Inhoudsopgave module 6: oogheelkunde
Anatomie ................................................................................................................................................. 2
Heelkunde ............................................................................................................................................. 14
OZT ........................................................................................................................................................ 27
1
,Anatomie
Leerdoelen
Je kunt op gedetailleerde wijze, met gebruik van de medische terminologie, ten aanzien van het oog,
oogleden en de orbita:
• De anatomische ligging ten opzichte van de omgeving beschrijven
• De bouw van macroscopisch naar microscopisch niveau beschrijven
• De functie van het geheel en de fysiologie van de onderdelen uitleggen
• De vascularisatie en innervatie beschrijven
• De verschillende anatomische structuren op een afbeelding herkennen
• De embryonale ontwikkeling uitleggen
Itemlijst
• Bulbus oculi = oogbol
• Sclera
• Cornea
• Uvea
• Choroidea
• Corpus ciliare
• Iris
o Pupil
o Retina
▪ Staafjes
▪ Kegeltjes
▪ Macula lutea = gele vlek
• Fovea centralis = kuiltje bij de gele vlek
▪ Blinde vlek
• Compartimenten
o Voorste segment
o Voorste oogkamer
▪ Kanaal van Schlemm
o Achterste oogkamer
o Achterste segment
o Corpus vitreum = glasachtig lichaam
• Lens
• N. opticus
• Visuele schors
• Orbita
o Os fronatale
o Os sphenoidale
o Os ethmoidale
o Os lacrimale
o Maxilla
2
, o Os palatinum
o Os zygomaticum
o Septum orbitale
• Oogspieren
o Extrinsieke oogspieren
▪ Rechte oogspieren (4)
▪ Schuine oogspieren (2)
o M. levator palpebrae = heffer bovenooglid
• Oogleden
o Tarsus
o Talgklieren
o Conjunctiva
• Glandula lacrimalis = traanklier
o Saccus lacrimalis
• Ductus nasolacrimalis
Oogbol
De oogbol bestaat uit 3 lagen:
• Sclera = harde oogrok
• Uvea = vaatvlies
• Retina = netvlies
Sclera
Sclera = harde oogrok. Dit is de buitenste oog laag. Het is een witte laag. Het
sclera wordt op spanning gehouden door de intra-oculaire druk. Ook is het
een aanhechtingspunt van de oogspieren. Een onderdeel van de sclera is het
cornea. Dit is het voorste deel. Het cornea ligt anterieur en heeft een
sterkere kromming dan de rest, zoals de lens. Het is doorzichtig en
bevat geen vaten. Het is 12 x 0,6 mm groot en zeer gevoelig,
zenuwuiteinden hebben geen beschermingslaag. De cornea is een
belangrijk deel voor het optisch systeem omdat hij licht doorlaat.
Uvea
Uvea = vaatvlies. Dit is de middelste oog laag. Het bevat
bloedvaten. Ventraal bestaat het uit 3 delen:
• Iris = regenboogvlies
• Corpus ciliaire = straallichaam
• Choroidea = vaatvlies
Iris:
• Diafragma rond centrale opening (pupil)
3
, • 1,5 tot 8 mm groot
• Regelt de hoeveelheid licht die door de pupil komt
o M. sphincter pupillae → miosis =
pupilvernauwing (parasympaticus)
o M. dilator pupillae → mydriasis =
pupilverwijding (sympanicus)
• Gekleurd pigment heeft als functie om lichtinval te
absorberen, hierdoor kan licht alleen door de pupil
• Er is geen pigment bij albinisme, waardoor inval van licht niet
te reguleren en pijnlijk is
• De wortel gaat over in corpus ciliaire
Corpus ciliaire:
• Anterieure verdikking uvea
• Productie oogkamervocht
• Ophanging van de lens met kleine vezels als verbinding,
reguleert zo kromming lens
• M. ciliaris
o Aanspannen / ontspannen laat de lens
accommoderen
o Autonome zenuwstelsel en parasympatisch stelsel
Accommodatie van het oog:
• Bepaalt hiermee breking van het licht
• Spiertje in corpus heet m. ciliaris
o Alleen parasympatisch geïnnerveerd
Choroidea:
• Voortzetting van de corpus ciliaire
• Ligt binnen sclera en tegen pigmentlaag van de retina aan
• Vasculariseert retina en rest van het oog
• Regelt temperatuur
Retina
Retina = netvlies. Dit is de binnenste oog laag. Het is de binnenbekleding van het oog waaronder de
staafjes en kegeltjes zitten. Deze laag zet licht impulsen /
prikkels om in elektrische prikkels die naar de hersenen
worden gestuurd. Het retina ligt tegen de choroidea aan.
