Leerdossier 2.3.1.E
Gemaakt door: Nina Valesca Evers
Docent: Judith Schöne
School: Inholland
Opleiding: Social Work
Klas: SW18B jaar 2
Datum van inleveren: 24 juni 2020
1
,Inhoudsopgave
Inleiding........................................................................................................................................................ 3
De opdrachten van module 5 ‘Erop af’........................................................................................................... 4
Leerwerkplaats: de integrale opdracht ‘Ontwerp veerkracht’.............................................................................4
Outreachend werken: het reflectieverslag na het assessment............................................................................4
Methodiek: Portfolio methodiek..........................................................................................................................5
De opdrachten van module 6....................................................................................................................... 35
Leerwerkplaats: opdracht profielkeuze 2.3.1.D.................................................................................................35
Methodiek: opdracht 1 ‘Poster Kick-off’ (groepsopdracht)...............................................................................44
Training weerbaar en effectief: opdracht 1 ‘Invloed van lichaamstaal’............................................................44
Training weerbaar en effectief: opdracht 2 ‘Omgaan met conflicten’..............................................................45
Training weerbaar en effectief: opdracht 3 ‘Reageren op agressie’..................................................................46
Training weerbaar en effectief: opdracht 4 ‘Reageren op agressie’..................................................................47
Training weerbaar en effectief: opdracht 5 ‘Sociale steun, veiligheid en collegialiteit’....................................48
Training weerbaar en effectief: schriftelijke reflectie assessment.....................................................................48
Interveniëren: schriftelijke reflectie assessment................................................................................................51
Grenzen aan vrijheid en veiligheid: ‘peerfeedback documentaire’....................................................................53
Grenzen aan vrijheid en veiligheid: huiswerkopdracht 3...................................................................................56
De toelichting op mijn ontwikkeling............................................................................................................. 57
Agenda voor het gesprek............................................................................................................................. 64
Literatuurlijst............................................................................................................................................... 64
2
,INLEIDING
In dit leerdossier laat ik mijn ontwikkeling als sociaal werker zien. In dit dossier wordt er
ingegaan op hoe de leerervaringen en de leeractiviteiten van het afgelopen studiejaar
hebben bijgedragen aan mijn ontwikkeling. Het leerdossier bestaat uit een weergave van de
(toets)-opdrachten die ik tijdens de colleges, leerwerkplaats en de trainingen in M5 en M6
van leerjaar 2 heb gemaakt. Verder omvat het document een toelichting op het leerdossier.
Op basis van dit leerdossier zal ik een individueel gesprek hebben aan het eind van het
schooljaar.
3
,DE OPDRACHTEN VAN MODULE 5 ‘EROP AF’
Leerwerkplaats: de integrale opdracht ‘Ontwerp
veerkracht’
Het was de bedoeling om hier de formatieve deelproducten van de integrale opdracht te
presenteren en daarnaast ook de feedback op de formatieve deelproducten. Helaas heb ik
en ook mijn medestudenten met wie ik de opdracht heb gemaakt de formatieve
deelproducten niet meer in bezit. Wij hebben alleen nog maar het eindproduct die we
hebben ingeleverd in bezit. Ik zal hier niet het verslag uploaden uit praktische overwegingen
omdat het document uit 54 blz. bestaat.
Outreachend werken: het reflectieverslag na het
assessment
Ik heb in module 5 een training gehad van outreachend werken. Als aansluitende toets
opdracht heb ik een assessment gehad, daarbij hoorde ook een reflectieverslag. Deze vindt u
hieronder. Uit praktische overwegingen heb ik niet het voorblad, de inhoudsopgave en de
literatuurlijst overgenomen van dit reflectieverslag.
Inleiding
Dit verslag bestaat uit de onderbouwing en verantwoording van mijn handelen in de
gespreksassesment op 28 oktober.
