VOORBIJ DE LAATSTE STAD
Gerrit Achterberg (1955/1955). Voorbij de laatste stad. Den Haag: Daamen N.V.
(178 blz.)
Keuze
De dichtbundel Voorbij de laatste stad geschreven door Gerrit Achterberg is
gekozen omdat deze bekende dichter mij bekend voorkwam. Ik wist ook dat hij
vooral romantische gedichten schreef en dat hij in zijn werk iets niet-aards of
expressiefs probeert te bereiken, zonder een ander na te volgen. Een bundel
gedichten waarin er gezocht wordt naar het ongrijpbare leek mij interessant en
leerzaam.
Eerste reactie
Mijn eerste indruk van deze gedichten was dat ze nogal vaag waren, wat past bij
Achterbergs zoektocht naar het ongrijpbare. Maar om een gedichtje goed te
snappen vereiste dat veel aandacht. Bijvoorbeeld in vergelijking met H. van
Alphen waar de gedichten heel kinderlijk gericht zijn. Zijn deze gedichten uit
Voorbij de laatste stad toch wel taaie kost. Desondanks zijn het oprecht mooie
gedichten, mede omdat Achterbergs romantische schrijfstijl en zijn
beschrijvingen van het ongrijpbare mij aanspreken. Hierdoor liggen de gedichten
ook iets gevoeliger juist omdat het iets vreemds met zich meebrengt. Als laatste
is deze bundel goed opgebouwd waarbij er ook een afwisseling is van zowel korte
en lange gedichten. Qua onderwerpen is het wel verschillend hoe interessant ze
zijn maar over het algemeen is dat wel het geval.
Verdieping
Beschrijving
De bundel begint met een inleiding waarin Paul Rodenko zijn mening en visie
geeft over Achterberg zijn gedichten. Hoe is hij aangetrokken tot de romantische
poëzie? Waar haalde hij zijn inspiratie vandaan? Was er een verandering in
soorten gedichten die Achterberg schreef? Ook zijn er gedichten die soms sterk
afwijken van de gebruikelijke manier van schrijven, dit wordt onder andere ook
beschreven in de inleiding.
Ook beschrijft Rodenko verschillende spanningsverhoudingen in Achterbergs
werk, zoals zijn zoektocht naar en ontmoetingen met een verloren geliefde.
Meerdere kenmerkende thema’s uit Achterbergs oeuvre zoals dood,
vergankelijkheid en liefde worden uitgebreid naar voren gehaald. Het grootste
deel van de inleiding is gewijd aan de twee fasen in Achterbergs werk: ‘de droom’
en ‘het woord’, waarbij ‘de droom’ kenmerkend was voor de jaren ’10 en ‘het
woord’ voor de periode van 1910 tot 1940. Niet alleen de dichtperiode van
Achterberg ondergaat deze 2 periodes maar deze twee fasen markeren een
belangrijke ‘structuurverschuiving’ in de moderne poëzie. Naast wat voorbeelden
van gedichten van Achterberg in de inleiding wordt er ook uitleg gegeven aan de
hand van gedichten van andere dichters zoals: Hendrik de Vries en J. van Hattum.
Er treed ook een spanningsverhouding op tussen de geliefde en God in zijn
gedichten. Het fanatieke geloof van Gerrit in ‘het woord’ moet religieus worden
Onno Voogt 6v3 12-11-2024
, opgevat het gaat hier om de worsteling met zijn geliefde maar tegelijk wordt hier
ook de worsteling met God mee bedoeld.
De bundel bevat 118 gedichten en zijn onderverdeeld op basis van jaar van
uitgave. De inhoud van de gedichten zijn veel korte gedichten die vaak over de
dood, eeuwigheid, tijd, eenzaamheid, God en zijn geliefde gaan. Door zijn
gedichten probeert hij een overbrugging te maken naar deze soorten thema’s Hij
gebruikt het gedicht als hulpmiddel om een plek te bereiken die anders
onbereikbaar blijft. Dit gaat gepaard met een kenmerk voor zijn
taalgebruik/schrijfstijl. Zijn woordsoorten zitten vooral in de hoek van sombere,
donkere en gevoelige begrippen.
Onderzoek
Voor Achterberg zijn tijd zijn het moderne gedichten, het was niet gebruikelijk om
op deze manier je gedichten te maken. De romantische stroming speelt hier
voornamelijk een rol. Zoals eerder genoemd was het ongebruikelijk om ergens je
eigen expressie aan te geven, vaak bleven mensen in deze tijd nog bij hun
praktische bestaan, het nu.
