H. 10 Ziekten en afwijkingen die de zwangerschap compliceren
H. 10.4 Infectieziekten
10.4.1 Syfilis (lues) (soa)
Prevalentie: Wereldwijd 6 miljoen nieuwe infecties per jaar, vooral lage-inkomenslanden
In Nederland 60-95 aangiftes per jaar, waarvan 0-4 congenitaal
Wordt veroorzaakt door Treponema palidum (=bacterie)
Zwangeren + HIV-geïnfecteerden hebben groter risico op syfilis + grotere kans op neurosyfilis >> Elke
zwangere wordt getest op Syfilis
Borstvoeding is mogelijk mits er geen huidlaesies op de borst zijn
Na behandeling kan herinfectie optreden
Zwangerschap
- Bacterie passeert de placenta en kan een infectie veroorzaken
- Kan vroeg in de zwangerschap leiden tot miskraam, vroeggeboorte of IUVD
- Later in de zwangerschap of bij een volgende zwangerschap kan congenitale syfilis ontstaan
- Symptomen bij het kind: Maculopapuleus exantheem, skeletmisvormingen, hepato-en
splenomegalie, lymfeklierzwellingen en rinitis, tandafwijkingen en zadelneus.
- Infectie begin van de zwangerschap 40% kans op transmissie
- Infectie in het 3e trimester: bijna 100% kans op transmissie
Diagnostiek
- TPHA (treponema-pallidum- hemagglutinatiereactie)
- Screening
- 3-12 weken na besmetting positief
- Titer <1:80 is negatief
- Als alleen de TPHA- test positief is kan dit wijzen op een oude/ doorgemaakte infectie
- FTA-ABS (Fluorescent treponemal antibody absorption test)
- Bevestiging na een positieve TPHA
- Vanaf 2-3 weken na besmetting positief
- Positieve uitslag duidt op een positieve of doorgemaakte syfilis
- VDRL-test (Venereal Diseases Research Laboratory) & RPR-titer
- 4-5 weken na besmetting positief
- Uitslag is een maat voor de activiteit van een infectie
- Sterkt positieve VDRL in combinatie met positieve TPHA & FTA-ABS wijst op een recent
actieve syfilisinfectie
Behandeling
- 2,4 ME benzathinebenzylpenicilline i.m. op dag 1, 8 en 15
- Ceftriaxon eenmaal daags 1.000 mg gedurende 10 dagen bij een penicilline allergie
- Geen meldingsplicht
- Indien moeder in de zwangerschap is behandeld is lichamelijk- en serologisch onderzoek bij de
neonaat nodig (IgM-Treponema-Pallidum immunoblot & 19S-IgM FTA-absorptietest)
,10.4.2 Gonorroe (soa)
Prevalentie: wereldwijd 87 miljoen, in Nederland 5400 bij SOA-centra & 6.000-7.000 bij
huisartsen
Wordt veroorzaakt door Neisseria gonorrhoeae (= diplokok/ bacterie)
Geen screening op gonorroe
Geen vaccinatie tegen gonorroe en er kan herinfectie optreden
Symptomen
- Infectie verloopt in 30-60% van de gevallen asymptomatisch
- Toegenomen hoeveelheid vaginale afscheiding
- Buiten de zwangerschap: tussentijds bloedverlies, pijn en branderigheid bij het plassen,
opstijgende infectie van de genitalia interna
- In de kraamperiode kunnen endometritis en salpingitis ontstaan
Zwangerschap/ neonaat
- Kind kan tijdens de geboorte worden besmet
- Neonaat loopt risico op blenorroe/ conjuctivitis en kan leiden tot keratitis
Diagnostiek
Microbiologisch onderzoek middels nucleïnezuur-amplificatietest (NAAT) vanuit cervix, urethra of
oogvocht met kweek en resistentiebepaling.
