100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

BBO1 Politicologie samenvatting 2425

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
43
Geüpload op
25-05-2025
Geschreven in
2024/2025

Uitgebreide en toegankelijke samenvatting van het vak Politicologie voor BBO1 (2025). Alle zeven hoorcolleges én de relevante hoofdstukken uit het boek zijn helder uitgewerkt. Van machtsverdeling en kiesstelsels tot politieke identiteit en regimeverandering – alles komt aan bod. Ideaal voor tentamenvoorbereiding of als overzicht tijdens het blok. Geschreven in duidelijke taal, met kernbegrippen, theorieën en voorbeelden overzichtelijk gepresenteerd.

Meer zien Lees minder











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
25 mei 2025
Aantal pagina's
43
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

1


Politicologie
Week 1: Vergelijkende politicologie + Nederlandse
politiek

Drie dimensies van macht (Steven Lukes, 1974)
Steven Lukes (1974) introduceerde een invloedrijke driedeling van het
begrip macht, die nog steeds centraal staat in de politicologie. Hij stelt dat
macht zich in drie vormen kan manifesteren: zichtbare macht, agenda-
macht en ideologische macht.
 Zichtbare macht verwijst naar de klassieke definitie: het vermogen
om anderen iets te laten doen wat ze anders niet zouden doen. Een
voorbeeld hiervan is wanneer een regering, ondanks
maatschappelijke tegenstand, besluit een nieuwe belastingwet in te
voeren.
 Agenda-macht gaat een stap verder. Hierbij draait het niet om het
nemen van beslissingen, maar juist om het vermogen om bepaalde
kwesties buiten de politieke agenda te houden. Zo kunnen
werkgevers bijvoorbeeld verhinderen dat een debat over
loonsverhoging überhaupt plaatsvindt, door te benadrukken dat dit
banen zou kosten.
 De meest diepgewortelde en moeilijkst waarneembare vorm van
macht is ideologische macht: hierbij worden mensen zodanig
beïnvloed dat ze bepaalde verlangens of eisen niet eens
ontwikkelen, ook al zouden die in hun eigen belang zijn. Denk
bijvoorbeeld aan arbeiders die geen hoger minimumloon eisen
omdat ze ervan overtuigd zijn geraakt dat dit slecht zou zijn voor de
economie.

Wat is vergelijkende politicologie?
Vergelijkende politicologie richt zich op het analyseren en vergelijken van
politieke systemen binnen nationale grenzen, niet tussen staten (dat is het
terrein van internationale betrekkingen). Door landen of regio’s met elkaar
te vergelijken, proberen politicologen patronen en structuren te ontdekken
die verklaren hoe macht werkt, hoe politieke instellingen functioneren en
waarom bepaalde uitkomsten optreden. Vergelijking helpt enerzijds om
inzicht te krijgen in andere landen, maar draagt ook bij aan een dieper
begrip van het eigen politieke systeem. Daarnaast maakt vergelijking het
mogelijk om theorieën te ontwikkelen die verder gaan dan individuele
gevallen en zo meer algemene verklaringen te bieden voor politiek
gedrag.

Drie centrale vragen in de politicologie
In de politicologie worden drie kernvragen gesteld.
1. Wat verklaart politiek gedrag? Hiervoor bestaan drie dominante
benaderingen.
o Belangen: politieke actoren handelen volgens hun eigen
voorkeuren en maken strategische keuzes om hun nut te

, 2

maximaliseren. Deze rationelekeuzetheorie legt de nadruk
op onderhandelingen en eigenbelang. Kritiek is dat voorkeuren
niet vaststaan maar gevormd worden binnen sociale
contexten. Psychologische theorieën vullen dit aan door
aandacht te geven aan emoties en cognitieve biases, vooral bij
individueel gedrag.

o Overtuigingen: politieke cultuur en ideologieën vormen het
wereldbeeld van burgers en beïnvloeden hun keuzes.
Politieke cultuur bestaat uit normen en symbolen die gedrag
sturen, waarbij modernisten uitgaan van stabiele waarden en
postmodernisten cultuur als veranderlijk zien.
o Structuren: instituties, sociale klassen, gender en etniciteit
bepalen in sterke mate hoe mensen zich politiek gedragen.

