Farmacologie
Bestudeert de interactie tussen levende wezens en chemische stoffen
Inleiding
Causale therapie: farmaca nemen de oorzaak van ziekte weg (behandeling van infecties).
Symptomatische behandeling: bepaalde symptomen wegnemen (pijnstillers).
Substitutie therapie: bv behandeling met insuline bij diabetes mellitus.
Preventieve therapie: preventiemiddel om te voorkomen dat ziektes voorkomen (vaccin).
Diagnosticum: opsporen van bepaalde fysiologische processen of fysiologische verstoringen.
Herkomst van geneesmiddelen
• In de huidige plantengeneeskunde of fytotherapie gebruikt men planten of delen
van planten (bloemen, bladeren, stengels, zaad, vruchten, wortels, schors, hars...) of
maakt men aftreksels van de plant, die men eveneens kan drogen en tot poeder
verwerken.
• Vroeger veel producten van dierlijke oorsprong (insuline, vitamines), nu
verwaarloosbaar.
• Micro-organismen: levende, verzwakte, dode bacteriën en virussen vormen vaccins.
Andere levende bacteriën worden gebruikt voor onder andere fermentatie in
spijsvertering. Sommige schimmels doden bacteriën met hun toxines, maar niet
schadelijk voor de mens. Dit leidde tot penicilline en later meerdere synthet. soorten.
• Chemische industrie focust op synthese van al bestaande actieve producten.
Chemische modificaties leiden tot oneindig veel mogelijkheden.
• Biologisch: bevatten één of meerdere bestanddelen vanuit levende systemen zoals
weefsel- of celculturen. Meestal proteïnen of heteropolysachariden. Veel complexer.
Monoclonale antilichamen worden ingezet bij auto-immuunziektes of kankers.
•
Ontdekking van geneesmiddelen
• Per toeval
• Door modificatie van een bestaand actief molecule kan men op zoek naar stoffen
met een licht gewijzigde farmacokinetische en/of -dynamische eigenschappen.
• Random screening van chemische moleculen: testen op een bepaalde werking
• Rationeel ontwerpen: ruimtelijke structuur van een enzym of receptor is bekend =>
geneesmiddelen ontwerpen die hierop kunnen aangrijpen.
Ontwikkeling van geneesmiddelen
Werkzaamheid en
veiligheid moet eerst
worden aangetoond:
gebeurt in verschillende
fasen (+/- 13 jaar).
, Preklinisch onderzoek
Zowel testen op bedoelde werking als op eventuele andere (toxische) effecten op de
orgaanfuncties. Deze worden uitgevoerd in vivo (dierexperimenteel) of in vitro (celculturen,
biochemische testsystemen). Dosis respons curve is hier heel belangrijk.
Farmacologische werkzaamheid in een gegeven testsituatie wordt vaak uitgedrukt als ED50-
waarde. Dosis die bij 50% van de proefdieren een welbepaald effect veroorzaakt.
Tegenwoordig ook meer in vitro bij toxiciteitstesten. Ook worden de LD1, LD50 en LD99-
waarden bepaald, de letale dosis. Wanneer er een bepaalde toxiciteit optreedt dan kan deze
waarde gekwantificeerd worden als TD50: dit is de dosis die voor een gegeven species en een
gegeven toedieningsweg, een bepaalde toxiciteit veroorzaakt bij 50% van de proefdieren.
De veiligheid of het potentiële risico van een geneesmiddel is afhankelijk van de mate waarin
de dosis voor het gewenste effect en de ongewenste, mogelijk toxische effecten van elkaar
‘verwijderd’ zijn. Dit wordt gedefinieerd als de therapeutische breedte.
Een andere manier om de veiligheid te beschrijven is de therapeutische index
(= TD50/ED50). Het is aannemelijk dat de effect-curves een overlap kunnen vertonen met de
toxiciteitcurve. De veiligheidsindex geeft het quotiënt van een lagere toxische dosis,
bijvoorbeeld een TD10 en het hogere effect-dosis, zoals bijvoorbeeld de ED90.