Behandeling
- Tijdens de zwangerschap eenmalig ceftriaxon 500mg
10.4.3 Chlamydia-infectie (soa)
Prevalentie: Wereldwijd jaarlijks 131 miljoen infecties. In Nederland 18.585 bij SOA-centra
en 35000 bij huisartsenpraktijken
Veroorzaakt door chlamydia trachomatis (= bacterie)
Geen algemene screening
Herinfectie is mogelijk
Symptomen
- Meerderheid van de infecties verloopt asymptomatisch
- Cervicitis met mucopurulente afscheiding & recidiverend vaginaal bloedverlies
Zwangerschap
- Onbehandeld is er kans op (dreigende) vroeggeboorte, PPROM & laag geboortegewicht
- Opstijgende infectie van de genitalia interna is niet mogelijk in de zwangerschap, maar wel in de
kraamperiode
- Salpingitis & perihepatitis wat leidt tot fitz-hugh-curtissyndroom
- Kind kan tijdens de baring besmet raken >> conjuctivitis en pneumonie
- Borstvoeding kan gegeven worden
Behandeling
- Profylactische behandeling van pasgeborenen met een moeder met onbehandelde infectie is niet
geïndiceerd. >> Afwachten met goede follow-up
- Systemische behandeling met antibiotica
- Neonatale conjuctivitis en pneumonie:
- Orale macroliden; Azitromycine 20 mg/kg/per dag gedurende 3 dagen
- Medicatie
, - Azitromycine 1000mg eenmalig per os (1e keus)
- 7-daagse kuur van 2dd doxycycline 100mg (2 e keus) >> test of cure nodig na 3-6 wkn
- 7-daagse kuur amoxicilline 500mg tijdens de zwangerschap
Diagnostiek
- Door middel van de NAAT
10.4.4 Herpes simplex (soa)
Prevalentie: 417 miljoen HSV-2 wereldwijd. In Nederland 428 in SOA-klinieken en
>20.000 in huisartsenpraktijken
Bij neonaten 4,7.1000.000
Dubbelstrengs DNA-virus
Herpes simplex virus type 1 (HSV-1); herpes labialis
Herpes simplex virus type 1 (HSV-2); herpes genitalis
Infectie
- Primo-infectie met HSV-2:
- Hevige pijn
- Dysurie
- Blaasjes gevuld met helder vocht
- Kan ook asymptomatisch verlopen
- Recidieven treden vaak op met tussenpozen, waarbij op één of enkele plaatsen kleine pijnlijke,
jeukende blaasjes ontstaan
Zwangerschap
- Van moeder op kind kan verticale transmissie prenataal plaatsvinden (5%)
- Primo- infectie van 34 weken heeft een groter risico dan een recidiefinfectie
- IgG-antistoffen & specifieke geheugen- T-cellen worden overgedragen van moeder op kind
- Durante partu is de transmissiekans van een primo-infectie 75-95%
- Ziekteverschijnselen bij transmissie durante partu beginnen na ongeveer 5 dagen
- Postnataal kan neonatale besmetting optreden via contact met labiale herpeslaesie
- Gegeneraliseerde infectie is het ernstigst: organen zijn aangedaan, mortaliteit 70%
- Gelokaliseerde infectie van de huid heeft betere prognose
- Primo-infectie in de laatste 6 weken: sectio caesarea aanbevolen
- Recidiverende herpes: vaginale partus kan worden afgewacht, vliezen zo lang mogelijk laten
staan
Diagnostiek
- NAAT
- Serologisch onderzoek naar IgM-antilichamen
- 24-48u na de geboorte NAAT of kweek bij de neonaat als moeder actieve herpeslaesies heeft
Behandeling
- Oraal aciclovir 400mg, 3dd gedurende 5 dagen
- Aciclovir i.v bij neonaat
Koortslip
- Als moeder in de kraamperiode voor het eerst een koortslip heeft moet direct contact met de
