LEERDOEL 1: De kenmerken en inhoud van de verschillende soorten bestuursrechtelijke
beschikkingen toelichten
BESLUIT – art 1:3 lid 1 Awb
“Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een
publiekrechtelijke rechtshandeling.”
5 vereisten/Kenmerken:
1. Beslissing: Wil gericht op het intreden van een rechtsgevolg
● Ook een beslissing is:
- Weigeren om te beslissen (6:2 sub a)
- niet tijdig beslissen (6:2 sub b)
2. Schriftelijk: geschreven → op papier of elektronisch
● Niet schriftelijk toch een besluit: fictief besluit
3. bestuursorgaan: art 1:1 lid 1 Awb
● Het moet een schriftelijke beslissing zijn van een bestuursorgaan als bedoeld in art
1:1 lid 1 Awb (A orgaan, of B orgaan).
- Gemeente, Provincie, Waterschap zijn krachtens publiekrecht ingesteld →
art 2:1 BW
- organen gemeente: art. 125 GW
- organen provincie: art. 125 GW
- organen waterschap: art. 10 Waterschapswet
4. rechtshandeling: handeling met een beoogd rechtsgevolg
● verandert iets in de wereld van het recht?
● Rechten scheppen, opheffen of wijzigen
● Geen rechtsgevolg, toch een besluit: Afwijzen van een beschikking (art 1:3 lid 2 Awb)
5. publiekrechtelijk: exclusieve taak of bevoegdheid van Bo
Fictief besluit (art. 6:2 Awb)
- sub a: schriftelijke weigering om een besluit te nemen
- sub b: niet tijdig nemen van een besluit
Voorbeeld antwoord:
Op grond van artikel 1:3 lid 1 Awb wordt verstaan een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan,
inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
1. Beslissing: JA. Wil gemeenteraad gericht op intreden rechtsgevolg: namelijk het introduceren
van de bevoegdheid voor het college om een verbod in te stellen op bedelarij ex artikel 2:58
APV.
2. Schriftelijk: JA. Je mag aannemen dat de APV van de gemeente Almere op schrift is gesteld
(op papier of elektronisch)
3. Bestuursorgaan: JA. De gemeenteraad is een orgaan van een rechtspersoon (de gemeente)
die krachtens publiekrecht is ingesteld (artikel 2:1 BW) en dus een bestuursorgaan in de zin
van artikel 1:1 lid 1 onder a Awb.
, 4. Rechtshandeling: JA. De handeling van de gemeenteraad heeft een beoogd rechtsgevolg.
Namelijk het introduceren van de bevoegdheid voor het college om een verbod op bedelarij in
te stellen ex artikel 2:58 APV
5. publiekrechtelijk: JA. Bevoegdheid tot vaststellen van de APV is op grond van de
gemeentewet exclusief toegekend aan de gemeenteraad
Conclusie: Er is sprake van een besluit in de zin van art. 1:3 lid 1 Awb
BESCHIKKING – art 1:3 lid 2 Awb
“Onder beschikking wordt verstaan: een besluit dat niet van algemene strekking is, met inbegrip van
de afwijzing van een aanvraag daarvan.”
Kenmerken:
1. Besluit: art 1:3 lid 1 Awb
2. Niet van algemene strekking: besluit met een individueel, concreet karakter
voldoende concreet
➢ persoonscriterium: besluit is gericht tot een bepaalde persoon of groep personen
➔ toekennen uitkering of subsidie
➔ verstrekken vergunning
➔ opleggen last onder bestuursdwang of bestuurlijke boete
➢ zaakscriterium: besluit heeft betrekking op een bepaalde, specifiek aangeduide zaak
➔ onbewoonbaarverklaring pand
➔ aanwijzing beschermd natuurgebied
>> Omgevingsvergunning is zaakgericht, als de eigenaar weggaat komt de vergunning bij de
nieuwe eigenaar
>> Bijstandsuitkering is persoonsgericht, het recht blijft bij de persoon.
3. Met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan
Voorbeeld antwoord:
Op grond van artikel 1:3 lid 2 Awb is een beschikking een besluit dat niet van algemene strekking is.
1. Er moet sprake zijn van een besluit. In casus is er sprake van een besluit, er wordt in de casus
namelijk gegeven dat het college besluit om de benodigde omgevingsvergunning te verlenen
die nodig is voor de ingrijpende verbouwing van het pand.
2. Het moet een besluit zijn dat niet van algemene strekking is. Een besluit dat niet van
algemene strekking is, is een besluit met een individueel concreet karakter. Om te bepalen of
een besluit voldoende concreet is, dient er te worden gekeken naar het persoons- of
zaakscriterium. In casus betreft het een omgevingsvergunning, het heeft dus betrekking op
een bepaald pand en voldoet hiermee aan het zaakscriterium. Hiermee is het besluit niet van
algemene strekking.
