C1.1 - Samenvatting
Endogene krachten
Endogene processen zijn krachten die van binnenuit de aarde komen,
zoals vulkanisme en plaattektoniek.
Opbouw van de aarde
Opgebouwd uit 3 lagen:
1. De aardkern van de aarde bestaat voornamelijk uit nikkelijzer en
bevat ook radioactieve elementen die warmte produceren. Er is een
onderscheid tussen een vast binnenste gedeelte en een vloeibaar
buitenste gedeelte.
2. De aardmantel omringt de kern en bestaat uit gesteente dat wordt
verwarmd door de warmteafgifte vanuit de kern. Dit gesteente
circuleert door middel van convectiestromen, waardoor het opstijgt
naar de aardkorst en weer afkoelt en zakt naar de kern.
3. De aardkorst is de buitenste laag. Deze bestaat uit verbindingen
van zuurstof met elementen zoals ijzer, calcium, magnesium,
natrium en aluminium. De dikte van de aardkorst varieert. De
oceanische korst is ongeveer 8 kilometer dik en bestaat
voornamelijk uit basalt. De continentale korst is ongeveer 40
kilometer dik en is bij gebergten nog dikker. Deze bestaat uit
gesteente zoals graniet. Zowel de oceaanbodem als de continenten
drijven op het mantelgesteente. Soms worden er onder water
gebergten gevonden door satellieten, deze worden mid-
oceaanruggen genoemd. Er zijn ook diepe kloven te vinden,
diepzeetroggen.
Catastrofetheorie en actualisme
Vanaf 17e eeuw vermoeden continenten aan elkaar zaten en door
aardbevingen van elkaar gescheiden waren. Echter geen verklaring voor
de theorie, omdat men uitging van de catastrofetheorie, waarin
ingrijpende veranderingen van het aardoppervlak plotseling optraden. De
catastrofetheorie werd vervangen door het principe van actualisme, dat
stelt dat geologische krachten en processen nu hetzelfde zijn als vroeger.
Dit wordt uitgedrukt in de uitspraak ‘the present is the key to the past’.
Alfred Wegener ontdekte in 1912 bewijzen dat de continenten aan elkaar
vastzaten. Hij zag overeenkomsten tussen fossielen in uiteenlopende
delen van de wereld, sporen van gelijktijdige vergletsjering in Australië,
Zuid-Afrika, India en Zuid-Amerika en merkte op dat rotsen op
, verschillende continenten op elkaar aansloten. Hij dacht dat alle
continenten ooit samen één oercontinent vormden, dat hij Pangea
noemde. Probleem, hij kon het niet bewijzen.
Plaatbewegingen
De platen kunnen op 3 manier ten opzichte van elkaar bewegen:
- Divergentie is het proces waarbij platen uit elkaar bewegen. Komt
vooral voor in oceanen, waar nieuw materiaal naar boven komt aan
de bodem en mid-oceanische ruggen vormt. Deze gebieden
gekenmerkt door ondiepe aardbevingen en rustig vulkanisme. Ook
kan divergentie plaatsvinden wanneer platen scheuren, waardoor
magma naar boven kan komen en vulkanen kunnen ontstaan.
- Bij convergentie bewegen twee platen naar elkaar toe. Dit kan op
3 manieren:
1. Een oceanische plaat botst tegen een continentale plaat.
Oceanische onder continentale, want zwaarder, en zinkt in
mantel. Gebeurt in een subductiezone, zichtbaar aan de
diepzeetrog. Ontstaan gebergten en heftige vulkanen en er
komen zware aardbevingen voor.
2. Twee oceanische platen tegen elkaar. De oudste, zwaardere
plaat onder jongere lichtere plaat. Gevolg is vulkanische
eilandenboog.
3. Twee stukken continentale korst tegen elkaar. De platen
bevatten uitgestrekte stabiele delen, genaamd schilden. Door
botsing ontstaan plooiingsgebergten en zijn vaak aardbevingen.
- Een transformbeweging is een beweging waarbij 2 aardplaten
langs elkaar schuiven. Verschuiving verloopt horizontaal, waardoor
veel wrijvingsspanningen ontstaan. Als spanningen ontladen kunnen
aardbevingen ontstaan. Ontstaan geen hoogteverschillen zoals
horsten of slenken.
- Horsten en slenken ontstaan in gebieden waar aardkorst onder
invloed van uitrekking breekt, zoals bij divergente plaatbeweging.
Door spanningen verschuiven gesteenteblokken niet alleen
horizontaal, maar ook verticaal. Opgetilde blokken, horsten,
ingezakte blokken, slenken. Het afwisselende reliëf heet
breukgebergte.
Platentektoniek is de wetenschap dat de aardkorst bestaat uit
voortdurend bewegende platen. Dit gebeurt door convectiestromen in de
aardmantel. Heet magma komt naar boven en stroomt zijwaarts weg,
waardoor stukken korst mee worden genomen. Soms breekt de korst en
stroomt magma als lava naar buiten, wat leidt tot divergente breuken. De
Endogene krachten
Endogene processen zijn krachten die van binnenuit de aarde komen,
zoals vulkanisme en plaattektoniek.
