INLEIDING
1. Inleiding
- Schoolorganisa4e en -beleid = mesoniveau
o Op niveau van scholen, schoolgemeenschappen of -groepen
- Onderwijsorganisa4e en -beleid = macroniveau
o Op niveau van de overheid, Vlaanderen of Europees
- Ook microniveau (niveau van klassen) of zelfs nanoniveau (binnen de leerlingen zelf)
2. Wat is onderwijsbeleid?
Het onderwijs is vrij.
- Ontstaan bij het ontstaan van België (1831), staat in de grondwet
- Vrijheid speelt nog steeds een rol:
o 2/3 van de leerlingen in Katholiek of vrij onderwijs
o Uitreiken van diploma = beslissing van school zelf via klassenraad, niet door de overheid
- Volgens OEZO: vrijheid van onderwijs = vorm van privéonderwijs want niet door overheid bepaald
- Voorbeelden: formuleren van eindtermen is onderwijsbeleid
3. Wat is schoolbeleid?
- Veel recenter ontstaan (20-30 jaar geleden)
- Oorzaak: nauwelijks verwach9ngen gesteld aan scholen om zelf beleid te voeren
- Recenter: meer de vraag gesteld om zelf beleid te voeren
- Voorbeelden van nu: taalbeleid, inclusiebeleid, zorgbeleid, schoolvisie, …
4. Inleidend kader
- Scholen hebben al9jd beleid gevoerd
- Mate waarin scholen eigen keuzes (kunnen) maken en accenten leggen is toegenomen.
- Inten4e van beleid lijkt dat de geschetste evolu4e zich in de toekomst nog verder zal zeUen
=> scholen mogen nog meer zelf beleid voeren!
- Stelling: er is een trend naar deregulering van het centrale onderwijsbeleid rich4ng vermindering en
vereenvoudiging van de sturing door de overheid.
ð Ja en nee, Vlaamse toetsen zijn ingevoerd, eindtermen, kleuring van middelen (bv. SES-uren), …
ð Langs de ene kant hoge verwach9ngen, langs de andere kant meer centralisa9e en controle
1
, School- en onderwijsbeleid
5. Implica>es
- Om in context van deregulering en vergroten van autonomie onderwijskwaliteit te waarborgen,
moet de mogelijkheid voor scholen om de beleidsruimte te benuCen groot zijn.
- Beleidsvoerend vermogen van scholen: in welke mate zijn scholen in staat om er iets van te bakken
om zelf beleid te gaan voeren.
=> als je de autonomie geeX, wat gebeurt er dan?
=> verschillen heel groot tussen scholen! Bekommernis bij inspec4e
- Er is een blijvend spanningsveld decentraal – centraal beleid
ð Spanning tussen leerplannen (specifiek) en eindtermen (ruim), spanning tussen de poli4eke
par4jen, spanningen rond budgeUen en middelen, spanningen tussen communica4e van
beslissingen en te weinig 4jd, …
ð Uitzonderingen kunnen aangevraagd worden maar waar eindigt de vrijheid van onderwijs?
2
, School- en onderwijsbeleid
SCHOOLBELEID
Inhoud
- Deel 1: Omtrent ‘beleid’, beleidsvoerend vermogen en aanverwante begrippen
o herkomst van huidige aandacht voor het beleid van scholen
o begrippen: beleid, beleidsvoerend vermogen
o fasen in beleidvoeringsproces
o domeinen van beleidsvoering
- Deel 2: Culturele en structurele aspecten van scholen
o Cultuur en organisa:e van scholen
o Bouwstenen van schoolorganisa:e
o Dragers van beleidsvoerend vermogen
- Deel 3: Acht dragers van beleidsvoerend vermogen
o Dragers van beleidsvoerend vermogen => sporen naar en beleid maken van…
§ Doeltreffendheid van communica:e
§ Ondersteunende karakter van rela:es en samenwerking
§ Gedeeld leiderschap
§ Gezamenlijke doelgerichtheid
§ Responsief
§ Innova:ef vermogen
§ Mate van geïntegreerde beleidsvoering
§ Reflec:eve vermogen van scholen
o Effec:viteit van schoolbeleid
1. Omtrent ‘beleid’, beleidsvoerend vermogen en aanverwante begrippen
1.1. Invullingen van ‘beleid’ als opstap naar beleidsvoerend vermogen
- Beleid: het gezamenlijk realiseren van geselecteerde doelen door het (in de 4jd) doordacht inzeUen
van middelen en dit op basis van een gedeelde visie.
- Karakteris9eken van beleid:
o Gezamenlijk gebeuren
o Doelgericht gebeuren
o Doordacht gebeuren
- Glasbergen: 4 karakteris9eken van beleid
ð Neem deze mee als je wil evalueren: is dit een beleid of niet? Of bij concre9sering beleid
o Tijdselement: chronologie van handelingen nodig
o Doelgerichtheid: vooropgestelde doelen, geen toevallige gebeurtenissen
o Gestructureerd en geformaliseerd verloop: ac4viteiten worden georganiseerd
=> moet niet neergeschreven zijn, wel afspraken die formeel gekend zijn door (sub)groepen
o Betrokkenheid van verschillende actoren: meer dan één persoon!
- Deze karakteris9eken niet zwart – wit, is een con9nua
- Beleid: het geheel van aan elkaar in de 4jd gerelateerde en gestructureerde handelingen van
verschillende leden van een schoolteam die beogen een vooropgesteld doel te realiseren.
3
, School- en onderwijsbeleid
1.2. Omtrent beleidsvoerend vermogen
- Beleidsvoerend vermogen: vermogen van scholen om beleid te voeren:
(=componenten van beleidsvoerend vermogen)
o De mate waarin een school de haar beschikbare beleidsruimte
o succesvol aanwendt om te komen tot
o een voortdurend proces van behouden of veranderen van haar func9oneren
o met als doel het verbeteren van haar onderwijskwaliteit en het bereiken van de haar
opgelegde en eigen doelen.
1.2.1. Over ‘beschikbare beleidsruimte’
- Groeiende en meer autonoom in te vullen beleidsruimte
ð voedingsbodem voor beleidsvoerend vermogen
- Deregulering en decentralisa9e maken deel uit van gevoerde onderwijsbeleid
- Decreet betreffende de kwaliteit van het onderwijs (8 mei 2009):
o Art. 4: elke school is ervoor verantwoordelijk kwaliteitsonderwijs te verstrekken
o Art. 5: (Dit) veronderstelt dat de instelling beschikt over het beleidsvoerend vermogen om
zelfstandig een kwaliteitsvol beleid te voeren.
o Art. 6: Elke instelling onderzoekt en bewaakt op systema9sche wijze haar eigen kwaliteit.
De instelling kiest zelf de wijze waarop zij dit doet.
ð hogere verwach4ngen en verantwoordelijkheid bij scholen voor ontwikkelen en garanderen van
onderwijskwaliteit => interne kwaliteitszorg bij scholen is noodzakelijk!
- 2 sleutelelementen: beleidsruimte die de scholen krijgen ó mate waarin school in staat is die
ruimte succesvol te benuCen
- Consequen9es van toegenomen ruimte:
o Noodzaak tot verantwoording van eigen handelen
o Groeiende verantwoordelijkheid
4