Onderbouwing en verantwoording van het handelen
Dit onderdeel weergeeft een onderbouwing en verantwoording van mijn handelen i.v.m. de
volgende methodische en theoretische aangrijpingspunten:
Presentiebenadering: De presentiebenadering is onlosmakelijk verbonden met het
outreachend werken. In deze benadering staan aandachtige betrokkenheid,
onvoorwaardelijkheid, oprechte interesse en respect centraal. Het is een houding. (Van
Doorn, Omlo, van Etten & Gademan, 2019) Ik heb deze houding toegepast door aandacht
aan hem te schenken, naar hem te luisteren, vragen te stellen en hem aan te kijken. Het was
belangrijk dat ik onvoorwaardelijk respect naar hem toonde. Ik stelde geen eisen aan zijn
‘persoon zijn’. In het gesprek was hij vrij om te spreken en te zeggen wat hij wil. Zo vertelde
hij bijv. dat hij een vrouw wil die voor hem gaat schoonmaken. Mijn eigen gedachte was op
dat moment ‘Dat is niet het nut van een vrouw’. Maar de kunst was om mij in te leven in zijn
gevoelens en gedachtegang en dat ik in dat moment mijn oordelen en gedachten thuislaat.
Ik liet hem vertellen zonder te oordelen. Ik toonde interesse in zijn kant van het verhaal.
4
,Aansluiten bij krachten: Het is in het outreachend werken belangrijk dat cliënten op hun
eigen manier, weer in staat gesteld worden om mee te doen. Dit kan de cliënt bereiken door
samen met de outreachend werker op zoek te gaan naar zijn krachten en wordt ernaar
gekeken hoe deze krachtbronnen versterkt kunnen worden. Het is de taak van de
outreachend werken om deze krachten zichtbaar te maken en te activeren om zo de cliënt
veerkrachtiger te maken. (Van Doorn, Omlo, van Etten & Gademan, 2019 Ik probeerde de
negatieve sombere kijk van de man om te zetten in positiviteit. Zo vertelde hij dat zijn vrouw
was overleden, wat inmiddels zijn vierde vrouw was die dood was. Hierop antwoordde ik:
‘dan heeft u veel liefde gegeven’. Zo maakte ik een kracht voor hem zichtbaar die hij
misschien zelf nog niet had gerealiseerd. Het bleek dat hij behoefte had aan een nieuwe
vrouw. Ik had hierop kunnen vragen hoe het hem eerder was gelukt om een nieuwe partner
te vinden. Dus om te vragen naar zijn succesverhalen omdat daaruit ook een kracht spreekt.
Netwerken: Dat je nooit alleen met je cliënt te maken hebt, is kenmerkend voor het
outreachend werken. De cliënt is een sociaal wezen en moet gezien en begrepen worden in
de relatie tot hun context. Dat wordt ook wel de ecologische benadering genoemd. Als
outreachend werker probeer je de cliënt en zijn sociale omgeving met elkaar te verbinden, je
vervult daardoor een intermediaire functie tussen de sociale omgeving en de cliënt. (Van
Doorn, Omlo, van Etten & Gademan, 2019) Er kwam een moment waarop hij iets zij over
een persoon uit zijn omgeving. Hij zij namelijk iets van ‘mijn nichtje ofzo, stelde een app
voor’. Dit is het moment waarop ik had door kunnen vragen over het nichtje en daarmee ook
verder kon vragen of hij ook contact had met andere familieleden etc. die veel voor hem
betekende. Toch koos ik er niet voor om dat te doen, op dat moment, omdat ik anders meer
zou denken aan mijn eigen professionele gedachte als: ‘ik moet nu weten wie er allemaal
een rol spelen in zijn leven’, terwijl in het moment van het gesprek dat niet het belangrijkste
was voor de man. Hij wilde het graag over het vinden van een vrouw hebben. Als ik hierop
terugkijk, had ik er later in het gesprek op terug kunnen komen, om zo meer te weten te
komen over zijn netwerk.
