1. Over eenvoud en complexiteit
Nood aan bescheidenheid in de psychologie
Waarom bescheidenheid nodig is:
● Vooringenomenheid bij wetenschappers:
○ Wetenschappers: vaak hun eigen gelijk bevestigen → tunnelvisie
● Moeilijkheid van objectiviteit en herhaalbaarheid:
○ Psychologisch onderzoek is moeilijker te herhalen door:
■ Veranderlijkheid van menselijk gedrag over tijd en cultuur
■ Invloeden van context (opvoeding, sociale omgeving)
■ Meetinstrumenten en methodologie verschillen → verschillende uitkomsten mogelijk
Vertekening in psychologisch onderzoek:
● Culturele bias:
○ Meeste onderzoek → Angelsaksische en West-Europese landen
○ Culturele context beïnvloedt resultaten
● Leeftijds- en doelgroepbias:
○ Vaak gebaseerd op eerstejaarsstudenten psychologie → beperkte representativiteit
○ Extra vertekening door:
■ Psychologiestudenten kunnen psychisch afwijken van andere studenten
■ Universiteitsstudenten meestal blank en uit hogere socio-economische klasse
Het belang van psychologie als vrije wetenschap
Evolutie en gedrag:
● Gedrag van de mens begrijpen zonder evolutie mee te nemen = kortzichtig
● Individuele ontwikkeling verklaarbaar via:
○ Oorspronkelijke leefomstandigheden van de homo sapiens (ontogenese)
○ Fylogenese (soortelijke ontwikkeling)
● Ethologisch-evolutionair denkkader = gedrag begrijpen door evolutie
Invloed van religie op wetenschap:
● Eeuwenlang: dogmatische religie wetenschappelijke vooruitgang geremd
● Evolutionair denken over de mens stuitte op religieuze weerstand
Erfelijkheid en gedrag:
● Laatste 30 jaar genetisch onderzoek toont aan:
○ Veel gedrag sterk bepaald door overerving
○ Diepgewortelde gedragspatronen blijven bestaan, zelfs als ze niet meer functioneel zijn
○ Plasticiteit van centraal zenuwstelsel → gedrag beïnvloed door:
■ Interactie tussen genen en omgeving
■ Gedrag is biologisch bepaald maar dynamisch, afhankelijk van context en individuele kenmerken
● Epimutaties = mutaties die zich doorzetten in veel generaties (of dan pas tot uiting komen)
1
,De zoektocht naar betekenis van gedrag
Vooruitgang in wetenschappelijke kennis:
● Psychologie als wetenschap nog jong → ontwikkelingspsychologie als empirische wetenschap pas halve eeuw oud
● Kortzichtig om gedragswetenschap te baseren op one-man theorieën uit de 20e eeuw (Piaget, Vygotsky, Freud)
Taal en geheugen:
● Onder woorden brengen van ervaringen → betere verankering in het geheugen
○ Verklaarbaar door:
■ Multimodale ervaring (meer zintuigen betrekken) → sneller effectief leren en onthouden
■ Sterke verbindingen tussen taalbegrip, geheugenstructuren en frontale cortex (denken, fantaseren,
anticiperen)
● Taalstructuren ondersteunen drie soorten geheugen:
○ Semantisch geheugen → wereld begrijpen en herinneren
○ Procedureel geheugen → vaardigheden en handelen aanleren
○ Episodisch geheugen → overzicht van gebeurtenissen
● Vroege herinneringen vanaf ± vier jaar → taalstructuren ontwikkelen zich na de eerste drie levensjaren
○ Vroege herinneringen niet verdrongen maar gewoon moeilijk toegankelijk
Symboliek en het onbewuste:
● Seksualiteit = basisdrift
○ Onvervulde seksuele behoefte → uitweg via mentale spanning of ander gedrag
Dromen en taalstructuren:
● Bewuste en onbewuste denken gestructureerd door taal
○ Dromen gebruiken talige en symbolische elementen → voorbeeld droom over Solange → verband met "le
sol" (vloer), "le soleil" (zon), "l'ange" (engel)
Grenzen van neurowetenschap:
● Gedrag begrijpen vraagt een combinatie van:
○ Neurowetenschap
○ Psychologische theorie
○ Respect voor het onbewuste en symbolische betekenis
Vat krijgen op de complexiteit
Illusie van voorspelbaarheid in wetenschap:
● Navier-Stokesvergelijkingen en numerieke stromingsleer:
○ Nuttig voor voorspellingen (weer, aerodynamica).
○ Onvoorspelbaarheid blijft: simulaties benaderen de werkelijkheid nooit volledig.
