Beleid BESCHIKBARE BELEIDSRUIMTE
grote beleidsruimte
Taken pedagogische begeleiding (decreet 2009)
= geheel van aan elkaar in de tijd gerelateerde
- Realiseren PP
en gestructureerde handelingen van Spanning Geen spanning
- Bevorderen OK
verschillende leden van het schoolteam die Risico voor kwaliteit Kwaliteitsgarantie
- Professioneel lerende organisatie klein groot
beogen een vooropgesteld doel te realiseren.
- Netwerkvorming BVV Geen spanning Spanning BVV
- Leidinggevenden ondersteunen Geen kwaliteitsgarantie Frustratie, kunnen meer!
Karakteristieken van beleid (Glasbergen)
- Beroepsbekwaamheid personeelsleden
- Tijd: chronologisch
- BVV versterken
- Doelgerichtheid: vooropgesteld doel
- Kwaliteitszorg scholen ondersteunen kleine beleidsruimte
- Gestructureerd en geformaliseerd verloop:
organisatie en formeel gekend in subgroepen SUCCESVOL AANWENDT
- Betrokkenheid v. verschillende actoren:
meer dan één persoon is betrokken 8 meetbare indicatoren
- Doeltreffende communicatie
- Ondersteunende relaties en samenwerking
Beleidsvoerend vermogen - Gedeeld leiderschap
= de mate waarin een school haar beschikbare - Gezamenlijke doelgerichtheid
beleidsruimte succesvol aanwendt om te komen - Responsief vermogen
tot een voortdurend proces van behouden / - Innovatief vermogen
veranderen van haar functioneren met als doel - Geïntegreerde beleidsvoering
het verbeteren van de onderwijskwaliteit en - Reflectief vermogen
bereiken van haar eigen en opgelegde doelen.
PROCES VAN BEHOUDEN /
Beleidsvoeringsproces / beleidscyclus VERANDEREN
- Beleidsvoorbereiding: bewustwording
- Beleidsbepaling: doelen = kwaliteitszorg à PDCA-cyclus
- Beleidsuitvoering: uitvoeren plan
- Beleidsevaluatie: doelen bereikt?
ó Leercyclus Kolb (denker, doener, beslisser, bezinner) KWALITEIT VERBETEREN EN
BEREIKEN EIGEN EN
Beleidsdomeinen
OPGELEGDE DOELEN
- Onderwijsleerproces
- Organisatie van school Kwaliteitsvol onderwijs? Gepaste manier realiseren van verwachtingen van belanghebbenden
- Organisatiegericht
- Personeelsgericht Verwachtingen belanghebbenden à spreken elkaar soms tegen!
- Budgetgericht - Decretaal verankerde schoolexterne verwachtingen overheid à juridisch
- Kwaliteitsgericht - Niet-decretaal verankerde schoolexterne verwachtingen buiten school à niet juridisch
- Schoolomgeving - (Niet-decretaal verankerde) schoolinterne verwachtingen binnen school
, Culturele en structurele aspecten van scholen
Cultureel Structureel
= geheel van betekenisgeving tussen alle = functies die in de school onderscheiden worden en de wijze waarop het samenwerken tussen de functies gecoördineerd wordt.
deelnemers aan het schoolgebeuren. Het
houdt de school samen en geeft het zijn eigen POSITIONELE ORGANISATIE PROCEDURELE ORGANISATIE
identiteit.
= geheel van taken en = manier waarop de uit te voeren taken worden
Onuitgesproken assumpties verantwoordelijkheden die onderscheiden gecoördineerd.
- Veronderstellingen, vanzelfsprekend worden en die door iemand opgenomen
- Diepgaand en abstract worden. 5 dimensies
- Aangeleerd aan nieuwe leden - Centralisatie: besluit en gezag?