Motivering strategieën: Niet alle outreachcliënten zijn vanaf het begin van het contact
gemotiveerd. Daarom is het kenmerkend voor het outreachend werken dat outreachend
werkers goede skills hebben met betrekking tot motivatie tot gedragsverandering. De
grondgedachte is dat elke cliënt zelf kiest welke richting zij op wil met haar leven en hiervoor
ook in staat is of kan worden gesteld. (Van Doorn, Omlo, van Etten & Gademan, 2019) Hij
was op zoek naar een vrouw, toen vroeg ik aan hem of hij samen met mij een poging wilde
doen, toen vertelde hij over een app, waarop ik zei ‘nou waarom niet’. Ik motiveerde hem
door die app te starten door aan hem te vertellen dat ik het zelf ook wel eens heb gedaan en
er goeie resultaten mee heb behaald. Ik ondersteunde de man in zijn keuzeproces door hem
zijn goede ideeën aan te moedigen en hem er wat leuks over te vertellen. Ik had hierbij
vertrouwen in zijn ontwikkelingspotentie.
Methodiek: Portfolio methodiek
Ik heb in module 5 een begin gemaakt aan mijn portfolio voor methodisch handelen.
Hieronder vindt u het portfolio. Uit praktische overwegingen heb ik niet het voorblad, de
inhoudsopgave, de bijlagen en de literatuurlijst overgenomen van dit portfolio.
5
,Inleiding
Als toekomstig sociaal werker is de kans groot dat ik in de eerste lijn ga werken. Door de
invoering van de WMO 2007 en 2015 heeft er een verschuiving plaatsgevonden van
specialistische ondersteuning en zorg in de tweede lijn naar generalistische zorg in de eerste
lijn (Scheffers, 2015). In dit portfolio laat ik zien dat ik de kennis beheers over een aantal
instrumenten en methoden waarmee ik kan werken als generalist in de nulde en de eerste
lijn. In de eerste opdracht laat ik zien dat ik de sociaalnetwerkmethodiek kan toepassen. In
opdracht twee laat ik zien hoe ik de veerkracht van individuen, buurten of wijken kan
versterken door middel van de campagnemethode. In de derde opdracht laat ik zien dat ik in
staat ben om methodisch te werken door middel van online blended hulpverlening. In de
vierde opdracht laat ik zien dat ik signalen van huiselijk geweld kan herkennen en laat ik zien
dat ik weet hoe ik de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling kan gebruiken.
Opdracht 1A: De sociaal netwerkmethodiek
De eerste opdracht heb ik uitgevoerd met één van mijn cliënten van mijn stage bij de
Regenboog Groep. Ik kom inmiddels ruim 2 maanden bij mevr. F op bezoek. In een van mijn
bezoeken heb ik voorgesteld of zij deze opdracht met mij wilde maken. De volgende twee
bezoeken heb ik met haar de opdracht gemaakt. Daaruit is het volgende gekomen:
Fase 1: De netwerkinventarisatie
We zijn begonnen met het inventariseren van haar netwerk, dit hebben we gedaan door
eerst het ecogram uit Bijlage 2 in te vullen (die hebben we met de hand gemaakt) en daarna
het inventarisatieformulier uit bijlage 5 (Scheffers, 2015, p. 273, pp. 276-278). Door het
inventariseren van het netwerk kunnen we de mogelijkheden van het netwerk verkennen
om mevr. F te ondersteunen bij het bereiken van haar doelen.
Fase 2: De netwerkanalyse
6
, Nadat we het netwerk hebben geïnventariseerd zijn we het netwerk gaan analyseren. Het is
hierbij de vraag hoe zij naar haar eigen netwerk kijkt en welke wensen zij heeft. Dat
resulteerde in het volgende:
Hulp bij het leren fietsen naar de school van haar zoontje
Oppas vinden of opvang
Hulp bij de Nederlandse taal leren voor haar en haar zoontje
Hulp bij de regelzaken
Een baan vinden
Op een schaal van 1 tot 10 is geeft ze een 8 over hoe tevreden zij is met haar netwerk. Ze
zegt wel dat er altijd nog meer vrienden bij kunnen, maar wel Nederlands sprekende
vrienden.
