instemming bij verdrag
- Individu in het internationale recht
- Traag (bv klimaatdoelstellingen)
- Recenter
- Meer optioneel
Staten discussiëren:
Niet of ze gebonden zijn door internationaal recht
Wél over de interpretatie van internationaal recht
2
,Hoofdstuk 1
- bijv. ‘dit is geen foltering’
- bijv. Russische interpretaties voor inval Oekraïne (p. 12)
7 Andere international organisaties (dan VN)
- Wereldgezondheidsorganisatie
- Organisaties die we bespreken in college economisch recht
- Regionale organisaties (e.g. NATO, Raad van Europa, Afrikaanse Unie)
7.1 EU
- Verdrag van Parijs (1951) Europese gemeenschap Kolen en Staal
- Verdrag van Rome (1957) Europese Economische Gemeenschap
- Verdrag van Maastricht (1992) EU
7.2 Raad van Europa (1949)
- Europees Hof Rechten van de Mens (1950)
8 Afdwinging
-> There is a lack of a police force and a mandatory judicial system
'Self-help’
Vaak volgen de staten de regels wel want:
- Reputatie overwegingen (p. 14-15)
- Element of reciprocity
- Well aware of the long term benefits
- Zie college geschillenbeslechting
- Zie college vrede en veiligheid
3
,Hoofdstuk 1
Kritisch Internationaal recht
1 TWAIL
- Bias is inherent en moeilijk om te zien
- We leven midden in het neoliberalisme
- De taal van het globale Noorden is weerspiegeld in internationaal recht om armoede
en onderontwikkeling in de ‘Derde Wereld’ te bestendigen
2 FtAIL
(Feminist Approaches to international Law)
- Ervaringen en ideeën van mannen weerspiegeld in internationaal recht
- Bias is inherent en moeilijk om te zien
- We leven midden in het patriarchiaat = ‘privilegeren van mannen in sociale relaties’
Feminists agree that international law is patriarchal, structuring gender inequality to
empower men and disempower women. However there are different perspectives within
feminism.
3.1 States and international law as a facilitator of male privilege
3.1.1 Radical feminists
-> Hopeloos om te engageren met volkenrechtelijke instellingen
For radical feminists, the submission of women is systematic. International law entrenches
male domination. There is no way to change this.
3.1.2 Marxist feminists
-> ‘Zorgarbeid’ (‘social labor’) ten voordele van de markt
-> Moeilijk maar mogelijk volkenrechtelijke instellingen te veranderen
Marxist feminists considered the artificial subordination of women within the market. They
blamed the familial ideology for prescribing how women’s cheap reproductive work should
subsidize productive work to benefit capitalists.
3.1.3 Social feminists
-> ‘Zorgarbeid’ ten voordele van de markt en individuele mannen in huishoudens moeilijk
maar mogelijk volkenrechtelijke instellingen te veranderen
Social feminists emphasize, in particular, that not only capitalists benefit from women’s
reproductive labour. Individual men also benefit from receiving the fruits of their labour at
home, while they benefit from the gendered division of labour at work.
=> As conventions created by humans, Marxist and socialist feminists do believe that
International law is not structured in a fixed way. But, as it is now ‘entrenched’ in a
patriarchal way, it is difficult to transform in other directions.
4
,Hoofdstuk 1
3.2 International law and its institutions as a platform in which women can
be more easily integrated
3.2.1 Liberal feminist
-> Gelijke vertegenwoordiging in volkenrechtelijke instellingen
Liberal feminists are convinced that international law needs to be ‘captured back’ by
women. Such engagement can change unequal structures. The liberal approach to feminism
has been frequently dismissed because this approach overemphasizes choice, an option that
many women of less privileged walks of life do not have. Liberal feminists also overlook
power struggles that exist within institutions. Nevertheless, liberal feminism’s struggle for
representation in institutions is still relevant today.
3.2.2 Poststructurele feminist
-> Volkenrechtelijke instellingen kunnen positieve of negatieve ervaring zijn voor vrouwen
Post-structural feminists have sought to conceptualize international law as an amalgam of
institutions which have multi-faceted outlooks on gender. They recognize that engaging with
institutions can be a negative as well as a positive experience for women.
3.3 Intersectioneel feminisme
-> Intersectionele discriminatie raakt mensen die op meerdere vlakken kwetsbaar zijn,
waardoor ze complexe ervaringen meemaken.
Women can, amongst others, be victims of poverty, of gender-based violence, new mothers,
divorced, daughters-in-law, traumatized, widowed, trafficked, displaced, underaged, lesbian,
transgender, immobile, migrant, pregnant, stateless, and in armed conflict. In the context of
international legal institutions, this means that feminist theory not only needs to study how
they are ‘gendered’, but also how interlocking forms of oppression influence their modus
operandi.