2. Wie heeft de macht? Twee tegengestelde theorieën zijn hierbij
belangrijk.
o Het pluralisme gaat ervan uit elke samenleving bestaat uit
verschillende groepen en macht is verdeeld over deze
groepen, geen enkele groep heeft complete of permanente
macht.
o Daartegenover staan de elite theorieën, zoals het marxisme,
die stellen dat een kleine groep (vaak economisch of sociaal
bevoorrecht) structureel meer macht heeft dan anderen. Deze
elites kunnen op een verborgen manier hun belangen
doorzetten, zelfs zonder dat dit zichtbaar is in directe
machtsuitoefening.

3. Waar en waarom vinden bepaalde politieke gedragingen plaats?
Hierbij wordt bijvoorbeeld onderzocht waarom in sommige landen
veel vertrouwen bestaat in verkiezingen of waarom bepaalde
democratische instellingen beter functioneren dan in andere
contexten.
o Het gaat dus niet alleen om de structuur van het systeem,
maar ook om de manier waarop burgers, politici en instituties
met elkaar omgaan binnen dat systeem.

De moderne staat, karakteristieken
Het begrip ‘staat’ is fundamenteel binnen de politicologie. Een moderne
staat wordt gekenmerkt door een aantal kenmerken: een duidelijk
territorium, soevereiniteit (zowel intern als extern) en legitimiteit.
 Interne soevereiniteit betekent dat de overheid het gezag heeft
binnen de landsgrenzen, terwijl externe soevereiniteit verwijst
naar de erkenning van de staat door andere landen.
 Max Weber onderscheidde drie vormen van legitimiteit (erkenning
van gezag):
o Traditioneel  gebaseerd op gewoonte en erfopvolging.
o Charismatisch  gebaseerd op de persoonlijkheid en
aantrekkingskracht van een leider.

, 3

o Rationeel-legaal  gebaseerd op formele regels, procedures
en instellingen, zoals verkiezingen.
 Ook een functionerende bureaucratie is een kenmerk van een
moderne staat: een neutrale ambtenarij die het beleid efficiënt
uitvoert.

 Geen enkele staat voldoet volledig aan alle kenmerken. Hoe sterker
deze kenmerken aanwezig zijn, hoe krachtiger de staat; hoe minder
ze voorkomen, hoe zwakker zij is.


Toch bestaan er ook zogenaamde quasi-staten: landen die internationaal
worden erkend, maar intern geen gezag of legitimiteit kunnen afdwingen.
Somalië en Libië tijdens hun burgeroorlogen zijn hier voorbeelden van.
Deze staten bestaan op papier, maar functioneren in de praktijk
nauwelijks.

Burgers
Naarmate de moderne staat zich ontwikkelde, werd burgerschap steeds
meer verbonden met een reeks rechten. De filosoof T.H. Marshall (1963)
deelde deze rechten op in drie categorieën: burgerrechten (zoals vrijheid
van meningsuiting en gelijke behandeling), politieke rechten (zoals
stemrecht en politieke participatie) en sociale rechten (zoals onderwijs
en gezondheidszorg). Volgens Marshall is volledig burgerschap pas
mogelijk als er voldoende sociale gelijkheid is om burgerlijke en politieke
rechten zinvol te maken.