De mogelijkheden van het sociaal netwerk hebben we vormgegeven in Excel. Voor het
verkennen van de mogelijkheden hebben we bijlage 6 ‘mogelijkheden sociaal netwerk’
gebruikt (Scheffers, 2015, p. 279). Hierin vullen we de netwerkleden in van mevr. F die zij
belangrijk vindt.
Beschrijving van een begeleidingsmoment
Omdat de inventarisatie en analyse veel tijd hebben gekost hebben we besloten om in de
vervolgafspraak te kijken naar hoe we het netwerk konden gebruiken. Eerst herhaalden we
kort samen wat we de vorige keer hadden gedaan. In haar situatie ging het niet zo zeer om
het uitbreiden van het netwerk, maar meer om het gebruiken van haar netwerk. Zo kun je in
de bijlage zien dat er wel een netwerk aanwezig is. Ik ben in het vervolggesprek met mevr. F
gaan kijken naar wie, wat voor haar zouden kunnen betekenen. In dit gesprek kwam ik
erachter dat zij het moeilijk vindt om hulp te vragen omdat zij graag alles zelf wil doen en
zelfstandig wil zijn. Hier hebben we toen over gepraat en heb ik haar gemotiveerd om dit
toch wel te doen. Zo nam ik op een rustige manier het schema van de mogelijkheden door.
En raakte ik met haar aan de praat over de mensen in het schema en ook uit het ecogram.
Uiteindelijk legde ik de vraag bij haar neer hoe de mensen uit het schema haar kunnen
helpen bij haar wensen. Dit kwam er niet in 1 keer uit dus stelde ik de vraag: ‘Als je moet
7
Gemaakt door: Nina Valesca Evers
Docent: Judith Schöne
School: Inholland
Opleiding: Social Work
Klas: SW18B jaar 2
Datum van inleveren: 24 juni 2020
1
,Inhoudsopgave
Inleiding........................................................................................................................................................ 3
De opdrachten van module 5 ‘Erop af’........................................................................................................... 4
Leerwerkplaats: de integrale opdracht ‘Ontwerp veerkracht’.............................................................................4
Outreachend werken: het reflectieverslag na het assessment............................................................................4
Methodiek: Portfolio methodiek..........................................................................................................................5
De opdrachten van module 6....................................................................................................................... 35
Leerwerkplaats: opdracht profielkeuze 2.3.1.D.................................................................................................35
Methodiek: opdracht 1 ‘Poster Kick-off’ (groepsopdracht)...............................................................................44
Training weerbaar en effectief: opdracht 1 ‘Invloed van lichaamstaal’............................................................44
Training weerbaar en effectief: opdracht 2 ‘Omgaan met conflicten’..............................................................45
Training weerbaar en effectief: opdracht 3 ‘Reageren op agressie’..................................................................46
Training weerbaar en effectief: opdracht 4 ‘Reageren op agressie’..................................................................47
Training weerbaar en effectief: opdracht 5 ‘Sociale steun, veiligheid en collegialiteit’....................................48
Training weerbaar en effectief: schriftelijke reflectie assessment.....................................................................48
Interveniëren: schriftelijke reflectie assessment................................................................................................51
Grenzen aan vrijheid en veiligheid: ‘peerfeedback documentaire’....................................................................53
Grenzen aan vrijheid en veiligheid: huiswerkopdracht 3...................................................................................56
De toelichting op mijn ontwikkeling............................................................................................................. 57
Agenda voor het gesprek............................................................................................................................. 64
Literatuurlijst............................................................................................................................................... 64
2
,INLEIDING
In dit leerdossier laat ik mijn ontwikkeling als sociaal werker zien. In dit dossier wordt er
ingegaan op hoe de leerervaringen en de leeractiviteiten van het afgelopen studiejaar
hebben bijgedragen aan mijn ontwikkeling. Het leerdossier bestaat uit een weergave van de
(toets)-opdrachten die ik tijdens de colleges, leerwerkplaats en de trainingen in M5 en M6
van leerjaar 2 heb gemaakt. Verder omvat het document een toelichting op het leerdossier.