Hiernaast wordt ook getest op fertiliteit, mutagene en carcinogene eigenschappen.
Klinisch onderzoek
Onderzoek naar de werkzaamheid, bijwerkingen en toxiciteit in het menselijk lichaam.
Onder toezicht van ethische commissies volgens bepaalde criteria: Good Clinical Practice
(GCP).
1. Fase 1: toediening aan kleine groep gezonde vrijwilligers
2. Fase 2: toediening aan kleine groep patiënten
3. Fase 3: werkzaamheid en veiligheid op lange termijn getest bij groot aantal patiënten
Na 3 kan registratie aangevraagd worden en krijgt het een specialiteitsnaam. Dit is de naam
waaronder het geneesmiddel geregistreerd is en verkocht wordt. Het kan ook verkocht
worden onder zijn stofnaam zoals aspirine, paracetamol.
Farmacovigilantie of geneesmiddelenbewaking
Zeldzame en potentieel ernstige nevenwerkingen komen vaak pas aan bod na toediening
aan een zeer grote groep. Via een formulier kan dit gemeld worden en maatregelen
getroffen worden en zelfs het GM van de markt halen.
Farmacokinetiek en farmacodynamie
De processen die de concentratie en het verloop van het GM in de tijd bepalen kunnen in
drie fasen ondergebracht worden: de farmaceutische fase, de farmacokinetische fase en de
farmacodynamische fase.
Dosering van geneesmiddelen
Bij volwassenen: hoeveelheid GM die per keer gegeven wordt. Eén maal tot meerdere malen
per dag, kan ook per week/maand. Maximale dosis is grootste hoeveelheid van dat
geneesmiddel dat per keer en per etmaal mag worden ingenomen.
Bij kinderen is de dosis kleiner. Bij ouderen dient men rekening te houden met gewijzigde
kinetische parameters (verdelingsvolume, lever- en nierklaring).
Bestudeert de interactie tussen levende wezens en chemische stoffen
Inleiding
Causale therapie: farmaca nemen de oorzaak van ziekte weg (behandeling van infecties).
Symptomatische behandeling: bepaalde symptomen wegnemen (pijnstillers).
Substitutie therapie: bv behandeling met insuline bij diabetes mellitus.
Preventieve therapie: preventiemiddel om te voorkomen dat ziektes voorkomen (vaccin).
Diagnosticum: opsporen van bepaalde fysiologische processen of fysiologische verstoringen.
Herkomst van geneesmiddelen
• In de huidige plantengeneeskunde of fytotherapie gebruikt men planten of delen
van planten (bloemen, bladeren, stengels, zaad, vruchten, wortels, schors, hars...) of
maakt men aftreksels van de plant, die men eveneens kan drogen en tot poeder
verwerken.
• Vroeger veel producten van dierlijke oorsprong (insuline, vitamines), nu
verwaarloosbaar.
• Micro-organismen: levende, verzwakte, dode bacteriën en virussen vormen vaccins.
Andere levende bacteriën worden gebruikt voor onder andere fermentatie in
spijsvertering. Sommige schimmels doden bacteriën met hun toxines, maar niet
schadelijk voor de mens. Dit leidde tot penicilline en later meerdere synthet. soorten.
• Chemische industrie focust op synthese van al bestaande actieve producten.
Chemische modificaties leiden tot oneindig veel mogelijkheden.
• Biologisch: bevatten één of meerdere bestanddelen vanuit levende systemen zoals
weefsel- of celculturen. Meestal proteïnen of heteropolysachariden. Veel complexer.
Monoclonale antilichamen worden ingezet bij auto-immuunziektes of kankers.
•
Ontdekking van geneesmiddelen
• Per toeval
• Door modificatie van een bestaand actief molecule kan men op zoek naar stoffen
met een licht gewijzigde farmacokinetische en/of -dynamische eigenschappen.