Politieke regimes
Verschillende politieke regimes bepalen hoe macht wordt verkregen en
gebruikt.
 Liberale Democratie: Gebaseerd op het sociaal contract. Burgers
hebben vrijheden en rechten zoals stemrecht en meningsvrijheid.
Verkiezingen zijn vrij en eerlijk en er is een scheiding der machten.
De macht ligt bij het parlement. (Voorbeeld: Nederland)
 Communisme: Gebaseerd op het marxisme. De arbeidersklasse
(proletariaat) moet uiteindelijk heersen. In de praktijk regeert een
voorhoedepartij via een éénpartijstaat. Privébezit en
klassenverschillen worden afgeschaft. (Voorbeeld: voormalige
Sovjet-Unie)
 Fascisme: Extreem nationalistisch en autoritair. De staat staat boven
het individu en onderdrukt oppositie. Er is één leider met absolute
macht. Burgers hebben alleen waarde als ze de staat dienen.
(Voorbeeld: Italië onder Mussolini)
 Moderniserend Autoritarisme: Ontstaan na dekolonisatie.
Economische ontwikkeling is belangrijker dan democratie.
Technocratische elites regeren zonder politieke liberalisering.
(Voorbeeld: China)
 Personalistisch Regime: Macht is geconcentreerd rond één leider.
Zwakke of afwezige instituties, beleid is vaak willekeurig.

, 4

Leiderschap draait om persoonlijke loyaliteit. (Voorbeeld: Noord-
Korea, onder Kim Jong-un)
 Electorale Autocratie: Verkiezingen worden gehouden, maar zijn niet
vrij of eerlijk. Beperkte oppositie is toegestaan, maar echte macht
blijft bij de regerende partij. (Voorbeeld: Rusland)
 Theocratie: De staat is gebaseerd op religie. Goddelijke wetten
(zoals de sharia) vormen de basis van bestuur. Geestelijke leiders
hebben de hoogste macht. (Voorbeeld: Iran)

Nederlandse politiek
De Nederlandse politiek is een interessant voorbeeld van een liberale
democratie met specifieke kenmerken. Historisch gezien was Nederland
sterk verzuild: de samenleving was verdeeld in ideologische blokken
( katholiek, protestants, socialistisch en liberaal), elk met eigen
organisaties, scholen en media. Dit systeem garandeerde
maatschappelijke stabiliteit, maar beperkte ook het politieke debat tot
binnen de eigen zuil. Sinds de jaren zestig is deze verzuiling afgebroken
onder invloed van individualisering, ontkerkelijking en mondialisering. Toch
stemmen mensen nog vaak op ‘eigen’ partijen, wat duidt op een
onvolledige depilarisering.

Sommige politicologen, zoals Maussen (2012), stellen dat nieuwe zuilen
zoals een islamitische zuil nauwelijks zijn ontstaan. Er zijn geen brede
netwerken van islamitische organisaties die het hele maatschappelijke
leven beslaan. Pogingen zoals DENK of BIJ1 zijn wel indicaties van
fragmentatie, maar vormen nog geen stabiele, allesomvattende zuilen.

Minderhedenpolitiek
De Nederlandse democratie is te typeren als een systeem van
minderhedenpolitiek. Geen enkele partij behaalt een absolute
meerderheid, wat structurele samenwerking vereist. Dit leidt tot het
fenomeen van consociationalisme: een bestuursstijl waarbij elites
ondanks ideologische verschillen samenwerken om stabiliteit te
waarborgen.

Volgens Otjes en Louwerse (2023) kenmerkt de Nederlandse politiek zich
door een aantal informele regels.
 Politiek is vaak business-like, waarbij pragmatisme en
resultaatgerichtheid belangrijker zijn dan ideologische zuiverheid.
 Tolerantie wordt niet via confrontatie, maar via uitstel en overleg
nagestreefd.
 Depolitisering is gebruikelijk: experts en maatschappelijke
organisaties worden betrokken bij beleidsvorming, om conflicten te
vermijden.
 Proportionaliteit in de verdeling van macht en middelen is een
impliciete norm.
 Besluitvorming vindt vaak plaats via topoverleg tussen partijleiders,
ook oppositiepartijen worden hierbij betrokken.
€6,29
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
maritxdr

Ook beschikbaar in voordeelbundel

Thumbnail
Voordeelbundel
BBO1 Recht & Politicologie Blok 4 samenvattingen 2425
-
2 2025
€ 12,58 Meer info

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
maritxdr Universiteit Leiden
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
1
Lid sinds
6 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
2
Laatst verkocht
6 maanden geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen