arbeidsreglementering:
Maart 2025:
Meerkeuzevragen:
1. De digitale tachograaf. Welke bewering is fout?
a. Op het ogenblik van de keuring bij de technische controle van het
voertuig moet het installatieplaatje voor de digitale tachograaf
minder dan twee jaar oud zijn.
b. De bestuurderskaart is op naam van de bestuurder en elke
bestuurder mag slecht over één bestuurderskaart beschikken
c. De normale dagelijkste rusttijd moet ten minste 12
achtereenvolgende uren per periode van 24 uur bedragen
d. Het verlies of diefstal van een bestuurderskaart moet het voorwerp
uitmaken van een verklaring van onvrijwillige buitenbezitstelling bij
de politie
2. Toepassingsgebied van de Sociale Verordening 561/2006 (EG) inzake rij –
en rusttijden. Welke bewering is juist?
a. Voertuigen voor wegvervoer van goederen waarvan het toegestane
maximumgewicht dat van de aanhangwagen of oplegger
inbegrepen 5,5 ton bedraagt, kunnen nooit onder het
toepassingsgebied van de verordening vallen.
b. Het vervoer voor eigen rekening kan nooit onder het
toepassingsgebied van de verordening vallen.
c. Zelfstandigen kunnen nooit onder het toepassingsgebied van de
verordening vallen
d. Voertuigen voor wegvervoer van goederen waarvan het toegestane
maximumgewicht dat van de aanhangwagen of oplegger
inbegrepen 1,5 ton bedraagt, kunnen nooit onder het
toepassingsgebied van de verordening vallen
3. Geef aan wat volgens de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari
2005 geen arbeidstijd is:
a. De tijd gewijd aan het besturen van het voertuig
b. De wachttijden ten gevolge van de rijverboden
c. De tijd gewijd aan het schoonmaken en technisch onderhoud van
het voertuig
d. De wachttijd bij laden en/of lossen waarvan de vermoede/verwachte
duur overschreven wordt
4. Onderbrekingen van de rijtijd. Geef aan wanneer een reglementaire
onderbreking is:
A. Rij Bed Rij Bed Rij Bed
2u30 15 min 2u 5min 4u30 9u
B. Rij Bed Rij Bed Rij Bed
2u30 40min 2u 15min 4u30 9u
, C. Rij Bed Rij Bed Rij bed
2u30 20min 2u 30min 4u30 9u
D. Rij Bed Rij Bed Rij Bed
2u30 30min 2u 15min 4u30 9u
Open vragen:
1. Een chauffeur, die als loontrekkende binnen een onderneming van
goederenvervoer over de weg tewerkgesteld is, bemerkt gedurende de rit
dat de tachograaf in het voertuig, dat aan de Sociale Verordening n°
561/2006 (EG) onderworpen is, niet of gebrekkig werkt. Bespreek bondig
de verplichtingen terzake zowel in hoofde van de chauffeur als in hoofde
van de werkgever.
2. Leg uit wat de verblijfsvergoeding of de zogenaamde nachtvergoeding is.
Oefeningen:
1e oefening:
Vaststelling door de werkgever, bij toepassing van art. 10 lid 2 Sociale
Verordening (EEG) n° 561/2006, van de inbreuken op deze Verordening met
omschrijving van het overtreden voorschrift.
Modaliteiten van tewerkstelling:
1. De chauffeur is tewerkgesteld in een vervoeronderneming.
2. Het bedrijf verricht algemeen internationaal vervoer met uitsluitend
voertuigen met een MTM van meer dan 3,5 ton binnen het grondgebied
van de Europese Unie.
3. De werkgever baseert zich enkel op de prestaties, zoals deze door de
tachograaf zijn geregistreerd en schriftelijk zijn bijgevoegd.
4. De chauffeur maakt in deze week gebruik van de reglementaire
mogelijkheid om zijn wekelijkse rust éénmaal per twee opeenvolgende
weken in te korten.
5. Bij het begin van de werkweek had hij een normale wekelijkse rusttijd
genoten.
6. Er zijn geen uitzonderlijke omstandigheden waardoor hij zou kunnen
afwijken van de rij – en rusttijden.
Concrete doelstellingen:
1) Specifieer duidelijk, dag per dag en enkel voor de beschouwde periode, de
eventuele inbreuken op de Sociale Verordening (EG) n° 561/2006
betreffende de rij – en rusttijden van de chauffeur, die de werkgever zou
moeten vaststellen.
2) Omschrijf telkens het artikel dat overtreden werd.
Een punt wordt afgetrokken per ten onrechte aangeduide inbreuk.
Prestatieschema op basis van tachograafregistraties:
, 2e oefening:
Plan het werkschema voor drie opeenvolgende dagen voor een chauffeur
Modaliteit van tewerkstelling:
1. De chauffeur is tewerkgesteld in een vervoeronderneming, ressorterend
onder het Paritair Comité 140 onder RSZ code 083.
2. De reglementering inzake de beperking van de arbeidsduur binnen de
onderneming volgt het flexibel arbeidsregime.
3. Het bedrijf verricht algemeen internationaal vervoer met uitsluitend
voertuigen met een MTM van meer dan 3.5 ton binnen het grondgebied
van de Europese Unie.
4. Tijdens zijn allereerste werkweek, op maandag beginnend, moet de nieuw
aangeworven chauffeur een internationale groepagezending verzorgen.
5. De planning baseert zich op een gemiddelde snelheid gedurende de rijtijd
van 60 km/u.
6. Het voertuig wordt geladen door het kadepersoneel.
7. De chauffeur doet het woon-werkverkeer met een niet aan de Sociale
Verordening (EG) n° 561/2006 onderworpen voertuig.
8. Er zijn geen uitzonderlijke omstandigheden waardoor hij zou kunnen
afwijken van de rij – en rusttijden.
Concrete doelstellingen:
1. Beantwoord de specifieke vragen op basis van een door u voor uw
chauffeur opgestelde en opeenvolgende planning waarin alle onderstaande
opdrachten werden geïntegreerd.
2. Zorg ervoor dat dit schriftelijk weekschema voldoet aan de wettelijke
bepalingen van de Sociale Verordening (EG) n° 561/2006 inzake de rij – en