Bestaat uit twee delen:
• Pigmentlaag, tegen choroidea aan
• Neurale laag, binnenste gedeelte
pigmentlaag:
• Zit tegen de uvea / choroidea aan en absorbeert licht
4
Anatomie ................................................................................................................................................. 2
Heelkunde ............................................................................................................................................. 14
OZT ........................................................................................................................................................ 27
1
,Anatomie
Leerdoelen
Je kunt op gedetailleerde wijze, met gebruik van de medische terminologie, ten aanzien van het oog,
oogleden en de orbita:
• De anatomische ligging ten opzichte van de omgeving beschrijven
• De bouw van macroscopisch naar microscopisch niveau beschrijven
• De functie van het geheel en de fysiologie van de onderdelen uitleggen
• De vascularisatie en innervatie beschrijven
• De verschillende anatomische structuren op een afbeelding herkennen
• De embryonale ontwikkeling uitleggen
Itemlijst
• Bulbus oculi = oogbol
• Sclera
• Cornea
• Uvea
• Choroidea
• Corpus ciliare
• Iris
o Pupil
o Retina
▪ Staafjes
▪ Kegeltjes
▪ Macula lutea = gele vlek
• Fovea centralis = kuiltje bij de gele vlek
▪ Blinde vlek
• Compartimenten
o Voorste segment
o Voorste oogkamer
▪ Kanaal van Schlemm
o Achterste oogkamer
o Achterste segment
o Corpus vitreum = glasachtig lichaam
• Lens
• N. opticus
• Visuele schors
• Orbita
o Os fronatale
o Os sphenoidale
o Os ethmoidale
o Os lacrimale
o Maxilla
2
, o Os palatinum
o Os zygomaticum
o Septum orbitale
• Oogspieren
o Extrinsieke oogspieren
▪ Rechte oogspieren (4)
▪ Schuine oogspieren (2)
o M. levator palpebrae = heffer bovenooglid
• Oogleden
o Tarsus
o Talgklieren
o Conjunctiva
• Glandula lacrimalis = traanklier
o Saccus lacrimalis
• Ductus nasolacrimalis
Oogbol
De oogbol bestaat uit 3 lagen:
• Sclera = harde oogrok
• Uvea = vaatvlies
• Retina = netvlies
Sclera
Sclera = harde oogrok. Dit is de buitenste oog laag. Het is een witte laag. Het
sclera wordt op spanning gehouden door de intra-oculaire druk. Ook is het
een aanhechtingspunt van de oogspieren. Een onderdeel van de sclera is het
cornea. Dit is het voorste deel. Het cornea ligt anterieur en heeft een
sterkere kromming dan de rest, zoals de lens. Het is doorzichtig en
bevat geen vaten. Het is 12 x 0,6 mm groot en zeer gevoelig,
zenuwuiteinden hebben geen beschermingslaag. De cornea is een
belangrijk deel voor het optisch systeem omdat hij licht doorlaat.
Uvea
Uvea = vaatvlies. Dit is de middelste oog laag. Het bevat
bloedvaten. Ventraal bestaat het uit 3 delen:
• Iris = regenboogvlies
• Corpus ciliaire = straallichaam
• Choroidea = vaatvlies
Iris:
• Diafragma rond centrale opening (pupil)
3
, • 1,5 tot 8 mm groot
• Regelt de hoeveelheid licht die door de pupil komt
o M. sphincter pupillae → miosis =
pupilvernauwing (parasympaticus)
o M. dilator pupillae → mydriasis =
pupilverwijding (sympanicus)
• Gekleurd pigment heeft als functie om lichtinval te
absorberen, hierdoor kan licht alleen door de pupil
• Er is geen pigment bij albinisme, waardoor inval van licht niet
te reguleren en pijnlijk is
• De wortel gaat over in corpus ciliaire
Corpus ciliaire:
• Anterieure verdikking uvea
• Productie oogkamervocht
• Ophanging van de lens met kleine vezels als verbinding,
reguleert zo kromming lens
• M. ciliaris
o Aanspannen / ontspannen laat de lens
accommoderen
o Autonome zenuwstelsel en parasympatisch stelsel
Accommodatie van het oog:
• Bepaalt hiermee breking van het licht
• Spiertje in corpus heet m. ciliaris
o Alleen parasympatisch geïnnerveerd
Choroidea:
• Voortzetting van de corpus ciliaire
• Ligt binnen sclera en tegen pigmentlaag van de retina aan
• Vasculariseert retina en rest van het oog
• Regelt temperatuur
Retina
Retina = netvlies. Dit is de binnenste oog laag. Het is de binnenbekleding van het oog waaronder de
staafjes en kegeltjes zitten. Deze laag zet licht impulsen /
prikkels om in elektrische prikkels die naar de hersenen
worden gestuurd. Het retina ligt tegen de choroidea aan.
Bestaat uit twee delen:
• Pigmentlaag, tegen choroidea aan
• Neurale laag, binnenste gedeelte
pigmentlaag:
• Zit tegen de uvea / choroidea aan en absorbeert licht
4