Conclusie: Er is sprake van een beschikking in de zin van art 1:3 lid 2 Awb
Soorten beschikkingen
➢ rechtscheppende:
➔ scheppen nieuwe rechten
➔ opleggen nieuwe verplichtingen
➢ rechtvaststellende:
, ➔ vaststellen van een bestaand echt (bv ww uitkering toeleggen)
➔ wordt in een concrete situatie vastgesteld
➔ vaststellen van een bestaand verplichting (bv betalen leges bij paspoort aanvragen)
➢ begunstigende beschikking:
➔ verlenen van een gunst, recht om iets te doen of te verkrijgen
➢ belastende beschikking:
➔ opleggen van een plicht om iets te doen of te laten, een plicht die wordt opgelegd
➢ gebonden beschikking:
➔ bij het geven van een beschikking is het bo strikt gebonden aan normen in de wet
➔ ‘moet’ bepaling
➢ vrije beschikking:
➔ bij het geven van een beschikking heeft het bo beleidsvrijheid
➔ ‘kan’ bepaling
LEERDOEL 2: De totstandkoming van verschillende soorten bestuursrechtelijke
beschikkingen toelichten.
totstandkoming van Besluit/beschikkingen
1. de aanvraag
2. de voorbereiding
3. de beslissing
4. de bekendmaking
Ad 1: De Aanvraag
Om een besluit te nemen moet er vraag naar zijn. Dit kan op 2 manieren:
1. Ambtshalve: Op eigen initiatief BO
BV: opleggen van een belastingaanslag
2. Op aanvraag - art 1:3 lid 3 Awb: op verzoek van belanghebbende (art 1:2 Awb)
Belanghebbende – art 1:2 lid 1 Awb
= iemand met een rechtstreeks belang
● Geadresseerde: degene tot wie het besluit zich richt, bv: meneer Jansen u mag niet gaan
bouwen
● Derde-belanghebbende: degene voor wie het besluit gevolgen heeft
> OPERA - Criterium
- OBJECTIEF bepaalbaar: Het moet gebaseerd zijn op meetbare en controleerbare
factoren, het mag geen mening (subjectief) zijn.
- PERSOONLIJK: Te onderscheiden van andere personen. Er moet gekeken worden
naar het afstands- en zichtcriterium, De belanghebbende moet gevolgen van enige
betekenis ondervinden
- EIGEN: Het moet gaan om een eigen belang, dus niet het belang van een ander.
- RECHTSTREEKS: Belanghebbende moet rechtstreeks, dus direct, zonder tussenkomst
van andere factoren, worden getroffen door het besluit.
beschikkingen toelichten
BESLUIT – art 1:3 lid 1 Awb
“Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een
publiekrechtelijke rechtshandeling.”
5 vereisten/Kenmerken:
1. Beslissing: Wil gericht op het intreden van een rechtsgevolg
● Ook een beslissing is:
- Weigeren om te beslissen (6:2 sub a)
- niet tijdig beslissen (6:2 sub b)
2. Schriftelijk: geschreven → op papier of elektronisch
● Niet schriftelijk toch een besluit: fictief besluit
3. bestuursorgaan: art 1:1 lid 1 Awb
● Het moet een schriftelijke beslissing zijn van een bestuursorgaan als bedoeld in art
1:1 lid 1 Awb (A orgaan, of B orgaan).
- Gemeente, Provincie, Waterschap zijn krachtens publiekrecht ingesteld →
art 2:1 BW
- organen gemeente: art. 125 GW
- organen provincie: art. 125 GW
- organen waterschap: art. 10 Waterschapswet
4. rechtshandeling: handeling met een beoogd rechtsgevolg
● verandert iets in de wereld van het recht?
● Rechten scheppen, opheffen of wijzigen
● Geen rechtsgevolg, toch een besluit: Afwijzen van een beschikking (art 1:3 lid 2 Awb)
5. publiekrechtelijk: exclusieve taak of bevoegdheid van Bo
Fictief besluit (art. 6:2 Awb)
- sub a: schriftelijke weigering om een besluit te nemen
- sub b: niet tijdig nemen van een besluit
Voorbeeld antwoord:
Op grond van artikel 1:3 lid 1 Awb wordt verstaan een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan,
inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
1. Beslissing: JA. Wil gemeenteraad gericht op intreden rechtsgevolg: namelijk het introduceren
van de bevoegdheid voor het college om een verbod in te stellen op bedelarij ex artikel 2:58
APV.
2. Schriftelijk: JA. Je mag aannemen dat de APV van de gemeente Almere op schrift is gesteld
(op papier of elektronisch)
3. Bestuursorgaan: JA. De gemeenteraad is een orgaan van een rechtspersoon (de gemeente)
die krachtens publiekrecht is ingesteld (artikel 2:1 BW) en dus een bestuursorgaan in de zin
van artikel 1:1 lid 1 onder a Awb.
, 4. Rechtshandeling: JA. De handeling van de gemeenteraad heeft een beoogd rechtsgevolg.
