Begrippen Vragen
1. Vraag: Wat is de definitie van ‘normative politicologie’?
Antwoord: De wetenschappelijke benadering van de politicologie die gekenmerkt
wordt door het vraagstuk van de gewenste politieke orde.
2. Vraag: Wat wordt er bedoeld met de ‘ondeelbaarheid van publieke goederen?
Antwoord: De hoeveelheid van het goed vermindert niet al iemand het consumeert
3. Vraag: Wat is een model?
Antwoord: Een model is een vereenvoudigde weergave van een theorie.
4. Vraag: Wat is het beleidsprocesmodel?
Antwoord: Het is een model van het hele beleidsproces waarin verschillende
beleidsonderdelen onderscheiden worden.
5. Vraag: Wat houdt ministeriële verantwoordelijkheid in?
Antwoord: Niet de Koning(in), maar de ministers zijn verantwoordelijk voor het
regeringsbeleid.
6. Vraag: Wat is het Prisoners Dilemma?
Antwoord: Een model uit de speltheorie waarin actoren hun eigenbelang tekort doen
als ze rationele beslissingen nemen.
7. Vraag: Wat zijn bijzondere wetgevingsprocedures?
Antwoord: Dit zijn besluitvormingsprocedures van de Europese Unie die gebruikt
worden wanneer de gewone medebeslissingsprocedure niet opgaat.
8. Vraag: Wat houdt een ‘gekwalificeerde meerderheid’ in?
Antwoord: Dit neemt aan dat een ruime tweederde meerderheid (73% ) instemt bij
het nemen van besluiten.
9. Vraag: Wat is de definitie van een 'ideologie’?
Antwoord: Een ideologie bestaat uit samenhangende opvattingen waarmee beleid
wordt bepaald en gerechtvaardigd.
, 10. Vraag: Wat is de aggregatiefunctie van partijen?
Antwoord: Het afwegen van verschillende belangen en tegenstrijdige eisen.
11. Vraag: Wat houdt het retrospective-voting-model in?
Antwoord: Dit is een model ter verklaring van kiesgedrag dat stelt dat kiezers de
regering beoordelen door terug te kijken naar het beleid van de afgelopen
regeerperiode.
12. Vraag: Wat zijn de ‘drie gezichten van macht’ ?
Antwoord: Besluitvormingsmacht (eerste gezicht van macht), agendavormingsmacht
(tweede gezicht van macht) en structurele macht (derde gezicht van macht).
13. Vraag: Wat betekent elitisme?
Antwoord: Elitisme is de theorie over machtsverdeling volgens welke de politieke
macht geconcentreerd is in één elite.
14. Vraag: Wat is de definitie van censuskiesrecht?
Antwoord: Alleen kiesrecht voor de rijkere belastingbetalers.
15. Vraag: Wat houdt een ‘nationaal kabinet’ in?
Antwoord: Dit is een regering die het vertrouwen heeft van alle (grote) partijen in het
parlement.
Meerkeuzevragen
1. Vraag: Het boek gaat uit van de definitie van politiek van Van Deth en Vis. Wat zijn
de problemen met de andere definities?
A. De definitie van politiek van Easton in termen van waarden is te ruim
B. Taylors definitie heeft ook betrekking op collectieve-actieproblemen, die
niemand tot de politiek rekent
C. De definitie van Hoogerwerf beperkt zich tot het feitelijke overheidsbeleid
D. Alle bovenstaande antwoorden
Antwoord: D
2. Vraag: Welke van deze beweringen is NIET waar?