Op basis van dit leerdossier zal ik een individueel gesprek hebben aan het eind van het
schooljaar.
3
,DE OPDRACHTEN VAN MODULE 5 ‘EROP AF’
Leerwerkplaats: de integrale opdracht ‘Ontwerp
veerkracht’
Het was de bedoeling om hier de formatieve deelproducten van de integrale opdracht te
presenteren en daarnaast ook de feedback op de formatieve deelproducten. Helaas heb ik
en ook mijn medestudenten met wie ik de opdracht heb gemaakt de formatieve
deelproducten niet meer in bezit. Wij hebben alleen nog maar het eindproduct die we
hebben ingeleverd in bezit. Ik zal hier niet het verslag uploaden uit praktische overwegingen
omdat het document uit 54 blz. bestaat.
Outreachend werken: het reflectieverslag na het
assessment
Ik heb in module 5 een training gehad van outreachend werken. Als aansluitende toets
opdracht heb ik een assessment gehad, daarbij hoorde ook een reflectieverslag. Deze vindt u
hieronder. Uit praktische overwegingen heb ik niet het voorblad, de inhoudsopgave en de
literatuurlijst overgenomen van dit reflectieverslag.
Inleiding
Dit verslag bestaat uit de onderbouwing en verantwoording van mijn handelen in de
gespreksassesment op 28 oktober.
Onderbouwing en verantwoording van het handelen
Dit onderdeel weergeeft een onderbouwing en verantwoording van mijn handelen i.v.m. de
volgende methodische en theoretische aangrijpingspunten:
Presentiebenadering: De presentiebenadering is onlosmakelijk verbonden met het
outreachend werken. In deze benadering staan aandachtige betrokkenheid,
onvoorwaardelijkheid, oprechte interesse en respect centraal. Het is een houding. (Van
Doorn, Omlo, van Etten & Gademan, 2019) Ik heb deze houding toegepast door aandacht
aan hem te schenken, naar hem te luisteren, vragen te stellen en hem aan te kijken. Het was
belangrijk dat ik onvoorwaardelijk respect naar hem toonde. Ik stelde geen eisen aan zijn
‘persoon zijn’. In het gesprek was hij vrij om te spreken en te zeggen wat hij wil. Zo vertelde
hij bijv. dat hij een vrouw wil die voor hem gaat schoonmaken. Mijn eigen gedachte was op
dat moment ‘Dat is niet het nut van een vrouw’. Maar de kunst was om mij in te leven in zijn
gevoelens en gedachtegang en dat ik in dat moment mijn oordelen en gedachten thuislaat.
Ik liet hem vertellen zonder te oordelen. Ik toonde interesse in zijn kant van het verhaal.
4
,Aansluiten bij krachten: Het is in het outreachend werken belangrijk dat cliënten op hun
eigen manier, weer in staat gesteld worden om mee te doen. Dit kan de cliënt bereiken door
samen met de outreachend werker op zoek te gaan naar zijn krachten en wordt ernaar
gekeken hoe deze krachtbronnen versterkt kunnen worden. Het is de taak van de
outreachend werken om deze krachten zichtbaar te maken en te activeren om zo de cliënt
veerkrachtiger te maken. (Van Doorn, Omlo, van Etten & Gademan, 2019 Ik probeerde de
negatieve sombere kijk van de man om te zetten in positiviteit. Zo vertelde hij dat zijn vrouw
was overleden, wat inmiddels zijn vierde vrouw was die dood was. Hierop antwoordde ik:
‘dan heeft u veel liefde gegeven’. Zo maakte ik een kracht voor hem zichtbaar die hij
misschien zelf nog niet had gerealiseerd. Het bleek dat hij behoefte had aan een nieuwe
vrouw. Ik had hierop kunnen vragen hoe het hem eerder was gelukt om een nieuwe partner
te vinden. Dus om te vragen naar zijn succesverhalen omdat daaruit ook een kracht spreekt.
