RECHT EN SAMENLEVING
INLEIDING
CO-CONSTITUTIEVE VERHOUDING
Wij kijken naar het recht (het onderzoeksobject) als een op zichzelf staand geheel en daar gaan we een intern
perspectief op innemen.
Het recht (opgedeeld in verschillende rechtstakken) staat niet in isolatie. Het wordt gevormd door krachten,
dynamieken in de samenleving, wisselende politieke machtsverhoudingen, …. Het heeft ook een invloed, impact
op de samenleving => ze geven mekaar wederzijds vorm
SOCIALE GENESE VERSUS SOCIALE WERKING
• Wisselwerking tussen recht en maatschappij
• Het recht wordt opgevat als een sociaal verschijnsel, als een product van menselijke interactie =
tweerichtingsverkeer
• I) Recht wordt gevormd door sociale verhoudingen ➔ sociale genese
• II) Recht beïnvloedt ook sociale verhoudingen ➔ sociale werking
• In de praktijk vloeien de twee door elkaar, moeilijk om ze sterk van elkaar te onderscheiden
SOCIALE GENESE
= ontstaan/wijziging regels op basis van veranderende opvattingen/maatschappelijke transities
• Rookbverbod: omstandigheden in de samenleving hebben ertoe geleid dat er effectief een wet over
werd aangenomen (vroeger was er een heel andere houding tov roken dan dat we vandaag zien)
o => we worden ons meer bewust van de gezondheidseffecten van dat roken, van de impact dat
het heeft
o Wetgeving leidt dan ook weer tot de sensibilisering
o Nieuw regeerakkoord (De Wever 1): uitbreiding rookverbod
• Same sex relations
, o Maar het is niet dat er bepaalde wetten zijn dat vb. 2 mannen kunnen trouwen, … dat we geen
discriminatie zien in de praktijk, dat er geen problemen meer zijn van veiligheid => toont de
beperkingen van het recht
SOCIALE WERKING: WELKE INVLOED HEEFT HET RECHT OP MENSELIJK HANDELEN?
• Vertrekt vanuit 2 aannames (rechtsstaat):
• De burger kent de wet
• De burger gehoorzaamt de wet
• Voorbeeld: de milieubox
• Eind jaren 1990, Vlaamse gezinnen
• Opslagdoos voor klein gevaarlijk afval
• Maar niet bruikbaar => het heeft wel een bewustwording gecreëerd
Het recht heeft niet altijd het gewenste effect => in de praktijk zien we dat dit vaker wel dan niet het geval is.
van uw wet naar de praktijk zijn er zoveel dingen daartussen
• Vervormende effecten (distortions)
• Contraproductieve effecten: hetgeen wat in de wet wordt ingeschreven, leidt niet tot hetgeen wat men
effectief wil
o vb. in het migratierecht: het EHRM zei dat pushbacks verboden zijn. Mensen die asiel
aanvragen mag je niet zomaar terugsturen zonder individueel te gaan onderzoeken of die nood
hebben aan bescherming.
o In de praktijk gaan ze dan akkoorden sluiten dat het andere land hen terugtrekt (pullbacks)
,SOCIO-LEGAL STUDIES
ALGEMEEN: JURIDISCH-DOGMATISCH VS. ANTROPOLOGISCH/SOCIOLOGISCH ONDERZOEK
VOORBEELD: MESTFRAUDE
Mest moet je op een bepaalde manier afvoeren om het milieu te beschermen tegen de stoffen die in die mest
zitten. Vaak wordt er daar gefraudeerd waarbij mest op een illegale manier wordt afgevoerd.
Hoe ga je dit nu onderzoeken?
• Juridisch dogmatisch: je gaat kijken wat de wet, rechtspraak, … zegt, niet wat mensen erover denken of
hoe ze zichzelf organiseren om het aan te pakken (hoe het gebeurt in de praktijk is irrelevant)
• Sociaalwetenschappelijk: feitelijk bekijken
1. ONDERZOEKSDOEL
Normatief: je gaat een analyse maken van wetgeving, rechtspraak, … en vaak op het einde wordt er verwacht
dat je een positie inneemt van wat he vindt dat het zou moeten zijn => er ligt een normatieve ondertoon in
Beschrijvend en/of verklarend: ze willen begrijpen hoe het werk, praktijken beschrijven, …
2. PERSPECTIEF
, Intern perspectief: je blijft binnen die geïsoleerde wereld van het recht. Daarbinnen ga je kijken hoe je concepten
accurater kan gaan conceptualiseren want een groot deel van wat het recht doet is categorieën maken om aan
die categorieën bepaalde rechten en verplichtingen te gaan toekennen
• Vergelijking kok: je moet buiten de keuken komen om te zien wat er met je eten gebeurt.
Extern perspectief: wil kijken hoe het recht wordt geïmplementeerd in de praktijk en wat de ervaring is van
mensen. Het is zich ook meer bewust van de beperkingen van de juridische categorieën
• Vluchteling: heeft een strikte definitie waarbij aan heel wat voorwaarden moet voldoen om als een
vluchteling in de zin van het vluchtelingenverdrag te worden gedefinieerd
o Het komt niet overeen met de sociologische realiteit van mensen die gedwongen op de vlucht
zijn
CONCEPTUALISERING
3. METHODOLOGIE
4. TEMPORALITEITEN
INLEIDING
CO-CONSTITUTIEVE VERHOUDING
Wij kijken naar het recht (het onderzoeksobject) als een op zichzelf staand geheel en daar gaan we een intern
perspectief op innemen.
