H1: Inleiding: een beeld van een
kind
1. PEDAGOGIEK
Traditionele omschrijving pedagogiek wetenschappelijke studie van opvoeding, onderwijs en vorming.
1.1 Pedagogiek als maatschappelijke kwestie
Pedagogische wetenschappen verwijst naar:
o Meerdere sub disciplines (bv. Orthopedagogiek)
o Meerdere pedagogische kaders
o Meerdere onderzoekmethodes
1. Evidence Based Pedagogiek
Voortschrijvend
Hoe moet je handelen?
Gestimuleerd door 2 tendensen
1) Risico reducerend denken
risico’s verminderen en vermijden dus laag mogelijk houden
Meten hoe men bepaalde risico’s kunnen verminderen
2) Individualiserend denken
Individu uit de groep halen om ‘bij te werken’
Valkuilen: je legt schuld bij het individu, je houdt met hele veel dingen geen rekening
gaat om 1 persoon , we gaan nadenken en als we willen dat het goed loopt dan is er een norm ( mensen moeten
zich zo dragen ,..) als er dan 1 individu is die niet aan de norm voldoet gaan we ingrijpen
2. Fundamentele/ trage pedagogiek
In vraag stellen van normen
Fundamentele vraagstukken geen juist/ fout antwoord
Trage fundamentele vraagstukken
Beschrijvend
Normatief en ethisch: waarden en normen van de samenleving in vraag stellen (= onderliggende ideologische kwesties)
o HB valt onder deze stroming
1.2 Ontdekking van het concept ‘kind’
Oudheid
o K krijgt aandacht en eigen plek in SL
Middeleeuwen
o K afgebeeld als ‘onaf’
o Geen aparte categorie
18e eeuw
o Rousseau sprak over de ziel van het kind: K moeten kunnen opgroeien van ouders, zodat ze vrij kunnen zijn
o Aparte categorie
o K van rijke klassen begonnen onderwijs te krijgen
Geïndustrialiseerde SL
o Heel duidelijke aparte categorie door verbod op kinderarbeid
o K gezien als kwetsbaar
Jaren 60- nu
o Het jeugdland volgend Dasberg: we brengen kinderen groot door ze klein te houden
Aparte winkels, kledij, speelgoed,…
1
, Buitenwereld weghouden van het K omdat ze er nog niet klaar voor zijn
Verschillende ‘definities’ van het Kind naarlang de verschillende contexten
Juridisch
o Minderjarig vs meerderjarig
o In BE mag je vanaf 16e bepaalde alcohol, andere vanaf je 18e en gokken vanaf je 21e
Sociologische
o Afhankelijkheid vs onafhankelijkheid
o Ben je nog een kind als je lang thuis blijft wonen?
o Ben je een kind als je blijft studeren?
Ontwikkelingspsychologie
o Kindertijd, volwassenheid, babytijd,…
o Verschillende theorieën door o.a. Erikson
Betekenis van het begrip Kind ligt niet vast
o Het is niet enkel gebaseerd op biologische kenmerken
o kindertijd is een sociaal gecontrueerde periode
o formulering is gebaseerd op de maatschappelijke context van dat moment
o 6 kindbeelden
1.2.1 6 kindbeelden
Kindbeelden Die beelden volgen niet op elkaar, maar het zijn 6 verschillende visies van hoe wij als SL
denken over kinderen
KB zijn een weerspiegeling van de SL
KB hebben invloed op:
o hoe K naar zichzelf kijken
o De verwachtingen van ouders en leerkrachten.
o De relatie tussen kind en opvoeder en de manier van handelen.
o Op de manier waarop men spreekt en de verwachtingen van de maatschappij.
o Het beleid en de acties die men opzet (sociaal, economisch en cultureel).
1) Het voorspelbare kind
2) Het kind als burger
3) Het witte kind
4) Het kind als risico
5) Het kind als held
6) Het kind als kapitaal
Deel 2: gezinsondersteuning
gezin elke leefgemeenschap die als dusdanig wordt erkend en/of als dusdanig wordt ervaren. Alle
soorten gezinnen: traditioneel, eenouder, holebi,…
Niet eenvoudig te definiëren
Definiëring op basis van:
o Gezinssamenstelling of organisatievorm?
o Het engagement dat mensen voor elkaar opnemen? (materieel, financieel, emotioneel, affectief,…)
o Wat mensen zelf als gezin beschouwen?
2
,gezinsondersteuning wat voor gezinnen ondersteunend is in het opvoeden. Een brede waaier van praktijken, die
ouders en opvoedingsverantwoordelijken steunen bij het opvoeden en opgroeien van
kinderen en jongeren
2.1.1 Opvoeding in het vizier
opvoedingsondersteuning gaat louter over ondersteuning bij opvoeden
gezinsondersteuning is veel ruimer
In jaren 90 ‘parenting turn’ waarbij er opvallende aandacht is voor ouderschap en opvoedingsondersteuning door 3 redenen:
1) Teloorgang van het traditionele gezin
‘Heilige drievuldigheid’ van biologisch, juridisch en pedagogisch ouderschap is minder vanzelfsprekend
‘Het gezin’ verdwijnt > individuele ouder verschijnt
2) Crisis van de welvaartstaat
Focus op activering en risicobeheersing
‘Geen rechten zonder plichten’
Klemtoon op individuele (ook ouderlijke) verantwoordelijkheid
3) Sociaal investeringsdenken
Kinderen als sociaal en economisch kapitaal
(Economisch) terugverdieneffect van preventieve investeringen in jonge kinderen
Dubbele verantwoordelijkheid van ouders: kind & samenleving
2.1.2 Opvoeding in de regelgeving
2007: Eerste decreet opvoedingsondersteuning
2013: Decreet Preventieve Gezinsondersteuning
o Huizen van het Kind
o kenmerken huizen van het kind
o proportioneel universalisme: het is voor iedereen toegankelijk, maar we doen wel aanpassingen voor wie het nodig heeft
