TENTAMENSTOF
Begrippen:
Relationeel gegevensmodel: Dit verwijst naar het ontwerp van een
database die gegevens organiseert in tabellen, wat de basis vormt voor het
werken met relationele databases. Het heeft te maken met hoe gegevens
worden opgeslagen, genormaliseerd, en geordend.
DCL statements: DCL staat voor Data Control Language, en het wordt
gebruikt voor het beheren van de toegangsrechten van gebruikers. Denk
hierbij aan commando’s zoals GRANT en REVOKE.
DML statements: DML staat voor Data Manipulation Language, en deze
commando’s worden gebruikt om gegevens in een database te manipuleren.
Voorbeelden zijn INSERT, UPDATE, en DELETE.
ANSI SQL: Dit is de gestandaardiseerde versie van SQL, die door veel
verschillende databasebeheersystemen wordt ondersteund.
Normalisatie: Het proces van het organiseren van gegevens in een database
om redundantie te verminderen en de gegevensintegriteit te verbeteren, tot
de derde normaalvorm (3NF).
Beperkings- en gedragsregels: Dit betreft de regels die zorgen voor de
integriteit van de gegevens, zoals datatypes, null-waarden en referentiële
integriteit.
Multi-tenant database architectuur: Dit verwijst naar een database-
structuur die meerdere gebruikers (tenants) ondersteunt, waarbij elke
gebruiker zijn eigen gescheiden gegevens heeft, maar de infrastructuur wordt
gedeeld.
Overzicht van SQL JOIN's: Inner Join:
Dit is de meest gebruikte JOIN in SQL. Bij een INNER JOIN worden alleen de
rijen uit twee tabellen gecombineerd waar de join-voorwaarde waar is. Als de
voorwaarde niet waar is, komen de rijen niet in de resultaatset.
Outer Join:
Bij een LEFT OUTER JOIN, RIGHT OUTER JOIN, of FULL OUTER JOIN worden ook
de rijen opgenomen die geen overeenkomende waarde hebben in de andere
tabel, met NULL ingevulde kolommen.
, Cross Join:
Dit is een JOIN zonder een join-voorwaarde. Het resultaat is het cartesisch
product van de twee tabellen, waarbij elke rij uit de eerste tabel wordt
gecombineerd met elke rij uit de tweede tabel.
Correcte Query-uitvoering:
Bij het uitvoeren van een SQL-query is het belangrijk te zorgen dat de join-condities
correct worden ingesteld, zodat alleen de juiste gegevens worden teruggegeven. Ook
moet ervoor gezorgd worden dat de SQL-syntaxis overeenkomt met de SQL-
standaard en de dialecten die door het gebruikte databasebeheersysteem (DBMS)
worden ondersteund.
In een query waarbij je INNER JOIN gebruikt, moeten de tabellen correct gekoppeld
worden, en moeten de voorwaarden voor de joins correct worden geformuleerd. Dit
voorkomt onverwachte resultaten zoals het verlies van gegevens door verkeerde
relaties tussen de tabellen.
Samenvatting SQL-functies en JOINs:
JOIN: Voor het combineren van tabellen.
WHERE: Voor het toepassen van filters.
INNER JOIN: Geeft alleen de rijen terug die voldoen aan de opgegeven
voorwaarde.
LEFT JOIN: Geeft alle rijen uit de linker tabel en de overeenkomende rijen uit
de rechter tabel terug. Als er geen overeenkomst is, komen er NULL-waarden
in de rechter tabel.
RIGHT JOIN: Het omgekeerde van LEFT JOIN.
FULL OUTER JOIN: Combineert de eigenschappen van zowel LEFT JOIN als
RIGHT JOIN.
CROSS JOIN: Combineert elke rij van de eerste tabel met elke rij van de
tweede tabel.
Toetsvoorbereiding – SQL Tests: Om goed voorbereid te zijn op een SQL-toets,
moet je zowel de syntaxis van SQL-queries begrijpen als hoe je deze queries kunt
toepassen op de database. Dit omvat:
1. De basis SQL-commando's zoals SELECT, INSERT, UPDATE, en DELETE.
2. Joins: Begrijp het verschil tussen INNER JOIN, LEFT JOIN, en RIGHT JOIN.
3. Waarvoor gebruik je GROUP BY, HAVING, en ORDER BY.
4. Subqueries: Hoe en wanneer gebruik je subqueries in een query.