actieve koortslip en de neonaat voorkomen worden
10.4.5 Hepatitis B (soa)
H. 10.4 Infectieziekten
10.4.1 Syfilis (lues) (soa)
Prevalentie: Wereldwijd 6 miljoen nieuwe infecties per jaar, vooral lage-inkomenslanden
In Nederland 60-95 aangiftes per jaar, waarvan 0-4 congenitaal
Wordt veroorzaakt door Treponema palidum (=bacterie)
Zwangeren + HIV-geïnfecteerden hebben groter risico op syfilis + grotere kans op neurosyfilis >> Elke
zwangere wordt getest op Syfilis
Borstvoeding is mogelijk mits er geen huidlaesies op de borst zijn
Na behandeling kan herinfectie optreden
Zwangerschap
- Bacterie passeert de placenta en kan een infectie veroorzaken
- Kan vroeg in de zwangerschap leiden tot miskraam, vroeggeboorte of IUVD
- Later in de zwangerschap of bij een volgende zwangerschap kan congenitale syfilis ontstaan
- Symptomen bij het kind: Maculopapuleus exantheem, skeletmisvormingen, hepato-en
splenomegalie, lymfeklierzwellingen en rinitis, tandafwijkingen en zadelneus.
- Infectie begin van de zwangerschap 40% kans op transmissie
- Infectie in het 3e trimester: bijna 100% kans op transmissie
Diagnostiek
- TPHA (treponema-pallidum- hemagglutinatiereactie)
- Screening
- 3-12 weken na besmetting positief
- Titer <1:80 is negatief
- Als alleen de TPHA- test positief is kan dit wijzen op een oude/ doorgemaakte infectie
- FTA-ABS (Fluorescent treponemal antibody absorption test)
- Bevestiging na een positieve TPHA
- Vanaf 2-3 weken na besmetting positief
- Positieve uitslag duidt op een positieve of doorgemaakte syfilis
- VDRL-test (Venereal Diseases Research Laboratory) & RPR-titer
- 4-5 weken na besmetting positief
- Uitslag is een maat voor de activiteit van een infectie
- Sterkt positieve VDRL in combinatie met positieve TPHA & FTA-ABS wijst op een recent
actieve syfilisinfectie
Behandeling
- 2,4 ME benzathinebenzylpenicilline i.m. op dag 1, 8 en 15
- Ceftriaxon eenmaal daags 1.000 mg gedurende 10 dagen bij een penicilline allergie
- Geen meldingsplicht
- Indien moeder in de zwangerschap is behandeld is lichamelijk- en serologisch onderzoek bij de
neonaat nodig (IgM-Treponema-Pallidum immunoblot & 19S-IgM FTA-absorptietest)
,10.4.2 Gonorroe (soa)
Prevalentie: wereldwijd 87 miljoen, in Nederland 5400 bij SOA-centra & 6.000-7.000 bij
huisartsen
Wordt veroorzaakt door Neisseria gonorrhoeae (= diplokok/ bacterie)
Geen screening op gonorroe
Geen vaccinatie tegen gonorroe en er kan herinfectie optreden
Symptomen
- Infectie verloopt in 30-60% van de gevallen asymptomatisch
- Toegenomen hoeveelheid vaginale afscheiding
- Buiten de zwangerschap: tussentijds bloedverlies, pijn en branderigheid bij het plassen,
opstijgende infectie van de genitalia interna
- In de kraamperiode kunnen endometritis en salpingitis ontstaan
Zwangerschap/ neonaat
- Kind kan tijdens de geboorte worden besmet
- Neonaat loopt risico op blenorroe/ conjuctivitis en kan leiden tot keratitis
Diagnostiek
Microbiologisch onderzoek middels nucleïnezuur-amplificatietest (NAAT) vanuit cervix, urethra of
oogvocht met kweek en resistentiebepaling.