Netwerken: Dat je nooit alleen met je cliënt te maken hebt, is kenmerkend voor het
outreachend werken. De cliënt is een sociaal wezen en moet gezien en begrepen worden in
de relatie tot hun context. Dat wordt ook wel de ecologische benadering genoemd. Als
outreachend werker probeer je de cliënt en zijn sociale omgeving met elkaar te verbinden, je
vervult daardoor een intermediaire functie tussen de sociale omgeving en de cliënt. (Van
Doorn, Omlo, van Etten & Gademan, 2019) Er kwam een moment waarop hij iets zij over
een persoon uit zijn omgeving. Hij zij namelijk iets van ‘mijn nichtje ofzo, stelde een app
voor’. Dit is het moment waarop ik had door kunnen vragen over het nichtje en daarmee ook
verder kon vragen of hij ook contact had met andere familieleden etc. die veel voor hem
betekende. Toch koos ik er niet voor om dat te doen, op dat moment, omdat ik anders meer
zou denken aan mijn eigen professionele gedachte als: ‘ik moet nu weten wie er allemaal
een rol spelen in zijn leven’, terwijl in het moment van het gesprek dat niet het belangrijkste
was voor de man. Hij wilde het graag over het vinden van een vrouw hebben. Als ik hierop
terugkijk, had ik er later in het gesprek op terug kunnen komen, om zo meer te weten te
komen over zijn netwerk.
Motivering strategieën: Niet alle outreachcliënten zijn vanaf het begin van het contact
gemotiveerd. Daarom is het kenmerkend voor het outreachend werken dat outreachend
werkers goede skills hebben met betrekking tot motivatie tot gedragsverandering. De
grondgedachte is dat elke cliënt zelf kiest welke richting zij op wil met haar leven en hiervoor
ook in staat is of kan worden gesteld. (Van Doorn, Omlo, van Etten & Gademan, 2019) Hij
was op zoek naar een vrouw, toen vroeg ik aan hem of hij samen met mij een poging wilde
doen, toen vertelde hij over een app, waarop ik zei ‘nou waarom niet’. Ik motiveerde hem
door die app te starten door aan hem te vertellen dat ik het zelf ook wel eens heb gedaan en
er goeie resultaten mee heb behaald. Ik ondersteunde de man in zijn keuzeproces door hem
zijn goede ideeën aan te moedigen en hem er wat leuks over te vertellen. Ik had hierbij
vertrouwen in zijn ontwikkelingspotentie.
Methodiek: Portfolio methodiek
Ik heb in module 5 een begin gemaakt aan mijn portfolio voor methodisch handelen.
Hieronder vindt u het portfolio. Uit praktische overwegingen heb ik niet het voorblad, de
inhoudsopgave, de bijlagen en de literatuurlijst overgenomen van dit portfolio.
5
,Inleiding
Als toekomstig sociaal werker is de kans groot dat ik in de eerste lijn ga werken. Door de
invoering van de WMO 2007 en 2015 heeft er een verschuiving plaatsgevonden van
specialistische ondersteuning en zorg in de tweede lijn naar generalistische zorg in de eerste
lijn (Scheffers, 2015). In dit portfolio laat ik zien dat ik de kennis beheers over een aantal
instrumenten en methoden waarmee ik kan werken als generalist in de nulde en de eerste
lijn. In de eerste opdracht laat ik zien dat ik de sociaalnetwerkmethodiek kan toepassen. In
opdracht twee laat ik zien hoe ik de veerkracht van individuen, buurten of wijken kan
versterken door middel van de campagnemethode. In de derde opdracht laat ik zien dat ik in
staat ben om methodisch te werken door middel van online blended hulpverlening. In de
vierde opdracht laat ik zien dat ik signalen van huiselijk geweld kan herkennen en laat ik zien
dat ik weet hoe ik de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling kan gebruiken.