Complexiteit in gedrag en psychologie:
● Psychologie → geen volledige beheersing van complexiteit
● Neiging om complexe zaken te vereenvoudigen:
○ Piaget (nativisme) vs. Vygotsky (empirisme): vaak als tegenpolen gepresenteerd, maar theorieën zijn
complementair
○ Beide auteurs erkennen de complexiteit van op elkaar inwerkende invloeden
2
,Culturele en contextuele invloeden:
● Piaget: Onderzoek in Zwitserland bij kinderen uit rijke opvoedingsmilieus, gericht op cognitieve ontwikkeling
→ studie over individuele rol van het kind
● Vygotsky: Beïnvloed door de communistische ideologie, focus op de rol van cultuur en maatschappij
→ studie over sociale en culturele invloeden
● Combinatie van beide theorieën doet recht aan de complexiteit.
Modellen voor gedragsontwikkeling:
● Effecten kunnen complex verlopen:
○ Non-lineair effect: Pas effect na overschrijding van een drempelwaarde, daarna afnemend effect (omgekeerd
U-vormig)
○ Multifactorieel interactief: De invloed van een factor hangt af van andere factoren.
○ Synergetisch/katalyserend effect: Invloed van een factor wordt versterkt door de aanwezigheid van andere
invloeden.
○ Indirecte causaliteit: Gedrag lijkt veroorzaakt door een factor, maar wordt beïnvloed door tussenliggende
factoren.
○ Voorbeeld: sociale competentie bij kleuters: hoogste niveau bij veel warmte en matige controle, te veel
controle verlaagt sociale competentie.
● Langdurige studie (Vyt, 1993):
○ Onderzocht samenhang tussen oudergedrag en cognitieve ontwikkeling van het kind op 4-jarige leeftijd.
○ Padanalyse werd gebruikt:
■ Verbaal begeleidingsgedrag van ouder tijdens spel hangt samen met cognitieve ontwikkeling van het
kind.
■ Ouderkennis over ontwikkeling beïnvloedt dit begeleidingsgedrag.
■ Samenhang wordt aangetoond, geen oorzakelijk verband.
● Bevindingen uit de studie:
○ Ouderkennis over cognitieve ontwikkeling hangt samen met verbaal begeleidingsgedrag van ouder tijdens
spel.
○ Socio-economische status van ouders heeft de sterkste invloed op de cognitieve competentie van het kind.
○ Competentie wordt beïnvloed door stimulering van de ouders en andere omgevingsfactoren (erfelijke
factoren, thuissituatie).
● Invloeden van het kind zelf:
○ Prestatiedrang en kwaliteit van exploratie beïnvloeden latere prestaties.
3
, 2. Beroemde patiënten in de kijker
Patiënten die inzicht gaven in hersenfuncties
Phineas Gage (19e eeuw)
● Ongeluk: IJzeren staaf door kaak, oogkas en schedel door explosie.
● Overleving: Overleefde, maar gedrag veranderde: impulsiever, prikkelbaarder, minder zelfbeheersing.
● Hersenschade: Frontaalkwab beschadigd, leidde tot veranderingen in karakter en gedrag.
● Inzicht: Frontaalkwab regelt gedrag en zelfbeheersing.
● Impact: Gave inzicht in het frontaalsyndroom, later vaak gezien bij verkeersongevallen.
Henry Molaison (20e eeuw)
● Epilepsiebehandeling: Deel van temporaalkwab verwijderd.
● Geheugenverlies: Verlies van langetermijngeheugen, geen nieuwe herinneringen.
● Leren: Wel in staat om motorisch leren (proceduraal geheugen).
● Hersenschade: Beschadiging van de hippocampus (voor geheugen), en amygdala (voor emoties en behoeften).
● Inzicht: Verschillende hersenstructuren voor verschillende soorten geheugen (episodisch, semantisch, motorisch).
Jill Price (21e eeuw)
● Hyperthymesie: Overmatig autobiografisch geheugen, herinnert zich elk detail sinds haar 14e.
● Mogelijke alternatieve verklaring: Obsessive Compulsive Disorder (OCD), dwang om details op te slaan.
● Inzicht: Extreme geheugencapaciteit kan leiden tot obsessies over herinneringen.
Kim Peek (21e eeuw)
● Idiot Savant: Intellectueel laag niveau, maar fenomenaal geheugen en geheugencapaciteit.
● Autistische kenmerken: Systematisch en obsessief in specifieke vaardigheden, zoals muzikaliteit en rekenen.
● Geheugen: Snel informatie opnemen en herinneren, mogelijk door afwijkende hersenstructuren.
● Problemen: Motorische coördinatie door onderontwikkeling van de kleine hersenen en afwezigheid van het corpus
callosum.
● Inzicht: De hersenen kunnen onnatuurlijke verbindingen maken die helpen bij uitzonderlijke geheugenprestaties.
Conclusie:
● Schade aan specifieke hersenstructuren leidt tot gedragsveranderingen en geheugenproblemen.
● Overmatige geheugenopslag (zoals bij Jill Price) en geheugenexcentriciteit (zoals bij Kim Peek) tonen de extremen van
de hersenfunctie.
Basisstructuren in de menselijke hersenen
4