Samenvatting Crisis of trust:
3 elementen van vertrouwen:
1. truster de persoon die vertrouwd = het publiek
2. trustee de persoon of organisatie
3. verwacht gedrag
Belang van vertrouwen:
- Vertrouwen in instellingen en economie is essentieel
- Verwachting in de samenleving: instellingen moeten aan deze verwachtingen voldoen.
- Verbetert economische processen
- Weinig vertrouwen kan leiden tot afwijkingen maffiapraktijken
- Vertrouwen is ook nodig om een burgermaatschappij en een duurzame democratie op
te bouwen.
- Vertrouwen in instellingen = maatschappelijke verwachtingen
Belang van mediaomgeving =
- Media zijn het raam waardoor we de wereld om ons heen begrijpen
- Belangrijk voor vertrouwen in democratie
- Sterk verband tussen media en politiek vertrouwen
Belang van vertrouwen wat doen organisaties om vertrouwen te winnen strategische
communicatie.
Flew 2019
- Algemene vertrouwenscrises ligt ten grondslag aan maatschappelijke uitdagingen
(denk aan migratie, social anxiety etc)
Opkomst van het populisme:
1. populisme en de traditionele media populisme en mediatisering zijn sterk gerelateerd.
2. opkomst van het nepnieuws = politieke en economische voordelen, sociale media als
katalysator van nepnieuws.
3. het geplatformiseerde internet & de opkomst van sociaal nieuws =
- netwerk monopolie
- platformisering
- met sociaal nieuws meer alternatieve/ sceptische bronnen en partijdig nieuws
4. de crisis van institutioneel vertrouwen
- instellingen voldoen niet aan de maatschappelijke verwachtingen
- publieke opiniegegevens: daling van het institutioneel vertrouwen in westerse liberale
democratieën.
- minder vertrouwen in digitale platforms
- spiraal van wantrouwen
Conclusie flew: postglobaal populisme
- Vertrouwenscrisis onderliggend aan maatschappelijke uitdagingen
- Vertrouwenscrisis is een self-fulfilling prophecy
- Internet niet de macht aan het volk
- Wantrouwen hand in hand met verzet tegen globalisering
de opkomst van populistisch nationalisme en afkeer tegen instellingen
,Thorbjornstud en figenshou (2022)
- De alarmed citizens als indicatie van een vertrouwenscrisis
de media heeft een belangrijke rol in de democratie
Laag vertrouwen in de media is geassocieerd met:
- Laag politiek vertrouwen
- Opkomst populistische bewegingen
- Anti-immigratie houding
- Polarisatie
- Identificatie met rechtse partijen
- Socio-demo: jong, laag inkomen en opleiding
Resulteert in gebruik van alternatieven bronnen
Gealarmeerde burger =
- Weinig vertrouwen in instellingen en media, veel alertheid en angst
- Actief toezicht op instellingen
Alarmed citizens in de media =
- Media blind voor grote maatschappelijke bedreigingen (massa immigratie)
- Slechte prestaties en rolvastheid (vertrouwen niet om controle op te geven)
- Persoonlijk nieuwsrepetoire
- Ondersteunende netwerken
Wat betekent dit?
- Benadrukt dat vertrouwen niet vanzelfsprekend is, meer kritische en cynische burgers.
- Meer ruimte om gevestigde instituten onder de loep te nemen
- Expert instituten die vroeger vertrouwd waren staan nu voor meer uitdagingen om hun
maatschappelijke rol te vervullen.
Altay et al (2023)
- Herhaaldelijk gealarmeerd over misinformatie
- Veel angst voor misinformatie crëert context van wantrouwen
Misconcepties over misinformatie:
- Misinformatie is alleen een probleem op sociale media
- Het internet vals nieuws verspreid sneller dan echt nieuws
- Mensen geloven alles wat ze lezen op het internet
- Een groot aantal mensen zijn verkeerd geinformeerd
- Misinformatie heeft een grote invloed op mensen hun gedrag
Benadrukt de context voor angst van misinformatie voedt de vertrouwenscrisis
Hoorcollege 2:
Wat creëert de percepties van vertrouwen organisaties (binnen de samenleving)
Twee benaderingen van vertrouwen:
Benadering 1:
1) intenties en motieven van andere partij in sociale uitwisselingen.