Opdracht 1A: De sociaal netwerkmethodiek
De eerste opdracht heb ik uitgevoerd met één van mijn cliënten van mijn stage bij de
Regenboog Groep. Ik kom inmiddels ruim 2 maanden bij mevr. F op bezoek. In een van mijn
bezoeken heb ik voorgesteld of zij deze opdracht met mij wilde maken. De volgende twee
bezoeken heb ik met haar de opdracht gemaakt. Daaruit is het volgende gekomen:
Fase 1: De netwerkinventarisatie
We zijn begonnen met het inventariseren van haar netwerk, dit hebben we gedaan door
eerst het ecogram uit Bijlage 2 in te vullen (die hebben we met de hand gemaakt) en daarna
het inventarisatieformulier uit bijlage 5 (Scheffers, 2015, p. 273, pp. 276-278). Door het
inventariseren van het netwerk kunnen we de mogelijkheden van het netwerk verkennen
om mevr. F te ondersteunen bij het bereiken van haar doelen.
Fase 2: De netwerkanalyse
6
, Nadat we het netwerk hebben geïnventariseerd zijn we het netwerk gaan analyseren. Het is
hierbij de vraag hoe zij naar haar eigen netwerk kijkt en welke wensen zij heeft. Dat
resulteerde in het volgende:
Hulp bij het leren fietsen naar de school van haar zoontje
Oppas vinden of opvang
Hulp bij de Nederlandse taal leren voor haar en haar zoontje
Hulp bij de regelzaken
Een baan vinden
Op een schaal van 1 tot 10 is geeft ze een 8 over hoe tevreden zij is met haar netwerk. Ze
zegt wel dat er altijd nog meer vrienden bij kunnen, maar wel Nederlands sprekende
vrienden.
De mogelijkheden van het sociaal netwerk hebben we vormgegeven in Excel. Voor het
verkennen van de mogelijkheden hebben we bijlage 6 ‘mogelijkheden sociaal netwerk’
gebruikt (Scheffers, 2015, p. 279). Hierin vullen we de netwerkleden in van mevr. F die zij
belangrijk vindt.
Beschrijving van een begeleidingsmoment
Omdat de inventarisatie en analyse veel tijd hebben gekost hebben we besloten om in de
vervolgafspraak te kijken naar hoe we het netwerk konden gebruiken. Eerst herhaalden we
kort samen wat we de vorige keer hadden gedaan. In haar situatie ging het niet zo zeer om
het uitbreiden van het netwerk, maar meer om het gebruiken van haar netwerk. Zo kun je in
de bijlage zien dat er wel een netwerk aanwezig is. Ik ben in het vervolggesprek met mevr. F
gaan kijken naar wie, wat voor haar zouden kunnen betekenen. In dit gesprek kwam ik
erachter dat zij het moeilijk vindt om hulp te vragen omdat zij graag alles zelf wil doen en
zelfstandig wil zijn. Hier hebben we toen over gepraat en heb ik haar gemotiveerd om dit
toch wel te doen. Zo nam ik op een rustige manier het schema van de mogelijkheden door.
En raakte ik met haar aan de praat over de mensen in het schema en ook uit het ecogram.
Uiteindelijk legde ik de vraag bij haar neer hoe de mensen uit het schema haar kunnen
helpen bij haar wensen. Dit kwam er niet in 1 keer uit dus stelde ik de vraag: ‘Als je moet
7
