Causaliteitstheorieën:
1. Conditio Sine Qua Non: het gedrag in kwestie moet redelijkerwijs een onmisbare,
noodzakelijke voorwaarde voor het gevolg zijn geweest.
2. Causa proxima theorie: naaste, dichtstbijzijnde oorzaak wordt gezien als de juridische
relevante oorzaak. De laatste belangrijke schakel staat hier centraal.
3. Relevantietheorie: selecteert binnen de onmisbare voorwaarden voor het intreden
van het gevolg, de oorzaak die in de optiek van de wetgever voor het delict in kwestie
als de meest relevante geldt.
4. Adequatietheorie (voorzienbaarheidsleer): voorzienbaarheid van de verdachte van de
kans op een bepaald gevolg staat centraal.
Causaliteit bepalen a.d.h.v. de heersende leer (leer van de redelijke toerekening):
1. Arrest Haarlemse doodslag, niet behandelde longinfectie en aortaperforatie.
2. Kijken of er een cine qua non verband bestaat tussen de gedraging van de verdachte
en het delictsgevolg.
3. Had het gevolg ook plaatsgevonden als de gedraging niet had plaatsgevonden en is
de gedraging een onmiskenbare, noodzakelijke schakel om tot het gevolg te komen.
4. Ja? Dan vaststellen of het redelijk is om het delict gevolg ook toe te rekenen aan de
verdachte. Perspectief ruimer naar mate de gedraging gevaarlijker is.
5. Nee? Betekent niet dat gedraging niet redelijkerwijs kan worden toegerekend. In
Groninger HIV een criteria om causaal verband aan te nemen en tot redelijke
toerekening te komen:
- Het gedrag van de verdachte kan een onmisbare schakel hebben gevormd.
- Het is aannemelijk dat het gevolg met een aanzienlijke mate van
waarschijnlijkheid door de gedraging van de verdachte is veroorzaakt > hangt af
van concrete omstandigheden van het geval. HR zegt: de gedraging van de
verdachte moet naar haar aard geschikt zijn om het gevolg teweeg te brengen en
of zij naar ervaringsregels van dien aard is dat zij heeft geleid tot het intreden van
het gevolg.
Facetwederrechtelijkheid: het bestanddeel wederrechtelijk of vormen daarvan hebben in
specifieke delictsomschrijvingen een bepaalde betekenis die kan afwijken van de betekenis
die wederrechtelijkheid toekomt in andere delictsomschrijvingen: onbevoegd, zonder recht
etc.
Leer van redelijke toerekening:
1. Causaal verband vaststellen a.d.h.v. de leer van de redelijke toerekening > Kan de
gedraging redelijkerwijs aan de verdachte worden toegerekend (arrest
aortaperforatie)?
2. Redelijkheid beoordelen: HR zegt: kijken of de gevolgen in het redelijke/verwachte
liggen van de gepleegde gedragingen.
3. Benoemen hoe gevaarlijker de gedraging is, hoe ruimer (minder streng) de
beoordeling is. Lag de oorzaak binnen het perspectief van de gedraging?
4. Benoemen of er nog een andere schakel was in de causale keten.
5. Conclusie trekken of causaal verband a.d.h.v. de leer van de redelijke toerekening
kan worden vastgesteld.
6. Toetsen aan het gronddelict (doodslag, moord, mishandeling etc. schuld/opzet).
(Alternatief) Causaliteit:
Eerst toetsen aan cine qua non
Kan cine qua non niet worden vastgesteld? Dan toetsen aan leer van de redelijke
toerekening.
Arrest bloedvergiftiging en Groninger HIV.
1
, Causaliteit in het geval van nalaten:
Eerst toetsen aan cine qua non
Kan cine qua non niet worden vastgesteld? Dan toetsen aan leer van de redelijke
toerekening. Kan gevolg redelijkerwijs aan de verdachte worden toegerekend.
Millecam arrest: nagaan of er sprake is van zorgplicht.
2