, 2) vertrouwen als het vertrouwen van een individu over de goede bedoelingen van hoe de
andere partij zich zal gedragen zoals men hoopt.
Benadering 2:
1) gedrag en houding van de andere partij
2) vertrouwen als de optimistische verwachting van het gedrag van een ander individu
Wantrouwen 2 benaderingen
Benadering 1:
- Afwezigheid van vertrouwen
- Wantrouwen als tegenovergesteld van vertrouwen
- Vertrouwen en wantrouwen staan op een continuum en sluiten elkaar perfect uit
Benadering 2:
- Wantrouwen als een positieve verwachting van schadelijke actie vertrouwen als een
positieve verwachting van een deugdzame actie
- Wantrouwen = zelfverzekerde negatieve verwachtingen over andermans gedrag
Organisatorisch vertrouwen = het geloof in deugdzame intenties van een organisatie op
basis van het gedrag van de organisatie in het verleden.
Organisatorisch wantrouwen = geloof in slechte benaderingen van een organisatie op basis
van het gedrag van partij in het verleden.
Interne signalen:
- Vertrouwen openheid en transparantie
- Wantrouwen non-disclosure
Vertrouwen en wantrouwen ontwikkelen zich door de ervaringen van een relationele partij
met een ander in de transacties van complexe relaties.
Externe signalen:
- Vertrouwen positive history
- Wantrouwen negative history
Positieve verwachtingen met betrekking tot resultaten:
- Hoop
- Geloof
- Vertrouwen
- Zekerheid
Negatieve verwachtingen met betrekking tot resultaten:
- Angst
- Scepticisme
- Cynisme
- Waakzaamheid
Belangrijkste bronnen van oordelen over organisaties:
- Persoonlijke ervaringen met de organisatie = meestal direct via worth of mouth
reclame.
3 elementen van vertrouwen:
1. truster de persoon die vertrouwd = het publiek
2. trustee de persoon of organisatie
3. verwacht gedrag
Belang van vertrouwen:
- Vertrouwen in instellingen en economie is essentieel
- Verwachting in de samenleving: instellingen moeten aan deze verwachtingen voldoen.
- Verbetert economische processen
- Weinig vertrouwen kan leiden tot afwijkingen maffiapraktijken
- Vertrouwen is ook nodig om een burgermaatschappij en een duurzame democratie op
te bouwen.
- Vertrouwen in instellingen = maatschappelijke verwachtingen
Belang van mediaomgeving =
- Media zijn het raam waardoor we de wereld om ons heen begrijpen
- Belangrijk voor vertrouwen in democratie
- Sterk verband tussen media en politiek vertrouwen
Belang van vertrouwen wat doen organisaties om vertrouwen te winnen strategische
communicatie.
Flew 2019
- Algemene vertrouwenscrises ligt ten grondslag aan maatschappelijke uitdagingen
(denk aan migratie, social anxiety etc)
Opkomst van het populisme:
1. populisme en de traditionele media populisme en mediatisering zijn sterk gerelateerd.
2. opkomst van het nepnieuws = politieke en economische voordelen, sociale media als
katalysator van nepnieuws.
3. het geplatformiseerde internet & de opkomst van sociaal nieuws =
- netwerk monopolie
- platformisering
- met sociaal nieuws meer alternatieve/ sceptische bronnen en partijdig nieuws
4. de crisis van institutioneel vertrouwen
- instellingen voldoen niet aan de maatschappelijke verwachtingen
- publieke opiniegegevens: daling van het institutioneel vertrouwen in westerse liberale
democratieën.
