VERBETERPLAN KWALITEITSZORG
Medische Alertheid bij Agogisch geschoolde
medewerkers
Nicky Stuijts
Studentnummer 451675
Klas VP4-25655B1A
Docent Mw. D. Brouwer
27 april 2025
,INHOUD
Voorwoord 2
Inleiding 2
Hoofddoelstelling 3
Hoofdstuk 1 4
• Canmed rollen 4
• LITERATUUROnderzoek 6
Hoofstuk 2 7
• huidige situatie 7
• Knelpunten 11
• Oorzaken 13
• SWOTanalyse 14
• Wenselijke situatie 17
Hoofdstuks 17
• Probleemanalyse 17
• Onderzoeksvraag 19
• Deelvragen 19
• SMART-doelstelling 20
• Praktijkonderzoek: Enquêtes 20
• Uikomst enquetes 21
Hoofstuk 4 23
• het verbeterplan opgebouwd uit doelstelling en resultaat 23
• plan van aanpak 25
• Aanbevelingen 26
• voorgestelde Verbeteringen 28
• Advies aan management 30
Hoofdstuk 5 32
• Reflectie onderzoek 32
• Mijn visie op kwaliteit 34
Literatuurlijst 35
Bronvermelding 35
Bijlage 36
,VOORWOORD
Mijn naam is Nicky Stuijts en volg de opleiding Verpleegkundige 4 bij MBO-Amersfoort.
Voor u ligt mijn verbeterplan waarin ik onderzoek doe naar de medische alertheid bij
Agogisch geschoolde medewerkers. Het verbeterplan is een onderdeel van het eindexamen
om medio Juli as te kunnen diplomeren
Ik hoop met dit verbeterplan te leren hoe er wordt omgegaan met de medische alertheid
en meer inzicht te krijgen en wat er nodig is om medische signalering te vergroten van de
agogisch geschoolde collega's. Ik hoop uiteindelijk hen hiermee een tooi in handen te
kunnen geven om hun medische kennis en signalering en hun zelfvertrouwen te vergroten
waardoor de kwaliteit van zorg zal verbeteren.
Ik wil bij deze alle collega’s bedanken voor het invullen van de enquêtes,
Mijn werkbegeleider Wilma bedanken voor het meedenken en nalezen en mijn lieve vriend
voor zijn geduld en begrip tijdens deze soms wat stressvolle periode.
INLEIDING
In 2021 besloot ik mij verder te ontwikkelen en startte ik met de opleiding tot
verpleegkundige. Tegelijkertijd werkte ik in de gehandicaptenzorg als begeleider en leerling-
verpleegkundige. Deze periode bood mij waardevolle inzichten in de samenwerking tussen
agogisch en medisch geschoolde medewerkers binnen het team.
Tijdens mijn werk draaide ik regelmatig stipdiensten. Dit houdt in dat ik bereikbaar was voor
collega's die medisch advies nodig hadden, iets wilde overleggen, een verpleegtechnische
handeling of een beoordeling vroegen op medisch vlak.
Ik merkte echter dat er vaak vragen werden gesteld over situaties die geen spoed waren, of
dat medische kwesties die wel aandacht behoefden, niet adequaat werden opgepakt.
Dit heeft mijn bewustzijn vergroot over de noodzaak van een goede balans tussen agogische
en medische expertise.
HUIDIGE FUNCTIE
Momenteel ben ik werkzaam als leerling locatieverpleegkundige bij Philadelphia, locatie De
Amersfoortsestraat in Soesterberg. Ik werk hier sinds een half jaar op een intensieve
zorglocatie voor mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblematiek, ook wel
moeilijk verstaanbaar gedrag (MVG) genoemd.
De doelgroep waarmee ik werk, bestaat uit mensen met een lichte tot matige verstandelijke
beperking. Zij hebben vaak complexe zorgbehoeften door een combinatie van psychische
problematiek, lichamelijke klachten en ouderdom.
