Deeltoets 1 'Recht & Bedrijf' (mc-vragen) in week 5, woensdag 12 maart 2025
van 18:40 tot 20:00 uur over de stof van de eerste 4 weken. Deze toets bestaat
uit 40 vragen.
Deeltoets 2 ‘Recht & Bedrijf' (mc-vragen) in week 10, woensdag 9 april 2025 van
09:00 tot 11:00 uur over alle stof. Deze toets bestaat uit 60 vragen.
1
,Inhoudsopgave
Samenvatting - KENNIS Grote stad en vrije tijd (7 EC)...........................................1
Week 1 – H1, H2 en H3 bestuursrecht en H1, paragraaf 2, 4, en 5.2 en H5,
paragraaf 1, 3.1 en 5 Verheugt............................................................................... 3
Week 2 – H4, H5 en H6 bestuursrecht en H5, paragraaf 1 en 2 Verheugt............11
Week 3 – H7, H8 en H9 bestuursrecht en H5, paragraaf 3.2 en 3.3 Verheugt......19
Week 4 – H10, H13 en H16 bestuursrecht en H5, paragraaf 4 Verheugt..............24
2
,Week 1 – H1, H2 en H3 bestuursrecht en H1, paragraaf 2, 4, en
5.2 en H5, paragraaf 1, 3.1 en 5 Verheugt
Hoofdstuk 1 Inleiding bestuursrecht
Het bestuursrecht bevat de regels die de overheid nodig heeft om te kunnen en
mogen besturen, de normen voor het overheidsbestuur die bij het besturen in
acht moeten worden genomen en de regels die de burger nodig heeft om tegen
dit besturen te kunnen optreden.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen algemeen en bijzonder bestuursrecht. Het
algemene bestuursrecht wordt in de Awb behandeld. De Awb kent een aantal
doelen: meer eenheid brengen in de bestuursrechtelijke wetgeving, de
bestuursrechtelijke wetgeving systematiseren en vereenvoudigen en ten slotte
normen die in de rechtspraak zijn ontwikkeld codificeren. Het bijzonder
bestuursrecht richt zich op een bepaald onderdeel van het bestuursrecht.
Bijvoorbeeld onderwijs, milieu, sociale zekerheid of ruimtelijke ordening.
Publiekrecht regelt de relatie tussen overheden onderling en die tussen overheid
en de burger. De overheid is dan ‘machtspersoon’ (heeft dan een exclusieve
bevoegdheid). Het publiekrecht kun je onderverdelen in: strafrecht, staatsrecht
en bestuursrecht (algemeen en bijzonder).
Materieel en formeel bestuursrecht
Het materieel bestuursrecht bevat rechtsnormen waarin voor burgers en
bestuursorganen aanspraken of verplichtingen zijn opgenomen. Een voorbeeld
van materieel bestuursrecht is een bepaling in de Omgevingswet, waarin
activiteiten staan waarvoor een omgevingsvergunning nodig is.
Onder formeel bestuursrecht verstaat men de procesrechtelijke regels die de
burger nodig heeft om tegen het optreden van de overheid iets te ondernemen.
Een voorbeeld van formeel bestuursrecht is de mogelijkheid voor een derde-
belanghebbende om beroep in te stellen tegen de verlening van een
omgevingsvergunning.
Bronnen van bestuursrecht
Het bestuursrecht kun je vinden in het internationale recht, de nationale
wetgeving, jurisprudentie en het ongeschreven recht.
- Op grond van art. 88 Mededelingswet is de Autoriteit Consument en Markt
gehouden de bepalingen van het Verdrag betreffende de werking van de
Europese Unie over eerlijke concurrentie toepassen. Hier zie je dat
internationaal recht van toepassing is in het bestuursrecht.
- De nationale wetgeving bestaat uit een groot aantal bestuursrechtelijke
wetten in formele zin (wetten die door de regering en de Staten-Generaal
worden vastgesteld art. 81 Gw. Bijv. de Gemeentewet, de Grondwet en de
Wet op de Raad van State. Als de wet een lagere wet bedoelt, wordt de
term wettelijk voorschrift gebruikt.
- Door rechtelijke uitspraken (jurisprudentie) worden nieuwe regels
gevormd. Met die nieuwe regels moeten burger en overheid voortaan
rekening houden.
- Het ongeschreven (bestuurs)recht wordt ook wel gewoonterecht genoemd.
Het vertrouwensbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel zijn
3
, ongeschreven beginselen waar de overheid rekening mee moet houden en
waarop de burger een beroep kan doen.
Kenmerken van het bestuursrecht
Een van de kenmerken van het bestuursrecht is dat voor over overheidsoptreden
het legaliteitsbeginsel van toepassing is. Dit beginsel houdt onder andere in dat
bevoegdheden en rechten van de overheid om op te treden in de wet zijn terug
te vinden. De bevoegdheid om als overheid te handelen mag slechts voor zover
de wettelijke regels en rechtsbeginselen dit toestaan.
Een ander kenmerk van het bestuursrecht is het specialiteitsbeginsel. De
overheid behartigt vele algemene belangen. Om te voorkomen dat de overheid
zich te gemakkelijk beroept op het dienen van het algemeen belang, wordt in de
wet telkens het specifieke belang aangegeven. Het specialiteitsbeginsel houdt in
dat de bevoegdheid van de overheid alleen kan worden aangewend voor het
specifieke doel waarvoor die wet is bedoeld. Dat doel is meteen ook de grens
voor de bevoegdheidsuitoefening. Indien de overheid zijn bevoegdheid voor een
ander doel aanwendt, is sprake van detournement de pouvoir.
Gelede normstelling
Regelgeving kom op verschillende bestuurlijke niveaus tot stand, waarbij een
lagere regeling niet in strijd mag komen met een hogere. Overzicht regelgeving:
1. Verdragen
2. Statuut
3. Grondwet
4. Wetten in formele zin
5. KB’s die regels bevatten (zoals AmvB’s)
6. Ministeriele regelingen (verordeningen)
7. Provinciale verordeningen
8. Gemeentelijke verordeningen en waterschapsverordeningen
9. Beleidsregels
10.Vergunningsvoorschriften
Met gelede normstelling wordt bedoeld dat de toepasselijkheid van een
rechtsregel niet zomaar in één wet is te vinden, maar in combinatie van met
elkaar samenhangende regelingen. \
Openbare lichamen
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidstaat. Overheidsmacht is verspreid
over verschillende niveaus. Op elk van deze niveaus treffen we openbare
lichamen: de Staat, de provincies, de waterschappen, de gemeenten en de
lichamen waaraan krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is
verleend. Deze openbare lichamen bezitten rechtspersoonlijkheid (art. 2:1 BW).
Deze openbare lichamen bestaan uit organen. Voor zover deze organen
overheidsmacht uitoefenen, worden ze bestuursorganen genoemd. De provincie
wordt bestuurd door provinciale staten, gedeputeerde staten en de commissaris
van de Koning (art. 6 Provinciewet). Gemeenten worden bestuurd door de
gemeenteraad, burgemeester en het college van burgemeester en wethouders
(art. 6 Gemeentewet).
Een voorbeeld van een lichaam waaraan krachtens de Grondwet verordende
bevoegdheid is verleend is de Sociaaleconomische Raad (SER). Dit is een
adviesorgaan waarin ondernemers, werknemers en kroonleden samenwerken,
4