- Taken: expliciet vooropgesteld, kunnen - Standaardisatie: uniforme manier van uitvoeren
Waarden variëren tussen scholen - Werkzaamheden (proces)
- Principes, idealen, levenshouding - Posities opnemen afhankelijk van - Uitkomsten (output)
- Wat men wenselijk vindt bekwaamheid mensen - Capaciteiten en gedrag (input)
- Moreel en niet-moreel - Formalisatie: vastgelegde procedures, gedrag, …
- Gedeeld, situationeel - Specialisatie en afhankelijkheid:
- Veranderen niet makkelijk - Specialisatie: differentiëren in taak en functie
- Afhankelijkheid: gecreëerd in strikte, formele regels
Normen (administratie) of door afhankelijkheid van specialisatie
- Ongeschreven, informele en impliciete - Flexibiliteit: in opstelling, reactie, BV, …
verwachtingen hoe iemand zich moet
gedragen Invulling taak afstemmen op
- Onzichtbaar - Inhoud: complex, eenvoudig, waarde
- Oppervlakkig en concreet - Aard: individueel / collectief, plannend / uitvoerend
- Tijdstip: nieuw / routine, LT / KT
Schoolculturen volgens K. Staessens - Uitvoerder: volgzaam, innovator, zelfzeker, …?
- Familieschool
- Sociaal en organisatorisch
- Functioneel
- Informeel contact
- Professionele instelling
- Pedagogisch didactisch BEPALEN BEIDE MEE HOE EFFECTIEF DE SCHOOLORGANISATIE / -BELEID IS!
- Doelgericht
- Formeel contact
- LAT-school
- Administratief
- Ontbreken van gezamenlijke visie
- Weinig tot geen contact
, 8 dragers van beleidsvoerend vermogen
communicatie Ondersteunende relaties Gedeeld leiderschap doelgerichtheid
Betekenis en kenmerken Betekenis en kenmerken Betekenis en kenmerken Betekenis en kenmerken
- Ruimer dan informeren Nood aan materiële en immateriële Kwadrant van gedeeld leiderschap Onderwijskwaliteit!
- Gebrek aan communicatie
Cultureel: collegialiteit, autonomie, prof. relaties Cultureel: afhankelijk kwadrant, prof. ontw. team, Cultureel: doelgerichtheid, brede
Cultureel: Openheid, FB, actief luisteren Positioneel: functies voor ondersteuning open communicatie en overleg, consensus verantwoordelijkheid, open communicatie
Positioneel: functies meldpunt, vertrouwenspers. Procedureel: decentraal – centraal, evenwicht Positioneel: functies door expertise bevoordeelde à open verantwoordelijkheidsgevoel
Procedureel: standaardisatie, formalisatie, standaardisatie en formalisatie, ook specialisatie posities: beleidsondersteuners, vakgroepverantw. Positioneel: functies met ondersteunende rol
procedures, communicatiekanalen, intern/extern, à kennis en belang van onderwerp! samenbrengen behoeften en meningen:
informele communicatie Beleid maken Procedureel: geen sterke centralisatie, flexibele pedagogisch directeur, beleidsondersteuner
- Samenwerkingscultuur verwezenlijken: standaardisatie en formalisatie, specialisatie Procedureel: geen sterke centralisatie,
Beleid maken - Gepaste mogelijkheden standaardisatie, formalisatie, specialisatie
- Formele en informele communicatie - Professionaliseer Beleid maken
- Klimaat van communicatie - Groep of team? - Overheersende leiderschapsmodellen Beleid maken
- Metacommunicatie - Teamrollen van Belbin (Leithwood en Duke) - Expliciteer je doelen
- Professionaliseer communicatie: - Samenstelling team - Kenmerken goed leiderschap - Concurrerend waardenmodel
- Verschil inhoud en relatie - Waarderend organiseren - Kwaliteit van beslissing - Visie, missie, strategie en doelen
- Transactionele analyse - Situationeel leiderschap (Hersey en - Besluitvormingsmethode met mate van
- Feedbackmodel Hattie en Timperley Blanchard) aanvaarding
- Teacher leaderschip
Responsief vermogen Innovatief vermogen Geïntegreerd beleid Reflectief vermogen
Betekenis en kenmerken Betekenis en kenmerken Betekenis en kenmerken Betekenis en kenmerken
4 soorten omgevingen Betrokkenheid + aangepaste vormen leidinggeven Domeinen en beleid Actieve, proactieve, reactieve en handelingsgerichte
reflectie om tot leren te komen
Cultureel: open en toegankelijk, vertrouwen, Cultureel: open school, durven vernieuwen Cultureel: totaalvisie, beroepsopvatting lkr. en
samenwerking, respect, medezeggenschap Positioneel: functies in taakbeschrijving, met oog schoolleider (betwiste beleidszone) Cultureel: individuele lkr. en beleidsmakers
Positioneel: uitbouw relatietypes promoten op innovatie, speciaal in leven geroepen Positioneel: ruime taakomschrijving, (verantwoordelijkheid, bewust ‘waarom’, reflectief)
Procedureel: formalisatie en standaardisatie: + implementatie bevorderende factoren coördinerende functies à duidelijke taakverdeling! in relatie met collega’s, team, school
wenselijk maar flexibel; specialisatie Procedureel: standaardisatie en formalisatie: Procedureel: geen sterke centralisatie, Positioneel: tijd en ruime in takenpakket
wenselijk standaardisatie en formalisatie als ze bevorderen, Procedureel: (de)centralisatie afh. van thema,
Beleid maken specialisatie: complementair samenwerken en standaardisatie en formalisatie: balans!
