Fiscaal recht maakt deel uit van het publiek recht: regelt manier waarop overheid een (financiële) prestatie kan
vorderen van de rechtssubjecten (in geld maar ook in medewerking of andere natura)
Belastingrecht omvat:
rechtsgrond van belastingbevoegdheid: voorwaarden en beperkingen van de grenzen van belastingheffing
vind je in Belgische grondwet, Europese en supranationale rechtsbronnen die de bevoegdheid van
overheden beperken
toepassingsgebied van de belasting: de subject (Wie?), object(Wat en hoe?) en timing (Wanneer?) van de
belastingen
Dwangmaatregelen van de overheid: de overheid kan je verplichten om belastingen te betalen, of je nu wilt
of niet, dmv dwangsommen, boetes en deurwaarders
Fiscale geschillenbeslechting:
o Belastingontwijking: geoorloofde middelen inzetten om belastingen zo laag mogelijk te houden
o Belastingontduiking: niet-geoorloofde middelen inzetten om belastingen zo laag mogelijk te houden
=> schending van rechtsnorm dus kan strafrechtelijk gevolg hebben
Geschiedenis van belastingen: belastingen evolueren mee met handelsnormen en bestaansvormen
Heffingsbevoegdheid:
Je kan in principe op alles belast worden
Territorialiteitsbeginsel:
o Persoonlijk aanknopingspunt:
Domiciliebeginsel: je wordt belast waar je je domicilieert
je kan dus potentieel belast worden op verschillende stelsels
o Zakelijk aanknopingspunt:
Liggingsbeginsel: als je economische activiteit uitvoert in een land, moet je er ook
belastingen betalen
Bronstaatbeginsel: vooral voor internationale investeringen, je kan dus een ‘bronheffing’
heven op dividenden van een binnenlands bedrijf voor iemand die niet in jouw land woont
Dubbelbelastingsverdragen: verdragen tussen landen zodat je niet 2x belast wordt op hetzelfde
,Functie & definitie van belasting
‘Taxes are what we pay for a civilized society’=> primaire functie = financieren van de publieke uitgaven van
de overheid
4 onderdelen van de definitie
o Rechtsband: is het ontstaan van een juridische relatie, nl de belastingschuld
Materiële belastingschuld = berekening van de belasting
Formele belastingschuld = bestaan, eisbaarheid en invordering van de belasting
o Partijen: in essentie 2 partijen: de overheid en de belastingplichtige (maar eigenlijk komt de
werkgever ook tussen want die stort al deel van belastingen rechtstreeks)
Belastingplichtige = diegene in wiens hoofde het belastbaar feit zich voltrekt
Natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten, etc
Belastingschuldige = diegene die belastingschuld moet betalen
Belastingplichtige moet niet persé gelijk zijn als belastingschuldige
o Bv bij oprichtersaansprakelijkheid is de oprichter bij faillissement na 5j de
schuldige voor plicht v/d onderneming
Overheid: verkrijgt autonome belastingbevoegdheden van de Grondwetgever
De staat, gemeenschappen en gewesten, provincies en gemeenten
Belastingbevoegdheden worden beperkt door:
o De bevoegdheden van de EU
o De bevoegdheden van de federale wetgever voor de deelstaten, provincies
en gemeenten
Verschillende beleidsniveau’s:
o Federale belastingen: inkomsten, BTW, douane en accijnzen, diverse taksen
(bv effectenrekening of beursverrichting)
o Gewestelijke of regionale belastingen bv leegstandheffing
o Provinciale of gemeentebelastingen bv 2e woning taks
Toegewezen belastingbevoegdheid:
o Oneigenlijke regionale belasting: federale belastingen waarvoor de gewesten
bevoegd zijn om ze specifiek uit te werken bv erfbelastingen
o Opcentiemen: percentage bovenop onroerende voorheffing voor gemeente,
bv 786opcentiemen=€7.86 per €1 OVH
o Aanvullende belasting: federale overheid heft persoonsbelasting, gemeente
neemt daar nog een percentage bovenop dus bv voor iedere 100 euro PB,
betaal je nog 7 euro extra voor de gemeente
Types belastingen:
o Belasting op inkomen: PB, VENB, RPB, Belasting niet-INW
o Gelijkstelling met inkomstenbelasting: verkeersbelasting etc
o Belasting op omzet: BTW
o Douanerechten
o Accijnzen
o Openingsbelasting op drankslijterijen
o Registratierechten: registreren van akten bv verkoop OG
o Hypotheekrechten: vestiging van hypotheek op OG
o Griffierechten: bepaalde handelingen in hof en rechtbank
o Voorwerp van belastingen:
Een heffing of prestatie ten behoeve van de overheid