Specifieke zorguitdagingen bij deze doelgroep:
• Vroege geriatrische kwetsbaarheid: Bij cliënten met een (ernstige) verstandelijke
beperking of het syndroom van Down kan veroudering al vanaf 40 jaar zichtbaar zijn.
Dit komt door een opeenstapeling van ongunstige factoren, zoals chronische ziekten,
polyfarmacie, een ongezonde levensstijl en verminderde mobiliteit.
• Psychische en gedragsproblematiek: Bij deze groep komt twee- tot driemaal vaker
gedragsproblematiek en psychiatrische aandoeningen voor.
. Afhankelijkheid en coping: Veel cliënten zijn afhankelijk van anderen, hebben
beperkte coping mechanismen en zijn gevoeliger voor stress.
Op de Amersfoortsestraat werken veel begeleiders met een agogische achtergrond. Binnen
ons team krijg ik regelmatig vragen over medische onderwerpen. Dit vraagt om een goede
samenwerking en het versterken van medische kennis binnen het team, zodat we
gezamenlijk de beste zorg kunnen bieden aan deze kwetsbare doelgroep.
2
, VERSTANDELIJKE BEPERKING:
Een lichtverstandelijke beperking (LVB) is een vorm van een verstandelijke beperking waarbij
een persoon moeite heeft met cognitieve functies zoals redeneren, leren, plannen en het
begrijpen van abstracte concepten. Mensen met een LVB functioneren op een lager niveau
dan gemiddeld en hebben vaak ondersteuning nodig in het dagelijks leven. Hieronder een
overzicht van de belangrijkste kenmerken:
• IQ-niveau: Het IQ ligt tussen de 50 en 70.
• Problemen met sociale vaardigheden: Moeite met relaties, communicatie en
sociale situaties.
• Beperkte zelfredzaamheid: Extra begeleiding is nodig bij dagelijkse activiteiten
zoals omgaan met geld, plannen en huishouden.
• Langzaam leerproces: Ze leren trager en hebben vaak meer herhaling en
praktische voorbeelden nodig.
• Concrete denkwijze: Abstraheren en complexe concepten begrijpen zijn lastig. Ze
denken vaak in concrete termen.
• Moeite met zelfstandig functioneren: Ze kunnen vaak wel eenvoudige taken
uitvoeren, maar complexe of onverwachte situaties leveren stress op.
MOEILIJK VERSTAANBAAR GEDRAG:
De cliënten op de Amersfoortsesfraat zijn qua kalenderleeftijd maar hun emotionele
ontwikkelingsleeftijd ligt vaak veel lager, tussen de 6 maanden tot 6 jaar. Zij kunnen vaak niet
goed uiten en communiceren doorvertellen wat hun dwars zit en waar ze last van hebben.
Hun manier van communiceren gaat veel gepaard met emoties. Zij kunnen erg gefrustreerd
raken, boos worden, gaan schreeuwen, fysieke agressie en auto mutileren wanneer het niet
lukt om hun verhaal over te brengen aan de ander.
HOOFDDOELSTELLING
Agogisch medewerkers in de gehandicaptenzorg hebben onvoldoende medische kennis en
vaardigheden om gezondheidsproblemen bij cliënten tijdig te signaleren. Dit leidt tot
vertraging in de zorg en soms tot verslechtering van de gezondheid van cliënten.
De hoofddoelstelling is het verhogen van de medische alertheid van begeleiding door hen
te voorzien van de kennis, vaardigheden en tools die nodig zijn om medische signalen tijdig
te herkennen, effectief te rapporteren en adequaat op te volgen.
Hierdoor wordt:
• De veiligheid en het welzijn van cliënten gewaarborgd.
• De samenwerking tussen agogische en medische professionals versterkt.
• De kwaliteit en continuïteit van zorg verbeterd.