- minder vertrouwen in digitale platforms
- spiraal van wantrouwen
Conclusie flew: postglobaal populisme
- Vertrouwenscrisis onderliggend aan maatschappelijke uitdagingen
- Vertrouwenscrisis is een self-fulfilling prophecy
- Internet niet de macht aan het volk
- Wantrouwen hand in hand met verzet tegen globalisering
de opkomst van populistisch nationalisme en afkeer tegen instellingen
,Thorbjornstud en figenshou (2022)
- De alarmed citizens als indicatie van een vertrouwenscrisis
de media heeft een belangrijke rol in de democratie
Laag vertrouwen in de media is geassocieerd met:
- Laag politiek vertrouwen
- Opkomst populistische bewegingen
- Anti-immigratie houding
- Polarisatie
- Identificatie met rechtse partijen
- Socio-demo: jong, laag inkomen en opleiding
Resulteert in gebruik van alternatieven bronnen
Gealarmeerde burger =
- Weinig vertrouwen in instellingen en media, veel alertheid en angst
- Actief toezicht op instellingen
Alarmed citizens in de media =
- Media blind voor grote maatschappelijke bedreigingen (massa immigratie)
- Slechte prestaties en rolvastheid (vertrouwen niet om controle op te geven)
- Persoonlijk nieuwsrepetoire
- Ondersteunende netwerken
Wat betekent dit?
- Benadrukt dat vertrouwen niet vanzelfsprekend is, meer kritische en cynische burgers.
- Meer ruimte om gevestigde instituten onder de loep te nemen
- Expert instituten die vroeger vertrouwd waren staan nu voor meer uitdagingen om hun
maatschappelijke rol te vervullen.
Altay et al (2023)
- Herhaaldelijk gealarmeerd over misinformatie
- Veel angst voor misinformatie crëert context van wantrouwen
Misconcepties over misinformatie:
- Misinformatie is alleen een probleem op sociale media
- Het internet vals nieuws verspreid sneller dan echt nieuws
- Mensen geloven alles wat ze lezen op het internet
- Een groot aantal mensen zijn verkeerd geinformeerd
- Misinformatie heeft een grote invloed op mensen hun gedrag
Benadrukt de context voor angst van misinformatie voedt de vertrouwenscrisis
Hoorcollege 2:
Wat creëert de percepties van vertrouwen organisaties (binnen de samenleving)
Twee benaderingen van vertrouwen:
Benadering 1:
1) intenties en motieven van andere partij in sociale uitwisselingen.
, 2) vertrouwen als het vertrouwen van een individu over de goede bedoelingen van hoe de
andere partij zich zal gedragen zoals men hoopt.
Benadering 2:
1) gedrag en houding van de andere partij
2) vertrouwen als de optimistische verwachting van het gedrag van een ander individu
Wantrouwen 2 benaderingen
Benadering 1:
- Afwezigheid van vertrouwen
- Wantrouwen als tegenovergesteld van vertrouwen
- Vertrouwen en wantrouwen staan op een continuum en sluiten elkaar perfect uit
Benadering 2:
- Wantrouwen als een positieve verwachting van schadelijke actie vertrouwen als een
positieve verwachting van een deugdzame actie
- Wantrouwen = zelfverzekerde negatieve verwachtingen over andermans gedrag
Organisatorisch vertrouwen = het geloof in deugdzame intenties van een organisatie op
basis van het gedrag van de organisatie in het verleden.
Organisatorisch wantrouwen = geloof in slechte benaderingen van een organisatie op basis
van het gedrag van partij in het verleden.
Interne signalen:
- Vertrouwen openheid en transparantie
- Wantrouwen non-disclosure
Vertrouwen en wantrouwen ontwikkelen zich door de ervaringen van een relationele partij
met een ander in de transacties van complexe relaties.
Externe signalen:
- Vertrouwen positive history
- Wantrouwen negative history
Positieve verwachtingen met betrekking tot resultaten:
- Hoop
- Geloof
- Vertrouwen
- Zekerheid
Negatieve verwachtingen met betrekking tot resultaten:
- Angst
- Scepticisme
- Cynisme
- Waakzaamheid
Belangrijkste bronnen van oordelen over organisaties:
- Persoonlijke ervaringen met de organisatie = meestal direct via worth of mouth
reclame.