Er zijn gedichten waarbij de vorm en inhoud een rol speelt, hij zet de woorden
precies aan het begin van de terzinen. Daar waar het vers motorisch een
ommekeer heeft. Hierdoor bereikt hij een eenheid van vorm en inhoud.
Bovendien worden kwatrijnen en terzinen zo tegenover elkaar geplaatst dat het
‘dood’ van de kwatrijnen andersom verwezen wordt naar het ‘leven’ van de
terzinen. De woorden draaien dus als het ware om hun as, waardoor ‘dood’
overgaat in ‘leven’.
Als men begint over het herhalend terugkomen van kernwoorden dan gebeurt dat
bij Achterberg zijn gedichten regelmatig. Zo heb je rondom het thema dood en
tijdelijk vaak de begrippen dood, stilte en einde. Hij gebruikt deze woorden als
een poortje naar een andere wereld. Als tweede thema het verlangen en de
hereniging waarin de begrippen verlangen, ontmoeting en hereniging
voorkomen. Daarnaast contrasteert het thema tijd en eeuwigheid met het eerste
thema. In dit thema worden kernwoorden als ‘altijd’, ‘nooit’, ‘tijdloos’, en
‘oneindig’ herhaald. Als laatste zijn religieuze en mystieke taal waarin ziel, geest
en hemel dit thema weergeven.
De titel laat een weerspiegeling zien van een reis naar het onbekende. Waar er
een overgang plaatsvindt van het aardse en menselijke naar een zoektocht in de
spirituele wereld: voorbij de laatste stad. Zo kan de laatste stad heenwijzen naar
de laatste grens van het aardse leven. En doormiddel van deze bundel wil hij
voorbij die grens proberen te komen. Waar het op neerkomt is dat de laatste stad
gezien wordt als een ‘eindpunt’ in onze fysieke wereld. Daar voorbij wordt mee
bedoelt dat Achterberg met zijn gedichten buiten die fysieke wereld wilt gaan.
Tien gedichten (bundel bevat geen specifiek titelgedicht)
1. ‘Het Schilderij’
Thema: herinnering vast houden en de verloren herinneringen te zoeken.
Inhoud: het vastleggen van het verleden doormiddel van een schilderij
waarbij het schilderij fungeert om het verlorene terug te halen waarbij het
besef van afstand blijft.
2. ‘Achter het einde’
Onno Voogt 6v3 12-11-2024
Gerrit Achterberg (1955/1955). Voorbij de laatste stad. Den Haag: Daamen N.V.
(178 blz.)
Keuze
De dichtbundel Voorbij de laatste stad geschreven door Gerrit Achterberg is
gekozen omdat deze bekende dichter mij bekend voorkwam. Ik wist ook dat hij
vooral romantische gedichten schreef en dat hij in zijn werk iets niet-aards of
expressiefs probeert te bereiken, zonder een ander na te volgen. Een bundel
gedichten waarin er gezocht wordt naar het ongrijpbare leek mij interessant en
leerzaam.
Eerste reactie
Mijn eerste indruk van deze gedichten was dat ze nogal vaag waren, wat past bij
Achterbergs zoektocht naar het ongrijpbare. Maar om een gedichtje goed te
snappen vereiste dat veel aandacht. Bijvoorbeeld in vergelijking met H. van
Alphen waar de gedichten heel kinderlijk gericht zijn. Zijn deze gedichten uit
Voorbij de laatste stad toch wel taaie kost. Desondanks zijn het oprecht mooie
gedichten, mede omdat Achterbergs romantische schrijfstijl en zijn
beschrijvingen van het ongrijpbare mij aanspreken. Hierdoor liggen de gedichten
ook iets gevoeliger juist omdat het iets vreemds met zich meebrengt. Als laatste
is deze bundel goed opgebouwd waarbij er ook een afwisseling is van zowel korte
en lange gedichten. Qua onderwerpen is het wel verschillend hoe interessant ze
zijn maar over het algemeen is dat wel het geval.
Verdieping
Beschrijving
De bundel begint met een inleiding waarin Paul Rodenko zijn mening en visie
geeft over Achterberg zijn gedichten. Hoe is hij aangetrokken tot de romantische
poëzie? Waar haalde hij zijn inspiratie vandaan? Was er een verandering in
soorten gedichten die Achterberg schreef? Ook zijn er gedichten die soms sterk
afwijken van de gebruikelijke manier van schrijven, dit wordt onder andere ook
beschreven in de inleiding.
Ook beschrijft Rodenko verschillende spanningsverhoudingen in Achterbergs
werk, zoals zijn zoektocht naar en ontmoetingen met een verloren geliefde.