Dit verbeterplan richt zich op het implementeren van praktische en toepasbare
verbeteringen binnen de werkprocessen, zodat medewerkers structureel en met vertrouwen
medische signaleringen kunnen uitvoeren
3
Medische Alertheid bij Agogisch geschoolde
medewerkers
Nicky Stuijts
Studentnummer 451675
Klas VP4-25655B1A
Docent Mw. D. Brouwer
27 april 2025
,INHOUD
Voorwoord 2
Inleiding 2
Hoofddoelstelling 3
Hoofdstuk 1 4
• Canmed rollen 4
• LITERATUUROnderzoek 6
Hoofstuk 2 7
• huidige situatie 7
• Knelpunten 11
• Oorzaken 13
• SWOTanalyse 14
• Wenselijke situatie 17
Hoofdstuks 17
• Probleemanalyse 17
• Onderzoeksvraag 19
• Deelvragen 19
• SMART-doelstelling 20
• Praktijkonderzoek: Enquêtes 20
• Uikomst enquetes 21
Hoofstuk 4 23
• het verbeterplan opgebouwd uit doelstelling en resultaat 23
• plan van aanpak 25
• Aanbevelingen 26
• voorgestelde Verbeteringen 28
• Advies aan management 30
Hoofdstuk 5 32
• Reflectie onderzoek 32
• Mijn visie op kwaliteit 34
Literatuurlijst 35
Bronvermelding 35
Bijlage 36
,VOORWOORD
Mijn naam is Nicky Stuijts en volg de opleiding Verpleegkundige 4 bij MBO-Amersfoort.
Voor u ligt mijn verbeterplan waarin ik onderzoek doe naar de medische alertheid bij
Agogisch geschoolde medewerkers. Het verbeterplan is een onderdeel van het eindexamen
om medio Juli as te kunnen diplomeren
Ik hoop met dit verbeterplan te leren hoe er wordt omgegaan met de medische alertheid
en meer inzicht te krijgen en wat er nodig is om medische signalering te vergroten van de
agogisch geschoolde collega's. Ik hoop uiteindelijk hen hiermee een tooi in handen te
kunnen geven om hun medische kennis en signalering en hun zelfvertrouwen te vergroten
waardoor de kwaliteit van zorg zal verbeteren.
Ik wil bij deze alle collega’s bedanken voor het invullen van de enquêtes,
Mijn werkbegeleider Wilma bedanken voor het meedenken en nalezen en mijn lieve vriend
voor zijn geduld en begrip tijdens deze soms wat stressvolle periode.
INLEIDING
In 2021 besloot ik mij verder te ontwikkelen en startte ik met de opleiding tot
verpleegkundige. Tegelijkertijd werkte ik in de gehandicaptenzorg als begeleider en leerling-
verpleegkundige. Deze periode bood mij waardevolle inzichten in de samenwerking tussen
agogisch en medisch geschoolde medewerkers binnen het team.
Tijdens mijn werk draaide ik regelmatig stipdiensten. Dit houdt in dat ik bereikbaar was voor
collega's die medisch advies nodig hadden, iets wilde overleggen, een verpleegtechnische
handeling of een beoordeling vroegen op medisch vlak.
Ik merkte echter dat er vaak vragen werden gesteld over situaties die geen spoed waren, of
dat medische kwesties die wel aandacht behoefden, niet adequaat werden opgepakt.
Dit heeft mijn bewustzijn vergroot over de noodzaak van een goede balans tussen agogische
en medische expertise.
HUIDIGE FUNCTIE
Momenteel ben ik werkzaam als leerling locatieverpleegkundige bij Philadelphia, locatie De
Amersfoortsestraat in Soesterberg. Ik werk hier sinds een half jaar op een intensieve
zorglocatie voor mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblematiek, ook wel
moeilijk verstaanbaar gedrag (MVG) genoemd.
De doelgroep waarmee ik werk, bestaat uit mensen met een lichte tot matige verstandelijke
beperking. Zij hebben vaak complexe zorgbehoeften door een combinatie van psychische
problematiek, lichamelijke klachten en ouderdom.