Het recht (opgedeeld in verschillende rechtstakken) staat niet in isolatie. Het wordt gevormd door krachten,
dynamieken in de samenleving, wisselende politieke machtsverhoudingen, …. Het heeft ook een invloed, impact
op de samenleving => ze geven mekaar wederzijds vorm
SOCIALE GENESE VERSUS SOCIALE WERKING
• Wisselwerking tussen recht en maatschappij
• Het recht wordt opgevat als een sociaal verschijnsel, als een product van menselijke interactie =
tweerichtingsverkeer
• I) Recht wordt gevormd door sociale verhoudingen ➔ sociale genese
• II) Recht beïnvloedt ook sociale verhoudingen ➔ sociale werking
• In de praktijk vloeien de twee door elkaar, moeilijk om ze sterk van elkaar te onderscheiden
SOCIALE GENESE
= ontstaan/wijziging regels op basis van veranderende opvattingen/maatschappelijke transities
• Rookbverbod: omstandigheden in de samenleving hebben ertoe geleid dat er effectief een wet over
werd aangenomen (vroeger was er een heel andere houding tov roken dan dat we vandaag zien)
o => we worden ons meer bewust van de gezondheidseffecten van dat roken, van de impact dat
het heeft
o Wetgeving leidt dan ook weer tot de sensibilisering
o Nieuw regeerakkoord (De Wever 1): uitbreiding rookverbod
• Same sex relations
, o Maar het is niet dat er bepaalde wetten zijn dat vb. 2 mannen kunnen trouwen, … dat we geen
discriminatie zien in de praktijk, dat er geen problemen meer zijn van veiligheid => toont de
beperkingen van het recht
SOCIALE WERKING: WELKE INVLOED HEEFT HET RECHT OP MENSELIJK HANDELEN?
• Vertrekt vanuit 2 aannames (rechtsstaat):
• De burger kent de wet
• De burger gehoorzaamt de wet
• Voorbeeld: de milieubox
• Eind jaren 1990, Vlaamse gezinnen
• Opslagdoos voor klein gevaarlijk afval
• Maar niet bruikbaar => het heeft wel een bewustwording gecreëerd
Het recht heeft niet altijd het gewenste effect => in de praktijk zien we dat dit vaker wel dan niet het geval is.
van uw wet naar de praktijk zijn er zoveel dingen daartussen
• Vervormende effecten (distortions)
• Contraproductieve effecten: hetgeen wat in de wet wordt ingeschreven, leidt niet tot hetgeen wat men
effectief wil
o vb. in het migratierecht: het EHRM zei dat pushbacks verboden zijn. Mensen die asiel
aanvragen mag je niet zomaar terugsturen zonder individueel te gaan onderzoeken of die nood
hebben aan bescherming.
o In de praktijk gaan ze dan akkoorden sluiten dat het andere land hen terugtrekt (pullbacks)
,SOCIO-LEGAL STUDIES
ALGEMEEN: JURIDISCH-DOGMATISCH VS. ANTROPOLOGISCH/SOCIOLOGISCH ONDERZOEK
VOORBEELD: MESTFRAUDE
Mest moet je op een bepaalde manier afvoeren om het milieu te beschermen tegen de stoffen die in die mest
zitten. Vaak wordt er daar gefraudeerd waarbij mest op een illegale manier wordt afgevoerd.
Hoe ga je dit nu onderzoeken?
• Juridisch dogmatisch: je gaat kijken wat de wet, rechtspraak, … zegt, niet wat mensen erover denken of
hoe ze zichzelf organiseren om het aan te pakken (hoe het gebeurt in de praktijk is irrelevant)
• Sociaalwetenschappelijk: feitelijk bekijken
1. ONDERZOEKSDOEL
Normatief: je gaat een analyse maken van wetgeving, rechtspraak, … en vaak op het einde wordt er verwacht
dat je een positie inneemt van wat he vindt dat het zou moeten zijn => er ligt een normatieve ondertoon in
Beschrijvend en/of verklarend: ze willen begrijpen hoe het werk, praktijken beschrijven, …
2. PERSPECTIEF
, Intern perspectief: je blijft binnen die geïsoleerde wereld van het recht. Daarbinnen ga je kijken hoe je concepten
accurater kan gaan conceptualiseren want een groot deel van wat het recht doet is categorieën maken om aan
die categorieën bepaalde rechten en verplichtingen te gaan toekennen
• Vergelijking kok: je moet buiten de keuken komen om te zien wat er met je eten gebeurt.
Extern perspectief: wil kijken hoe het recht wordt geïmplementeerd in de praktijk en wat de ervaring is van
mensen. Het is zich ook meer bewust van de beperkingen van de juridische categorieën
• Vluchteling: heeft een strikte definitie waarbij aan heel wat voorwaarden moet voldoen om als een
vluchteling in de zin van het vluchtelingenverdrag te worden gedefinieerd
o Het komt niet overeen met de sociologische realiteit van mensen die gedwongen op de vlucht
zijn
CONCEPTUALISERING
3. METHODOLOGIE
4. TEMPORALITEITEN