Behandeling
- Tijdens de zwangerschap eenmalig ceftriaxon 500mg
10.4.3 Chlamydia-infectie (soa)
Prevalentie: Wereldwijd jaarlijks 131 miljoen infecties. In Nederland 18.585 bij SOA-centra
en 35000 bij huisartsenpraktijken
Veroorzaakt door chlamydia trachomatis (= bacterie)
Geen algemene screening
Herinfectie is mogelijk
Symptomen
- Meerderheid van de infecties verloopt asymptomatisch
- Cervicitis met mucopurulente afscheiding & recidiverend vaginaal bloedverlies
Zwangerschap
- Onbehandeld is er kans op (dreigende) vroeggeboorte, PPROM & laag geboortegewicht
- Opstijgende infectie van de genitalia interna is niet mogelijk in de zwangerschap, maar wel in de
kraamperiode
- Salpingitis & perihepatitis wat leidt tot fitz-hugh-curtissyndroom
- Kind kan tijdens de baring besmet raken >> conjuctivitis en pneumonie
- Borstvoeding kan gegeven worden
Behandeling
- Profylactische behandeling van pasgeborenen met een moeder met onbehandelde infectie is niet
geïndiceerd. >> Afwachten met goede follow-up
- Systemische behandeling met antibiotica
- Neonatale conjuctivitis en pneumonie:
- Orale macroliden; Azitromycine 20 mg/kg/per dag gedurende 3 dagen
- Medicatie
, - Azitromycine 1000mg eenmalig per os (1e keus)
- 7-daagse kuur van 2dd doxycycline 100mg (2 e keus) >> test of cure nodig na 3-6 wkn
- 7-daagse kuur amoxicilline 500mg tijdens de zwangerschap
Diagnostiek
- Door middel van de NAAT
10.4.4 Herpes simplex (soa)
Prevalentie: 417 miljoen HSV-2 wereldwijd. In Nederland 428 in SOA-klinieken en
>20.000 in huisartsenpraktijken
Bij neonaten 4,7.1000.000
Dubbelstrengs DNA-virus
Herpes simplex virus type 1 (HSV-1); herpes labialis
Herpes simplex virus type 1 (HSV-2); herpes genitalis
Infectie
- Primo-infectie met HSV-2:
- Hevige pijn
- Dysurie
- Blaasjes gevuld met helder vocht
- Kan ook asymptomatisch verlopen
- Recidieven treden vaak op met tussenpozen, waarbij op één of enkele plaatsen kleine pijnlijke,
jeukende blaasjes ontstaan
Zwangerschap
- Van moeder op kind kan verticale transmissie prenataal plaatsvinden (5%)
- Primo- infectie van 34 weken heeft een groter risico dan een recidiefinfectie
- IgG-antistoffen & specifieke geheugen- T-cellen worden overgedragen van moeder op kind
- Durante partu is de transmissiekans van een primo-infectie 75-95%
- Ziekteverschijnselen bij transmissie durante partu beginnen na ongeveer 5 dagen
- Postnataal kan neonatale besmetting optreden via contact met labiale herpeslaesie
- Gegeneraliseerde infectie is het ernstigst: organen zijn aangedaan, mortaliteit 70%
- Gelokaliseerde infectie van de huid heeft betere prognose
- Primo-infectie in de laatste 6 weken: sectio caesarea aanbevolen
- Recidiverende herpes: vaginale partus kan worden afgewacht, vliezen zo lang mogelijk laten
staan
Diagnostiek
- NAAT
- Serologisch onderzoek naar IgM-antilichamen
- 24-48u na de geboorte NAAT of kweek bij de neonaat als moeder actieve herpeslaesies heeft
Behandeling
- Oraal aciclovir 400mg, 3dd gedurende 5 dagen
- Aciclovir i.v bij neonaat
Koortslip
- Als moeder in de kraamperiode voor het eerst een koortslip heeft moet direct contact met de
actieve koortslip en de neonaat voorkomen worden
10.4.5 Hepatitis B (soa)