Specifieke zorguitdagingen bij deze doelgroep:
• Vroege geriatrische kwetsbaarheid: Bij cliënten met een (ernstige) verstandelijke
beperking of het syndroom van Down kan veroudering al vanaf 40 jaar zichtbaar zijn.
Dit komt door een opeenstapeling van ongunstige factoren, zoals chronische ziekten,
polyfarmacie, een ongezonde levensstijl en verminderde mobiliteit.
• Psychische en gedragsproblematiek: Bij deze groep komt twee- tot driemaal vaker
gedragsproblematiek en psychiatrische aandoeningen voor.
. Afhankelijkheid en coping: Veel cliënten zijn afhankelijk van anderen, hebben
beperkte coping mechanismen en zijn gevoeliger voor stress.
Op de Amersfoortsestraat werken veel begeleiders met een agogische achtergrond. Binnen
ons team krijg ik regelmatig vragen over medische onderwerpen. Dit vraagt om een goede
samenwerking en het versterken van medische kennis binnen het team, zodat we
gezamenlijk de beste zorg kunnen bieden aan deze kwetsbare doelgroep.
2
, VERSTANDELIJKE BEPERKING:
Een lichtverstandelijke beperking (LVB) is een vorm van een verstandelijke beperking waarbij
een persoon moeite heeft met cognitieve functies zoals redeneren, leren, plannen en het
begrijpen van abstracte concepten. Mensen met een LVB functioneren op een lager niveau
dan gemiddeld en hebben vaak ondersteuning nodig in het dagelijks leven. Hieronder een
overzicht van de belangrijkste kenmerken:
• IQ-niveau: Het IQ ligt tussen de 50 en 70.
• Problemen met sociale vaardigheden: Moeite met relaties, communicatie en
sociale situaties.
• Beperkte zelfredzaamheid: Extra begeleiding is nodig bij dagelijkse activiteiten
zoals omgaan met geld, plannen en huishouden.
• Langzaam leerproces: Ze leren trager en hebben vaak meer herhaling en
praktische voorbeelden nodig.
• Concrete denkwijze: Abstraheren en complexe concepten begrijpen zijn lastig. Ze
denken vaak in concrete termen.
• Moeite met zelfstandig functioneren: Ze kunnen vaak wel eenvoudige taken
uitvoeren, maar complexe of onverwachte situaties leveren stress op.
MOEILIJK VERSTAANBAAR GEDRAG:
De cliënten op de Amersfoortsesfraat zijn qua kalenderleeftijd maar hun emotionele
ontwikkelingsleeftijd ligt vaak veel lager, tussen de 6 maanden tot 6 jaar. Zij kunnen vaak niet
goed uiten en communiceren doorvertellen wat hun dwars zit en waar ze last van hebben.
Hun manier van communiceren gaat veel gepaard met emoties. Zij kunnen erg gefrustreerd
raken, boos worden, gaan schreeuwen, fysieke agressie en auto mutileren wanneer het niet
lukt om hun verhaal over te brengen aan de ander.
HOOFDDOELSTELLING
Agogisch medewerkers in de gehandicaptenzorg hebben onvoldoende medische kennis en
vaardigheden om gezondheidsproblemen bij cliënten tijdig te signaleren. Dit leidt tot
vertraging in de zorg en soms tot verslechtering van de gezondheid van cliënten.
De hoofddoelstelling is het verhogen van de medische alertheid van begeleiding door hen
te voorzien van de kennis, vaardigheden en tools die nodig zijn om medische signalen tijdig
te herkennen, effectief te rapporteren en adequaat op te volgen.
Hierdoor wordt:
• De veiligheid en het welzijn van cliënten gewaarborgd.
• De samenwerking tussen agogische en medische professionals versterkt.
• De kwaliteit en continuïteit van zorg verbeterd.
Dit verbeterplan richt zich op het implementeren van praktische en toepasbare
verbeteringen binnen de werkprocessen, zodat medewerkers structureel en met vertrouwen
medische signaleringen kunnen uitvoeren
3