Meerdere kenmerkende thema’s uit Achterbergs oeuvre zoals dood,
vergankelijkheid en liefde worden uitgebreid naar voren gehaald. Het grootste
deel van de inleiding is gewijd aan de twee fasen in Achterbergs werk: ‘de droom’
en ‘het woord’, waarbij ‘de droom’ kenmerkend was voor de jaren ’10 en ‘het
woord’ voor de periode van 1910 tot 1940. Niet alleen de dichtperiode van
Achterberg ondergaat deze 2 periodes maar deze twee fasen markeren een
belangrijke ‘structuurverschuiving’ in de moderne poëzie. Naast wat voorbeelden
van gedichten van Achterberg in de inleiding wordt er ook uitleg gegeven aan de
hand van gedichten van andere dichters zoals: Hendrik de Vries en J. van Hattum.
Er treed ook een spanningsverhouding op tussen de geliefde en God in zijn
gedichten. Het fanatieke geloof van Gerrit in ‘het woord’ moet religieus worden
Onno Voogt 6v3 12-11-2024
, opgevat het gaat hier om de worsteling met zijn geliefde maar tegelijk wordt hier
ook de worsteling met God mee bedoeld.
De bundel bevat 118 gedichten en zijn onderverdeeld op basis van jaar van
uitgave. De inhoud van de gedichten zijn veel korte gedichten die vaak over de
dood, eeuwigheid, tijd, eenzaamheid, God en zijn geliefde gaan. Door zijn
gedichten probeert hij een overbrugging te maken naar deze soorten thema’s Hij
gebruikt het gedicht als hulpmiddel om een plek te bereiken die anders
onbereikbaar blijft. Dit gaat gepaard met een kenmerk voor zijn
taalgebruik/schrijfstijl. Zijn woordsoorten zitten vooral in de hoek van sombere,
donkere en gevoelige begrippen.
Onderzoek
Voor Achterberg zijn tijd zijn het moderne gedichten, het was niet gebruikelijk om
op deze manier je gedichten te maken. De romantische stroming speelt hier
voornamelijk een rol. Zoals eerder genoemd was het ongebruikelijk om ergens je
eigen expressie aan te geven, vaak bleven mensen in deze tijd nog bij hun
praktische bestaan, het nu.
Er zijn gedichten waarbij de vorm en inhoud een rol speelt, hij zet de woorden
precies aan het begin van de terzinen. Daar waar het vers motorisch een
ommekeer heeft. Hierdoor bereikt hij een eenheid van vorm en inhoud.
Bovendien worden kwatrijnen en terzinen zo tegenover elkaar geplaatst dat het
‘dood’ van de kwatrijnen andersom verwezen wordt naar het ‘leven’ van de
terzinen. De woorden draaien dus als het ware om hun as, waardoor ‘dood’
overgaat in ‘leven’.
Als men begint over het herhalend terugkomen van kernwoorden dan gebeurt dat
bij Achterberg zijn gedichten regelmatig. Zo heb je rondom het thema dood en
tijdelijk vaak de begrippen dood, stilte en einde. Hij gebruikt deze woorden als
een poortje naar een andere wereld. Als tweede thema het verlangen en de
hereniging waarin de begrippen verlangen, ontmoeting en hereniging
voorkomen. Daarnaast contrasteert het thema tijd en eeuwigheid met het eerste
thema. In dit thema worden kernwoorden als ‘altijd’, ‘nooit’, ‘tijdloos’, en
‘oneindig’ herhaald. Als laatste zijn religieuze en mystieke taal waarin ziel, geest
en hemel dit thema weergeven.
De titel laat een weerspiegeling zien van een reis naar het onbekende. Waar er
een overgang plaatsvindt van het aardse en menselijke naar een zoektocht in de
spirituele wereld: voorbij de laatste stad. Zo kan de laatste stad heenwijzen naar
de laatste grens van het aardse leven. En doormiddel van deze bundel wil hij
voorbij die grens proberen te komen. Waar het op neerkomt is dat de laatste stad
gezien wordt als een ‘eindpunt’ in onze fysieke wereld. Daar voorbij wordt mee
bedoelt dat Achterberg met zijn gedichten buiten die fysieke wereld wilt gaan.
Tien gedichten (bundel bevat geen specifiek titelgedicht)
1. ‘Het Schilderij’
Thema: herinnering vast houden en de verloren herinneringen te zoeken.
Inhoud: het vastleggen van het verleden doormiddel van een schilderij
waarbij het schilderij fungeert om het verlorene terug te halen waarbij het
besef van afstand blijft.
2. ‘Achter het einde’
Onno Voogt 6v3 12-11-2024