Teksten
De Aeneis
Vergilius – 2025
VWO 6
,Inhoudsopgave
Prooemium Boek 1..................................................................................................................................2
Venus en Jupiter Boek 1..........................................................................................................................3
Aeneas’ verhaal Boek 2 en 3...................................................................................................................5
De vlucht uit Troje Boek 2...................................................................................................................5
Aeneas’ droom................................................................................................................................5
De schim van Creüsa.......................................................................................................................8
De grot van de Sibylle Boek 6..............................................................................................................9
Anchises Boek 6................................................................................................................................11
Euander leidt Aeneas rond Boek 8....................................................................................................16
Slag bij Actium Boek 8......................................................................................................................19
Jupiter en Juno Boek 9......................................................................................................................23
De confrontatie tussen Aeneas en Turnus Boek 9.............................................................................25
, Prooemium Boek 1
Latijnse tekst
1 Arma virumque cano, Troiae qui primus ab orbis Vertaling
2 Italiam fato profugus Laviniaque venit Wapenfeiten bezing ik en de man die als eerste
vluchtend door het noodlot van Troje kusten naar
3 Litora, multum ille et terris iactatus et alto
Italië en de stranden van Lavinium kwam, nadat hij
4 vi superum, saevae memorem Iunonis ob iram, veel over land en zee heen en weer geslingerd was
door de macht van de goden, wegens de
5 multa quoque et bello passus, dum conderet urbem onverzoenlijke woede van de wrede Iuno en ook
nog veel in de oorlog gelegen had, totdat hij een
6 inferretque deos Latio; genus unde Latinum
stad zou stichten en zijn goden naar Latium zou
7 Albanique patres atque altae moenia Romae. brengen; vandaar [stammen] het Latijnse geslacht,
de Albaanse vaderen en de muren van het hoge
Rome.
8 Musa, mihi causas memora, quo numine laeso
9 quidve dolens regina deum tot volvere casus Muze, breng de oorzaken in mijn herinnering, door
welke belediging van haar goddelijke macht of
10 Insignem pietate virum, tot adire labores waarover verbitterd de koningin der goden een man,
opvallend door plichtsbesef, heeft gedwongen
11 Impulverit. Tantaene animis caelestibus irae? zoveel lotgevallen te doorstaan en zoveel
inspanningen op zich te nemen. [Leeft er] zo grote
woede in de harten der goden?
12 Urbs antiqua fuit (Tyrii tenuere coloni)
13 Karthago, Italiam contra Tiberinaque longe Er was een oude stad – Tyrische kolonisten
bewoonden haar – Carthago, tegenover Italië en in
14 ostia, dives opum studiique asperrima belli, de verte tegenover de monding van de Tiber, rijk
15 quam Iuno fertus terries magis omnibus unam aan schatten en zeer woest in haar voorliefde voor
de oorlog, [een stad] die, naar men zegt, Iuno in het
16 posthabita coulisse Samo. Hic illius arma, bijzonder, meer dan alle landen, koesterde, [zelfs]
met achterstelling van Samos. Hier waren haar
17 hic currus fuit; hoc regnum dea gentibus esse, wapens, hier haar wagen; toen al spande de godin
18 si qua fata sinant, iam tum tenditque fovetque. zich ervoor in en koesterde ze de wens, dat deze
[stad] de heerseres over de volken zou zijn, als het
noodlot het op een of andere manier toeliet.
19 Progeniem se denim Troiano a sanguine duci
20 audierat Tyrias olim quae verteret arces;
Maar in feite had ze gehoord dat uit Trojaans bloed
21 hinc populum late regem belloque superbum een nageslacht zou voortkomen dat eens de
Tyrische burcht zou verwoesten; hiervandaan zou
22 venturum excidio Libyae; sic volvere parcas. een volk komen, wijd en zijd heersend en trots in de
oorlog, ter verwoesting van Libië; dat de Parcen zo
beschikten.
23 Id metuens veterisque memor Saturnia belli,
24 prima quod ad Troiam pro caris gesserat Argis-
De dochter van Saturnus, dit vrezend en denkend
25 necdum etiam causae irarum saevique dolores
aan de vroegere oorlog, die zij eerder bij Troje voor
26 exciderant animo; manet alta mente repostum haar dierbare Argos gevoerd had – en ook waren
nog niet de oorzaken van haar woede en het felle
27 iudicium Paridis spretaeque iniuria formae verdriet uit haar gemoed verdwenen; diep in haar
hart weggeborgen blijft het oordeel van Paris en het
28 et genus invisum et rapti Ganymedis honores:
onrecht van het versmaden van haar schoonheid en
het gehate geslacht en het ereambt van de
geroofde Ganymedes