• Random screening van chemische moleculen: testen op een bepaalde werking
• Rationeel ontwerpen: ruimtelijke structuur van een enzym of receptor is bekend =>
geneesmiddelen ontwerpen die hierop kunnen aangrijpen.
Ontwikkeling van geneesmiddelen
Werkzaamheid en
veiligheid moet eerst
worden aangetoond:
gebeurt in verschillende
fasen (+/- 13 jaar).
, Preklinisch onderzoek
Zowel testen op bedoelde werking als op eventuele andere (toxische) effecten op de
orgaanfuncties. Deze worden uitgevoerd in vivo (dierexperimenteel) of in vitro (celculturen,
biochemische testsystemen). Dosis respons curve is hier heel belangrijk.
Farmacologische werkzaamheid in een gegeven testsituatie wordt vaak uitgedrukt als ED50-
waarde. Dosis die bij 50% van de proefdieren een welbepaald effect veroorzaakt.
Tegenwoordig ook meer in vitro bij toxiciteitstesten. Ook worden de LD1, LD50 en LD99-
waarden bepaald, de letale dosis. Wanneer er een bepaalde toxiciteit optreedt dan kan deze
waarde gekwantificeerd worden als TD50: dit is de dosis die voor een gegeven species en een
gegeven toedieningsweg, een bepaalde toxiciteit veroorzaakt bij 50% van de proefdieren.
De veiligheid of het potentiële risico van een geneesmiddel is afhankelijk van de mate waarin
de dosis voor het gewenste effect en de ongewenste, mogelijk toxische effecten van elkaar
‘verwijderd’ zijn. Dit wordt gedefinieerd als de therapeutische breedte.
Een andere manier om de veiligheid te beschrijven is de therapeutische index
(= TD50/ED50). Het is aannemelijk dat de effect-curves een overlap kunnen vertonen met de
toxiciteitcurve. De veiligheidsindex geeft het quotiënt van een lagere toxische dosis,
bijvoorbeeld een TD10 en het hogere effect-dosis, zoals bijvoorbeeld de ED90.
Hiernaast wordt ook getest op fertiliteit, mutagene en carcinogene eigenschappen.
Klinisch onderzoek
Onderzoek naar de werkzaamheid, bijwerkingen en toxiciteit in het menselijk lichaam.
Onder toezicht van ethische commissies volgens bepaalde criteria: Good Clinical Practice
(GCP).
1. Fase 1: toediening aan kleine groep gezonde vrijwilligers
2. Fase 2: toediening aan kleine groep patiënten
3. Fase 3: werkzaamheid en veiligheid op lange termijn getest bij groot aantal patiënten
Na 3 kan registratie aangevraagd worden en krijgt het een specialiteitsnaam. Dit is de naam
waaronder het geneesmiddel geregistreerd is en verkocht wordt. Het kan ook verkocht
worden onder zijn stofnaam zoals aspirine, paracetamol.
Farmacovigilantie of geneesmiddelenbewaking
Zeldzame en potentieel ernstige nevenwerkingen komen vaak pas aan bod na toediening
aan een zeer grote groep. Via een formulier kan dit gemeld worden en maatregelen
getroffen worden en zelfs het GM van de markt halen.
Farmacokinetiek en farmacodynamie
De processen die de concentratie en het verloop van het GM in de tijd bepalen kunnen in
drie fasen ondergebracht worden: de farmaceutische fase, de farmacokinetische fase en de
farmacodynamische fase.
Dosering van geneesmiddelen
Bij volwassenen: hoeveelheid GM die per keer gegeven wordt. Eén maal tot meerdere malen
per dag, kan ook per week/maand. Maximale dosis is grootste hoeveelheid van dat
geneesmiddel dat per keer en per etmaal mag worden ingenomen.
Bij kinderen is de dosis kleiner. Bij ouderen dient men rekening te houden met gewijzigde
kinetische parameters (verdelingsvolume, lever- en nierklaring).