Externe verslaggeving
Hoofdstuk 1
Jaarrapport bestaat uit:
- Jaarrekening (Begrijpelijk, relevant, betrouwbaar en vergelijkbaar)
o Balans
o Resultatenrekening
o Toelichting op beide
o **RJ: vanaf middelgroot kasstroomoverzicht
o **IASB: comprehensive income statement + mutatie EV
- Bestuur verslag
- Overige gegevens
NV, BV, Coöperatie, verenging en stichting:
- EU-genoteerde ondernemingen moeten volgens IASB rapporteren van geconsolideerde
jaarrekening (incl. dochters). De enkelvoudige jaarrekening mag volgens GAAP (Wet + RJ)
Creative accounting: het gaat om betrouwbare informatie, zodat gefundeerde
investeringsbeslissingen door externen kunnen worden genomen. Dit wordt gecontroleerd door
(NBA, AFM en de tuchtraad)
- Winstegalisatie
- Taking-a-bath (Vormen van extra voorzieningen of afschrijvingen)
Hoofdstuk 2
Economisch waarde begrip: bedrijfswaarde is de contante waarden van de toekomstige netto-
ontvangsten (levert een aanvangswinst op). Netto-kasstroom uit de geproduceerde goederen of
diensten:
- Relevant, maar niet betrouwbaar.
VB:
-Productie middel aanschaf: 100.000 euro
-Netto-kasstroom: 30.000 euro
-Verkoop productie middel: 20.000 euro
-Interestvoet: 10%
30.000 + 30.000 + 50.000 = 89.632 euro (1/1)
1.1^1 1.1^2 1.1^3
30.000 + 30.000 + 50.000 = 98.595 euro (31/12)
1.1^1 1.1^2
Aanvangswinst: 100.000 – 89.632 = verlies van 10.368
Balans jaar 1
1/1 31/12 1/1 31/12
Kas - 30.000 EV 89.632 89.632
Auto 89.632 68.595 Winst - 8963
89.632 98.595 89.632 98.595
1/1 31/12 1/1 31/12
Kas 21.037 51.037 EV 89.632 89.632
Auto 68.595 45.455 Winst 6860
, 89.632 96.492 89.632 96.492
1/1 31/12 1/1 31/12
Kas 44.177 94.177 EV 89.632 89.632
Auto 45.455 - Winst 4545
89.632 94.177 89.632 94.177
Boekhoudkundig waarde begrip: gaat uit van de inkoopprijs, per individuele activa.
- Betrouwbaar, maar niet relevant.
Waarde kloof tussen boekhouding en economisch waarde begrip wordt gedicht door:
- Bedrijfsmiddelen worden vaker geactiveerd (huurcontracten op balans) > meer economisch
waarde begrip
- Activa wordt soms tegen actuele waarde gewaardeerd > meer economisch waarde begrip
- Voorzieningen krijgen strengere eisen > voorzieningen worden gevormd indien er sprake is
van op balansdatum bestaande verplichting!
Hoofdstuk 3
Accounting principles:
- Toerrekening beginsel: niet kijkend naar uitgaven en ontvangsten. Moment van betalen is
niet relevant. Toerekenen op basis waar de kosten zijn gemaakt. Transactiestelsel in plaats
van kasstelsel.
- Continuïteit beginsel: er moet vanuit gegaan worden in de jaarrekening dat het bedrijf is
gebaseerd op continuïteit. Niet dat het volgend jaar failliet is. Indien het volgend jaar wellicht
failliet gaat > directe opbrengstwaarde tonen.
- Realisatiebeginsel: pas op het moment dat de onderneming de verkoopprestatie voltooid
heeft, dienst de opbrengst opgenomen te worden. Het risico dient te zijn overgedragen. Het
moet zijn verkocht en geleverd. Indien er nog geretourneerd kan worden of nog
geïnstalleerd moet worden, is het risico nog niet overgedragen.
o Behalve: OHW, effecten en valutaresultaten
- Voorzichtigheid beginsel: Indien ‘more likely than not’ > verlies nemen wanneer
geconstateerd wordt en voordelen pas opnemen indien deze gerealiseerd zijn.
- Matchingbeginsel: product matching (Grondstoffen/lonen) – period matching (Vaak
afschrijvingskosten)
- Bestendigheid beginsel: zelfde grondslagen gebruiken. Anders niet vergelijkbaar voor
belanghebbenden. Stelselwijzigingen > cumulatief effect naar winstreserves. Stelselwijziging
benaderen alsof deze vanaf begin van het jaar is ingegaan.
Hoofdstuk 4/5
Micro en klein: niet controleplichtig, alleen fiscale grondslagen.
Middelgroot en groot: kasstroomoverzicht volgens Titel 9 BW 2.