Opbouw van de aarde
Opgebouwd uit 3 lagen:
1. De aardkern van de aarde bestaat voornamelijk uit nikkelijzer en
bevat ook radioactieve elementen die warmte produceren. Er is een
onderscheid tussen een vast binnenste gedeelte en een vloeibaar
buitenste gedeelte.
2. De aardmantel omringt de kern en bestaat uit gesteente dat wordt
verwarmd door de warmteafgifte vanuit de kern. Dit gesteente
circuleert door middel van convectiestromen, waardoor het opstijgt
naar de aardkorst en weer afkoelt en zakt naar de kern.
3. De aardkorst is de buitenste laag. Deze bestaat uit verbindingen
van zuurstof met elementen zoals ijzer, calcium, magnesium,
natrium en aluminium. De dikte van de aardkorst varieert. De
oceanische korst is ongeveer 8 kilometer dik en bestaat
voornamelijk uit basalt. De continentale korst is ongeveer 40
kilometer dik en is bij gebergten nog dikker. Deze bestaat uit
gesteente zoals graniet. Zowel de oceaanbodem als de continenten
drijven op het mantelgesteente. Soms worden er onder water
gebergten gevonden door satellieten, deze worden mid-
oceaanruggen genoemd. Er zijn ook diepe kloven te vinden,
diepzeetroggen.
Catastrofetheorie en actualisme
Vanaf 17e eeuw vermoeden continenten aan elkaar zaten en door
aardbevingen van elkaar gescheiden waren. Echter geen verklaring voor
de theorie, omdat men uitging van de catastrofetheorie, waarin
ingrijpende veranderingen van het aardoppervlak plotseling optraden. De
catastrofetheorie werd vervangen door het principe van actualisme, dat
stelt dat geologische krachten en processen nu hetzelfde zijn als vroeger.
Dit wordt uitgedrukt in de uitspraak ‘the present is the key to the past’.
Alfred Wegener ontdekte in 1912 bewijzen dat de continenten aan elkaar
vastzaten. Hij zag overeenkomsten tussen fossielen in uiteenlopende
delen van de wereld, sporen van gelijktijdige vergletsjering in Australië,
Zuid-Afrika, India en Zuid-Amerika en merkte op dat rotsen op
, verschillende continenten op elkaar aansloten. Hij dacht dat alle
continenten ooit samen één oercontinent vormden, dat hij Pangea
noemde. Probleem, hij kon het niet bewijzen.
Plaatbewegingen
De platen kunnen op 3 manier ten opzichte van elkaar bewegen:
- Divergentie is het proces waarbij platen uit elkaar bewegen. Komt
vooral voor in oceanen, waar nieuw materiaal naar boven komt aan
de bodem en mid-oceanische ruggen vormt. Deze gebieden
gekenmerkt door ondiepe aardbevingen en rustig vulkanisme. Ook
kan divergentie plaatsvinden wanneer platen scheuren, waardoor
magma naar boven kan komen en vulkanen kunnen ontstaan.
- Bij convergentie bewegen twee platen naar elkaar toe. Dit kan op
3 manieren:
1. Een oceanische plaat botst tegen een continentale plaat.
Oceanische onder continentale, want zwaarder, en zinkt in
mantel. Gebeurt in een subductiezone, zichtbaar aan de
diepzeetrog. Ontstaan gebergten en heftige vulkanen en er
komen zware aardbevingen voor.
2. Twee oceanische platen tegen elkaar. De oudste, zwaardere
plaat onder jongere lichtere plaat. Gevolg is vulkanische
eilandenboog.
3. Twee stukken continentale korst tegen elkaar. De platen
bevatten uitgestrekte stabiele delen, genaamd schilden. Door
botsing ontstaan plooiingsgebergten en zijn vaak aardbevingen.
- Een transformbeweging is een beweging waarbij 2 aardplaten
langs elkaar schuiven. Verschuiving verloopt horizontaal, waardoor
veel wrijvingsspanningen ontstaan. Als spanningen ontladen kunnen
aardbevingen ontstaan. Ontstaan geen hoogteverschillen zoals
horsten of slenken.
- Horsten en slenken ontstaan in gebieden waar aardkorst onder
invloed van uitrekking breekt, zoals bij divergente plaatbeweging.
Door spanningen verschuiven gesteenteblokken niet alleen
horizontaal, maar ook verticaal. Opgetilde blokken, horsten,
ingezakte blokken, slenken. Het afwisselende reliëf heet
breukgebergte.
Platentektoniek is de wetenschap dat de aardkorst bestaat uit
voortdurend bewegende platen. Dit gebeurt door convectiestromen in de
aardmantel. Heet magma komt naar boven en stroomt zijwaarts weg,
waardoor stukken korst mee worden genomen. Soms breekt de korst en
stroomt magma als lava naar buiten, wat leidt tot divergente breuken. De