Namelijk het introduceren van de bevoegdheid voor het college om een verbod op bedelarij in
te stellen ex artikel 2:58 APV
5. publiekrechtelijk: JA. Bevoegdheid tot vaststellen van de APV is op grond van de
gemeentewet exclusief toegekend aan de gemeenteraad
Conclusie: Er is sprake van een besluit in de zin van art. 1:3 lid 1 Awb
BESCHIKKING – art 1:3 lid 2 Awb
“Onder beschikking wordt verstaan: een besluit dat niet van algemene strekking is, met inbegrip van
de afwijzing van een aanvraag daarvan.”
Kenmerken:
1. Besluit: art 1:3 lid 1 Awb
2. Niet van algemene strekking: besluit met een individueel, concreet karakter
voldoende concreet
➢ persoonscriterium: besluit is gericht tot een bepaalde persoon of groep personen
➔ toekennen uitkering of subsidie
➔ verstrekken vergunning
➔ opleggen last onder bestuursdwang of bestuurlijke boete
➢ zaakscriterium: besluit heeft betrekking op een bepaalde, specifiek aangeduide zaak
➔ onbewoonbaarverklaring pand
➔ aanwijzing beschermd natuurgebied
>> Omgevingsvergunning is zaakgericht, als de eigenaar weggaat komt de vergunning bij de
nieuwe eigenaar
>> Bijstandsuitkering is persoonsgericht, het recht blijft bij de persoon.
3. Met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan
Voorbeeld antwoord:
Op grond van artikel 1:3 lid 2 Awb is een beschikking een besluit dat niet van algemene strekking is.
1. Er moet sprake zijn van een besluit. In casus is er sprake van een besluit, er wordt in de casus
namelijk gegeven dat het college besluit om de benodigde omgevingsvergunning te verlenen
die nodig is voor de ingrijpende verbouwing van het pand.
2. Het moet een besluit zijn dat niet van algemene strekking is. Een besluit dat niet van
algemene strekking is, is een besluit met een individueel concreet karakter. Om te bepalen of
een besluit voldoende concreet is, dient er te worden gekeken naar het persoons- of
zaakscriterium. In casus betreft het een omgevingsvergunning, het heeft dus betrekking op
een bepaald pand en voldoet hiermee aan het zaakscriterium. Hiermee is het besluit niet van
algemene strekking.
Conclusie: Er is sprake van een beschikking in de zin van art 1:3 lid 2 Awb
Soorten beschikkingen
➢ rechtscheppende:
➔ scheppen nieuwe rechten
➔ opleggen nieuwe verplichtingen
➢ rechtvaststellende:
, ➔ vaststellen van een bestaand echt (bv ww uitkering toeleggen)
➔ wordt in een concrete situatie vastgesteld
➔ vaststellen van een bestaand verplichting (bv betalen leges bij paspoort aanvragen)
➢ begunstigende beschikking:
➔ verlenen van een gunst, recht om iets te doen of te verkrijgen
➢ belastende beschikking:
➔ opleggen van een plicht om iets te doen of te laten, een plicht die wordt opgelegd
➢ gebonden beschikking:
➔ bij het geven van een beschikking is het bo strikt gebonden aan normen in de wet
➔ ‘moet’ bepaling
➢ vrije beschikking:
➔ bij het geven van een beschikking heeft het bo beleidsvrijheid
➔ ‘kan’ bepaling
LEERDOEL 2: De totstandkoming van verschillende soorten bestuursrechtelijke
beschikkingen toelichten.
totstandkoming van Besluit/beschikkingen
1. de aanvraag
2. de voorbereiding
3. de beslissing
4. de bekendmaking
Ad 1: De Aanvraag
Om een besluit te nemen moet er vraag naar zijn. Dit kan op 2 manieren:
1. Ambtshalve: Op eigen initiatief BO
BV: opleggen van een belastingaanslag
2. Op aanvraag - art 1:3 lid 3 Awb: op verzoek van belanghebbende (art 1:2 Awb)
Belanghebbende – art 1:2 lid 1 Awb
= iemand met een rechtstreeks belang
● Geadresseerde: degene tot wie het besluit zich richt, bv: meneer Jansen u mag niet gaan
bouwen
● Derde-belanghebbende: degene voor wie het besluit gevolgen heeft
> OPERA - Criterium
- OBJECTIEF bepaalbaar: Het moet gebaseerd zijn op meetbare en controleerbare
factoren, het mag geen mening (subjectief) zijn.
- PERSOONLIJK: Te onderscheiden van andere personen. Er moet gekeken worden
naar het afstands- en zichtcriterium, De belanghebbende moet gevolgen van enige
betekenis ondervinden
- EIGEN: Het moet gaan om een eigen belang, dus niet het belang van een ander.
- RECHTSTREEKS: Belanghebbende moet rechtstreeks, dus direct, zonder tussenkomst
van andere factoren, worden getroffen door het besluit.