3.4 Maar internationaal recht:
- Was gecreëerd voor stabiliteit
- Meer dan voor rechtvaardigheid (p. 17)
5
,Hoofdstuk 2: Bronnen
, Bronnen van het internationaal recht
1 Introductie
(Publiek) internationaal recht (a decentralised legal system)
- Is anders dan nationaal recht
- Geen ‘trias politicas’
- Maar een gedecentraliseerd rechtssysteem
Veelheid aan bronnen
- ‘In praktijk zijn de bronnen van het internationale recht de argumentatieve tools die
de internationale jurist ter beschikking heeft’
Internationaal recht:
Was gecreëerd voor stabiliteit: positief recht
Meer dan voor rechtvaardigheid: natuurrecht
2 Artikel 38 ICJ Statuut (D3)
a) Internationale verdragen
b) Internationale gewoonte
c) Algemene rechtsbeginselen
* a, b, c zijn primaire bronnen = creatie
d) Rechterlijke beslissingen en opvattingen van de meest bevoegde schrijvers
- als subsidiaire bronnen
* Secundaire bron = identificatie-
⇒ Is niet exhaustief
- unilaterale verklaringen
- soft law
2.1 Verdragen
⇒ Gebaseerd op instemming (‘consent’)
⇒ Pacta sunt servanda (verdragen dienen nageleefd te worden)
Art 38(1)(a) ICJ Statuut
“internationale conventies, hetzij algemeen of specifiek, stellen regels vast die uitdrukkelijk
erkend worden door de verdragsstaten”
⇒ Enkel bindend tussen partijen
Bilateraal verdrag:
(bijv. Verdrag tussen Tjecho-slowakije en Hongarije om een Gabcikovo-Nagymoros
sluisensysteem te bouwen (1977))
Multilateraal verdrag:
(bijv. Canada-United States-Mexico Verdrag 2018)
Oprichtingsverdrag
1
,= “een verdrag dat een internationale organisatie opricht” (bijvoorbeeld D2 VN Verdrag)
“partij stemt in gebonden te zijn door de bindende instrumenten die organisatie aanneemt”
(bijvoorbeeld D2 Art 25 VN Verdrag: VN Veiligheidsraadresoluties)
2.2 Internationaal gewoonterecht
! Toepassingsgebied kan beperkt zijn tot 2 staten of een regio
Bv. Democratie in Europa
Bv. Behouden van maritieme zones ondanks zeespiegelstijging
Bv. ICJ Right of passage over Indian territory (Portugal v India) 1960 (gewoon een
voorbeeld geen keycase)
Art 38(1)(b) ICJ Statuut:
“internationale gewoonte als bewijs van [1] een algemeen principe [2] aanvaard als recht”
⇒ Dit zijn dus de twee voorwaarden voor internationaal gewoonterecht
1. Praktische voorwaarde: Doen en laten dat als algemene praktijk gevolgd worden
door staten (objectief element)
2. Subjectieve voorwaarde: Staten geloven dat die algemene praktijk juridisch bindend
is (opinio juris) (subjectief element)
Deze voorwaarden worden nog eens onderverdeeld:
1. Praktische voorwaarde
a. Doen en laten door staten
i. fysiek of verbaal
ii. publiek
iii. zelfs resoluties en verklaringen van internationale organisaties waar
de staat lid van is
b. Algemene praktijk gevolgd wordt door staten
i. Consistent
‘constante en uniforme praktijk’
A4 ICJ, Military and Paramilitary Activities in and against Nicaragua
(Nicaragua v US), para. 186
‘niet … met volledig consistentie’
- internationaal gewoonterecht: geen gebruik van geweld
- internationaal gewoonterecht: geen interventie
‘gesettelde praktijk’
ii. Duur (is een ambigue voorwaarde)
ICJ Adv. Op. Legal Consequences of the Separation of the Chagos
Archipelago from Mauritius (2019)
internationaal gewoonterecht: recht op zelfbeschikking
‘geconsolideerd en geleidelijk bevestigd op termijn’
instant… na 11 September 2001
2
, internationaal gewoonterecht: zelfverdediging mag wanneer een
niet-staat actor aanvalt
‘self defence if an armed attack occurs’ (Art 51 VN Verdrag)
iii. Algemeenheid
nagaan
hoeveel staten ?
staten met belangen ?
Uitzondering: het voortdurend bezwaar, drie voorwaarden:
1. Voortdurend
-> Nieuwe staten kunnen geen voortdurend bezwaar maken
tegen vooraf bestaand internationaal gewoonterecht
2. Alleen tegen nieuwe of opkomende gewoonte
ICJ Adv. Op. Fisheries case (UK v Norway) (1951)
Opkomende internationale gewoonte regel afbakenen
territoriale wateren
3. Internationale gewoonte is geen jus cogens
(bijv. verbod op foltering, genocide)
2. Subjectieve voorwaarde Staten geloven dat die praktijk juridisch bindend is (opinio
juris)
a. Vermoeden bij bestaand internationaal gewoonterecht
b. Geen vermoeden bij nieuw internationaal gewoonterecht
PCIJ Lotus (Frankrijk tegen Turkije) (1927)
- Staten vervolgen vaak niet (een vermeende internationale gewoonte)
- Maar dit komt niet per se doordat ze geloven dat er een bindende rechtsregel is die
hen hiervan weerhoudt
- Stemt dus niet uit opinio juris
2.3 Wat als een verplichting zowel voorkomt in verdrag als in internationaal
gewoonterecht?
Als een verplichting in verdrag staat én internationaal gewoonterecht is
⇒ Verdragstaten gebonden door verdrag en internationaal gewoonterecht
Niet-verdragsstaten enkel gebonden door internationaal gewoonterecht
A4 ICJ Military and Paramilitary Activities in and against Nicaragua (Nicaragua v US), para.
172-175
2.4 Kristalliserend effect van verdrag
ICJ Adv. Op. Legal consequences of construction of a wall in the occupied Palestinian
territory 2004
3