- Hart en prikkelgeleiding
- Hartcyclus en cardiac output
- Vaatstelsel, arteriële en veneuze druk
- Microcirculatie en vasculaire weerstand
- Circulatie van specifieke organen
- Intrinsieke regulatie: preload, afterload en contractiliteit
- Regulatie van de hartactie: hormonaal en neurologisch
- Regulatie van de bloeddruk op kort en lange termijn
- Oefenvragen circulatie
Pathologie
- Decompensatio cordis/hartfalen
- Hartklepgebreken en aangeboren hartafwijkingen
- Stollingsstoornissen
- Shock
Biochemie
- Vloeistoffen
- Elektrolyten en waterhuishouding
- Enzymdiagnostiek
- Hematologie
- Stolling
AZT
- Invasieve monitoring
- ECG
Anesthesiologie
- Patiënt met hypertensie
- Cardiaal belast patiënt
- Patiënt in shock/ Circulatie, stolling en transfusie
Klinisch redeneren
- E-learning BLS/ALS
Farmacologie
- Antihypertensiva
- Inotropica (hartmedicatie)
- Diuretica
- Sympatica en parasympatica
- (anti)stolling
- Anti-aritmica
,Module C – Sita Doesburg
Hart en prikkelgeleiding
Hart
- Positie:
o Achter het borstbeen
o 2de tot 5de intercostaal ruimte
o Steunt op het middenrif
- Lagen: (binnen naar buiten)
o Endocard
▪ Dun laag endotheel
▪ Zelfde als binnenkant bloedvaten
▪ Bloedvaten die van belang zijn voor voeding endotheel
o Myocard
▪ Spierlaag van hartspiercellen
▪ Dikste laag die arbeid verricht
o Epicard/viseraal pericard
▪ Bevat pericard ruimte gevuld met vocht
o Pericard
▪ Hartzakje, kan niet uitrekken (dus ook niet te veel gevuld worden)
▪ Twee lagen die samen zitten (als een ballon)
2
,Module C – Sita Doesburg
Hart
- Vaten:
o Hartbasis: bovenkant van het hart met
grote vaten
o Apex: puntje van het hart
o Truncus pulmonalis: eerste stuk van de
longslagader die zich splitst in de linker en
rechter a. pulmonalis
o V. pulmonalis: 4 stuks, eindigen in linker
atrium
- Kleppen:
o AV (atrico ventriculaar)
▪ Mitraal klep – bicuspidalus klep
• 2 slips klep
• Linker kant
▪ Tricuspidalisklep
• 3 slips klep
• Rechter kant
▪ Slips:
• Kunnen goed bloed doorlaten maar houden slecht tegen,
slappe klep
• Chorda tendine: pezen die het terugslaan van de AV kleppen
tegenhoud
o Ader kleppen/ Semi lunaire kleppen (halve maan vormig)
▪ Halve maan:
• Bloed kan goed doorstromen, terugstromen gaat niet, de
maantjes zullen dichtvallen
• Bloed moet terugstromen voordat ze dichtgaan
o Annulus fibroses: stevige collageen laag die atria en ventrikels verdeeld,
elektrische geleiding kan hier niet doorheen.
▪ Sterke wand waar de kleppen aan vast gehecht zijn
3
, Module C – Sita Doesburg
Kransslagaders: kransarterien/coronairen
- 2 ingangen aan begin van aorta
- Wanneer hart samentrekt en bloed uitstroomt zal een deel
van de kleppen de ingang van de kransarterie dicht gaan
- Systole: bloedvatjes dicht geknepen waardoor er weinig
bloed doorheen loopt
- Diastole: kransarterieen zullen gevuld worden
Elektrische eigenschappen: hart volledig onafhankelijk voor maken actiepotentiaal
- Sinusknoop
o Belangrijkste pace-maker
o Geleidingssnelheid lager dan verder in het hart
o Sinusknoop verbonden met n. vagus waardoor we in rust een lagere hartslag
kunnen creëren.
o Sinusknoop verbonden met n. accelerantus van het sympathische stelsel
waardoor we een hogere hartslag kunnen krijgen
- AV knoop
o Secundarie pace-maker
o Volgt signaal van primaire pace maker (sinusknoop)
- Annulus fibroses:
o De prikkel kan hier niet door gegeven worden, alleen naar de AV knoop
o Na samentrekken atria moet bloed naar de ventikels toe, de ventikels kunnen
niet gelijk samenknijpen ivm vulling, er is dus vertraging nodig
- Bundel van His
o Splitst zich op in rechter en linker bundel tak
o In septum is depolarisatie waarna het in de purkinje vezels komt
4