- Stakeholders à invloed Beleid maken wederzijdse afhankelijkheid
- Omgevingsfactoren impact: + of - ? - Weerstanden Beleid maken
- Kijk in de toekomst - Sleutelelementen succesvolle innovatie Beleid maken - Reflecteren over reflectief vermogen
- Toekomstscenario’s - Houdingen t.o.v. vernieuwingen - Beroepsopvattingen leerkracht - Reflectieve vragen
- Delphitechniek - Weerstand –> actiegezindheid - Beroepsopvattingen schoolleiders - Verschillende manieren
- Focus op omgeving - Creëer kennis à kenniscreatie (Nanoke en à Kwadrant beroepsopvattingen - Zelfevaluatie scholen
- Duurzaam leiderschap (Hargreaves en Fink) Takeuchi) - Identificeer je prioriteiten - Informatiemakelaarschap
- ‘Dubbele lus’-leren (Argyris en Shön) - Afstemming erkennen en tot stand brengen - Betrek leerlingen in evaluatie
- Veranderkwadranten van Berenschot - Doe aan systeemdenken - Kritische vriend: JOHARI-venster
- Actieonderzoek
, Doeltreffende communicatie
Betekenis en kenmerken Cultureel positioneel procedureel
= verzenden van boodschappen via - Openheid Functies - Standaardisatie en formalisatie
formele / informele netwerken - Bereidheid: geven / ontvangen FB Bv. meldpunt, vertrouwenspersoon, - Procedures volgen
Bereidheid: actief luisteren ombudsdienst - Communicatiekanalen voorzien
Ruimer dan informeren! - Intern en extern (omgeving)
- Informeren (formeel / informeel) Andere dragers - Doelbewuste standaardisatie en - Informele communicatie mogelijk
- Formuleren van doelen - Ondersteunende relaties formalisatie maken
- Relaties bewaken, tot stand brengen - Gezamenlijke doelgerichtheid
- Motiveren van personeel - Reflectief vermogen
- Manier waarop je communiceert!
Gebrek communicatie
à Stereotiepe verwachtingen!
Beleid maken
Formele communicatie Metacommunicatie
- Verticaal: top-down of horizontaal: bottom-up = communiceer over communicatie! Feedbackmodel van Hattie en Timperley
- Structurele informatiekanalen - Onderwerp van beleid - Meest effectieve feedback gericht op taak!
- Decentraliseren van… - Bevat: inhoud boodschap, achterliggende
- Overleg en ontmoetingsmomenten betekenis, relationele kant
- Beschikbaarheid informatie - Communicatiestoornissen tijdig opgemerkt!
- Informatie verzamelen
Professionaliseer communicatie
Informele communicatie - Verschil tussen inhoud en relatie:
- Mogelijkheden ontwikkelen andere dragers: à hard in boodschap, zacht in relatie
veel impact, constructief, ontwikkeling - Transactionele analyse
innovatief en reflectief vermogen
- Tijd en ruimte maken hiervoor!
- Ook slechte informele communicatie
Klimaat van communicatie
- Open: zakelijk en beschrijvend, oriënterend,
spontaan, empathisch, gelijk, provisioneel
- Defensief: beoordelend, beïnvloedend,
strategisch, onverschillig, superieur, standvastig