2.1.3 Opvoedingsondersteuning vs. gezinsondersteuning?
Opvoedingsondersteuning is een onderdeel van de totale gezinsondersteuning. Gezinsondersteuning is veel ruimer dan
opvoedingsondersteuning. Opvoedingsondersteuning is ondersteuning op vlak van de opvoeding terwijl gezinsondersteuning gaat over het
bevorderen van het welzijn van alle gezinsleden. Gezinsondersteuning kan op verschillende domeinen zijn namelijk opvoeding en verzorging,
financiën en huishouden, partnerrelaties, arbeid…
2.1.4 Gedeelde vs. verdeelde verantwoordelijkheid?
Opvoedings- en gezinsondersteuning richt zich tot alle ouders en opvoedingsverantwoordelijken of tot iedereen die (mee) instaat voor de
opvoeding. Daarmee bedoelen we zowel ouders, pleegouders, grootouders maar ook professionelen zoals leerkrachten, opvangpersonen,…
Bij gezinnen met opvoedingsvragen loopt alles harmonieus. De opvoedingsvragen waar ouders mee geconfronteerd worden, kunnen op een
bevredigende manier worden opgelost door de ouders zelf
uitgangspunten er zijn 6 uitgangspunten van opvoedingondersteunend zijn:
1. laagdrempelige ondersteuning Het is ondersteuning die makkelijk bereikbaar is
2. ouders centraal De ouders staan centraal in de werking. Zo werk je bijvoorbeeld rond vragen van ouders
3
, 3. van en voor alle gezinnen Men wil gezinnen laten participeren en meer inspraak geven in het aanbod en de
dienstverlening
4. vanuit een groeimodel Je wordt ondersteund vanuit een groeimodel, empowerment. Je neemt een attitude aan en
onderneemt actie die gericht zijn op het vergroten van de autonomie van de ouders
5. positief beleid De kracht en de mogelijkheden van ouders en kinderen staan centraal
6. methodisch werken Je beluistert de vraag van de ouder goed en analyseert met wat de vraag te maken heeft, daarna
bepaal je je doelen en kies je een strategie of strategieën om dit doel te bereiken
Visie op opvoeden bepaalt mee de opvoedingsondersteuning
De manier waarop we naar opvoeden kijken zal daarom ook mee bepalen hoe we de
concrete ondersteuning zullen uitwerken
3 kernaspecten:
1. opvoeden is transactioneel er is een voortdurende wederzijdse
beïnvloeding tussen ouder (met zijn
kenmerken) en kind (met zijn kenmerken). M.a.w. opvoeden is geen eenrichtingsverkeer van
ouder naar kind of omgekeerd
2. opvoeden is ingebed in de omgeving er is ook wederzijdse beïnvloeding vanuit de omgeving. Opvoeden gebeurt steeds in een context
3. opvoeding is zichzelfstuderend opvoeden start als het kind geboren wordt en ouders doen dat op een natuurlijke manier. We
gaan ervanuit dat die opvoeding blijft lopen onder zeer uiteenlopende omstandigheden
dankzij de aanwezigheid van protectieve factoren. Door een cumulatie van risicofactoren kan
dat functioneren ontregeld worden
Huizen van het kind
lokale samenwerkingsverbanden vanuit lokale overheden, vrijwilligers,…
Ondernemen acties met als doel alleenstaande gezinnen en gezinnen met kinderen en jongeren zo goed en zo dicht mogelijk bij hun
leefwereld te ondersteunen
In (bijna) elke gemeente en stad vind je een Huis van het Kind
baseren zich op 3 decretale pijlers
1. Preventieve gezondheidszorg
2. opvoedingsondersteuning
3. acties ter bevordering van de sociale cohesie
Inzetten op 4 werkingsprincipes
1. geïntegreerd werken
2. participatie
3. lokale noden
4. proportioneel universalisme
1. Geïntegreerd werken krachten bundelen over verschillende levensdomeinen heen om tegemoet te komen aan de
noden en behoeften van kinderen, jongeren en ouders. Geïntegreerd werken dient in de
eerste plaats een meerwaarde te hebben voor kinderen en gezinnen. Maar daarnaast kunnen
ook de professionals, de organisaties en het beleid een meerwaarde ervaren van geïntegreerd
werken
2. Participatie belangrijk werkingsprincipe binnen de Huizen van het Kind. Door ouders, maar ook kinderen en
jongeren en ook je medewerkers en vrijwilligers een stem te geven in het aanbod en de
manier van werken in je samenwerkingsverband, zorg je onder meer voor een grotere
betrokkenheid en een aanbod wat meer op maat is
3. Lokaal samenwerkingsverbanden die lokaal vorm krijgen vanuit de lokale overheden, vrije beroepen,
middenveldorganisaties, vrijwilligers en burgers. De acties die ze ondernemen hebben als doel
alle aanstaande gezinnen en gezinnen met kinderen en jongeren zo goed mogelijk en zo dicht
mogelijk bij hun leefwereld te ondersteunen, door diverse levens- en beleidsdomeinen met
elkaar te verbinden
4