Belasting in principe een geldsom
Uitzondering: Legerdienst of bijzitter kiesbureau zijn OF betalingsmodaliteit bv
betalen successierecht in kunstwerk
, o Doel van de belastingen:
Primaire functie: voorzien in de openbare uitgaven van algemeen nut
Onderscheid met retributie: echt voor specifiek nut bv betalen voor parkeerplaats
Secundaire functies: regulerende functie van de belasting
Fiscale incentives geven om mensen te beïnvloeden
o Korting op kinderopvang zodat mensen werken
o Accijnzen op alcohol en sigaretten
Algemene principes van het Belgisch belastingrecht:
Overheid heeft meer macht binnen rechtsband dan burgers, dus door die ongelijke verhouding moeten er
principes zijn om de overheid in check te houden
Algemene rechtsbeginselen: ongeschreven regels die in maatschappij aanvaard worden, komen op hetzelfde
niveau als geschreven regels => erkend als vernietigingsgrond door Hof van Cassatie, sommige zelfs met
Grondwettelijke waarde bevestigd in Grondwet
Grondwet voorziet 3 belangrijke fiscale voorschriften: (Grondwettelijk Hof niet bevoegd om
eenjarigheidsbeginsel te toetsen)
o Fiscaal legaliteitsbeginsel: invoer van belasting of belastingvrijstelling moet zijn oorsprong vinden in
een wet: no taxation without representation
Art 170 & 172 in Belgische Grondwet => verbonden aan eigendomsrecht: beperkingen op
het ongestoord genot van eigendom moeten hun grondslag vinden in een wet (art 16)
Wetgevende macht moet essentiële bestandsdelen van belasting bepalen:
Subject: belastingplichtige
Object: belastbare materie
Belastbare grondslag
Tarief: bv progressieve tarieven
Modaliteiten v/e belasting bv vrijstelllingen, aftrekposten,…
Het bepalen van niet-essentiële bestanddelen kan gebeuren door de uitvoerende macht (De
Koning aka de ministers) & die zorgt er ook voor dat de wetten worden nageleefd
Uitzonderingen: delegatie van essentiële bestanddelen van een belastingswet door de
uitvoerende macht bij noodzaak (bv oorlog), uitdrukkelijke en ondubbelzinnige machtiging, &
wettelijke bekrachtingen (volmachtwetten)
Gevolgen:
Fiscale wet moet strikt geïnterpreteerd worden
o Als niet duidelijk, moet je kijken naar de bedoeling van de wetgever (ratio
legis)
Bij onduidelijkheid over toepassing van een belasting moet je in het
voordeel van de belastingplichtige interpreteren (in dubio contra
fiscum)
Bij onduidelijkheid over toepassing van een vrijstelling in het
voordeel van de fiscus (in dubio pro fisca)
o Fiscale administratie mag niet afwijken van de wetten
Fiscus mag niet afwijken van de wet (strenger of milder)
Fiscus kan geen overeenkomsten treffen die het recht zelf betreffen
(wel feitelijke vraagstukken)
Fiscale wet mag niet naar analogie geïnterpreteerd worden: Als het niet duidelijk in
de wet staat is analogische interpretatie verboden
, o Fiscaal eenjarigheidsbeginsel: vloeit voort uit fiscaal legaliteitsbeginsel
Belastingheffing vereist de jaarlijkse fiscale machtiging van de wetgevende macht aan de
uitvoerende macht
Uitvoerende macht kan dus niet onbeperkt gebruik maken van wet die ooit werd
ingevoerd
Dit is geen inhoudelijke beoordeling van de belasting, de machtiging aan de
uitvoerende macht gebeurt vaak adhv goedkeuring begroting
o Fiscaal gelijkheidsbeginsel: verbonden met fiscaal legaliteitsbeginsel (art 172 GW)
Vrijstellingen, verminderingen en fiscale voorrechten kunnen slechts door een wet
geïntroduceerd worden
Een belasting moet het gelijkheidsbeginsel respecteren
Iedere belastingplichtige is gelijk voor de wet (art 10 en 11 GW)
o Iedereen die aan dezelfde voorwaarde voldoet moet op een gelijke wijze
behandeld worden
o Onderscheid tussen rechtssubjecten is enkel mogelijk als:
Het onderscheid objectief is
Het onderscheid redelijk verantwoord is
Het onderscheid evenredig is in licht van nagestreefde doelstelling
Het niet-retroactiviteitsbeginsel vloeit voort uit het gelijkheidsbeginsel
o Een wet kan alleen naar de toekomst uitwerking kennen => toepassing van
rechtszekerheidsbeginsel (grondwettelijke waarde)
o Bij resultaatsbelasting kan het soms lijken alsof het wel retroactief is, maar je
belastbaar feit doet zich pas voor op het einde van het jaar, dus je moet die
belasting daar toch al voor het hele afgelopen jaar betalen