! je moet 2 jaar achtereenvolgens hetzelfde regime zijn om je zo te benomen (micro, klein,
middelgroot, groot)
- Jaarrekening deponeren bij Kamer van Koophandel, tegenwoordig digitaal
Hoofdstuk 1
Jaarrapport bestaat uit:
- Jaarrekening (Begrijpelijk, relevant, betrouwbaar en vergelijkbaar)
o Balans
o Resultatenrekening
o Toelichting op beide
o **RJ: vanaf middelgroot kasstroomoverzicht
o **IASB: comprehensive income statement + mutatie EV
- Bestuur verslag
- Overige gegevens
NV, BV, Coöperatie, verenging en stichting:
- EU-genoteerde ondernemingen moeten volgens IASB rapporteren van geconsolideerde
jaarrekening (incl. dochters). De enkelvoudige jaarrekening mag volgens GAAP (Wet + RJ)
Creative accounting: het gaat om betrouwbare informatie, zodat gefundeerde
investeringsbeslissingen door externen kunnen worden genomen. Dit wordt gecontroleerd door
(NBA, AFM en de tuchtraad)
- Winstegalisatie
- Taking-a-bath (Vormen van extra voorzieningen of afschrijvingen)
Hoofdstuk 2
Economisch waarde begrip: bedrijfswaarde is de contante waarden van de toekomstige netto-
ontvangsten (levert een aanvangswinst op). Netto-kasstroom uit de geproduceerde goederen of
diensten:
- Relevant, maar niet betrouwbaar.
VB:
-Productie middel aanschaf: 100.000 euro
-Netto-kasstroom: 30.000 euro
-Verkoop productie middel: 20.000 euro
-Interestvoet: 10%
30.000 + 30.000 + 50.000 = 89.632 euro (1/1)
1.1^1 1.1^2 1.1^3
30.000 + 30.000 + 50.000 = 98.595 euro (31/12)
1.1^1 1.1^2
Aanvangswinst: 100.000 – 89.632 = verlies van 10.368
Balans jaar 1
1/1 31/12 1/1 31/12
Kas - 30.000 EV 89.632 89.632
Auto 89.632 68.595 Winst - 8963
89.632 98.595 89.632 98.595
1/1 31/12 1/1 31/12
Kas 21.037 51.037 EV 89.632 89.632
Auto 68.595 45.455 Winst 6860
, 89.632 96.492 89.632 96.492
1/1 31/12 1/1 31/12
Kas 44.177 94.177 EV 89.632 89.632
Auto 45.455 - Winst 4545
89.632 94.177 89.632 94.177
Boekhoudkundig waarde begrip: gaat uit van de inkoopprijs, per individuele activa.
- Betrouwbaar, maar niet relevant.
Waarde kloof tussen boekhouding en economisch waarde begrip wordt gedicht door:
- Bedrijfsmiddelen worden vaker geactiveerd (huurcontracten op balans) > meer economisch
waarde begrip
- Activa wordt soms tegen actuele waarde gewaardeerd > meer economisch waarde begrip
- Voorzieningen krijgen strengere eisen > voorzieningen worden gevormd indien er sprake is
van op balansdatum bestaande verplichting!
Hoofdstuk 3
Accounting principles:
- Toerrekening beginsel: niet kijkend naar uitgaven en ontvangsten. Moment van betalen is
niet relevant. Toerekenen op basis waar de kosten zijn gemaakt. Transactiestelsel in plaats
van kasstelsel.
- Continuïteit beginsel: er moet vanuit gegaan worden in de jaarrekening dat het bedrijf is
gebaseerd op continuïteit. Niet dat het volgend jaar failliet is. Indien het volgend jaar wellicht
failliet gaat > directe opbrengstwaarde tonen.
- Realisatiebeginsel: pas op het moment dat de onderneming de verkoopprestatie voltooid
heeft, dienst de opbrengst opgenomen te worden. Het risico dient te zijn overgedragen. Het
moet zijn verkocht en geleverd. Indien er nog geretourneerd kan worden of nog
geïnstalleerd moet worden, is het risico nog niet overgedragen.
o Behalve: OHW, effecten en valutaresultaten
- Voorzichtigheid beginsel: Indien ‘more likely than not’ > verlies nemen wanneer
geconstateerd wordt en voordelen pas opnemen indien deze gerealiseerd zijn.
- Matchingbeginsel: product matching (Grondstoffen/lonen) – period matching (Vaak
afschrijvingskosten)
- Bestendigheid beginsel: zelfde grondslagen gebruiken. Anders niet vergelijkbaar voor
belanghebbenden. Stelselwijzigingen > cumulatief effect naar winstreserves. Stelselwijziging
benaderen alsof deze vanaf begin van het jaar is ingegaan.
Hoofdstuk 4/5
Micro en klein: niet controleplichtig, alleen fiscale grondslagen.
Middelgroot en groot: kasstroomoverzicht volgens Titel 9 BW 2.
! je moet 2 jaar achtereenvolgens hetzelfde regime zijn om je zo te benomen (micro, klein,
middelgroot, groot)
- Jaarrekening deponeren bij Kamer van Koophandel, tegenwoordig digitaal
