Eindterm 1.1
De kandidaat kan plaats en doel van de bedrijfseconomie beschrijven.
Bedrijfseconomie is het onderdeel van de economische wetenschap dat zich bezighoudt
met het bestuderen van het economisch handelen van mensen binnen
productieorganisaties.
Eindterm 1.2
De kandidaat kan de verschillen en overeenkomsten tussen en van bestaande
rechtsvormen (ondernemingsvormen) uitleggen.
De ondernemingsvormen worden onderverdeeld in:
• Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid. Bij een onderneming zonder
rechtspersoonlijkheid worden alle overeenkomsten gesloten met de eigenaar van de
onderneming (en dus niet met de onderneming zelf, want die kan geen overeenkomsten
aangaan). Voorbeelden van ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid zijn de
eenmanszaak, de vennootschap onder firma (vof), de commanditaire vennootschap (cv)
en de maatschap (van natuurlijke personen).
• Ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid. Bij een onderneming met
rechtspersoonlijkheid worden alle overeenkomsten gesloten met de onderneming.
Voorbeelden van ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid zijn de besloten
vennootschap (bv), de naamloze vennootschap (nv) en de coöperatie.
Eindterm 1.3
De kandidaat kan het begrip corporate governance beschrijven.
Beursgenoteerde ondernemingen zijn verplicht de corporate governance code na te
leven. In deze code staan gedragsregels voor beursgenoteerde ondernemingen. Deze
ondernemingen zijn belangrijk voor de economie. Als zij goed worden bestuurd, worden
de belangen van de stakeholders beschermd.
, Eindterm 2.1
De kandidaat kan interestberekeningen maken op basis van samengestelde interest.
De kandidaat kan:
- op basis van samengestelde interest de eindwaarde en de contante waarde van één
bedrag berekenen;
Berekenen op basis van samengestelde interest de eindwaarde en de contante waarde
van één bedrag Eindwaarde = beginbedrag × (1 + i)n
Als het interestpercentage gegeven is per jaar, is n het aantal jaren.
Als het interestpercentage gegeven is per halfjaar, is n het aantal halve jaren.
Als het interestpercentage gegeven is per kwartaal, is n het aantal kwartalen.
Als het interestpercentage gegeven is per maand, is n het aantal maanden.
Contante waarde = eindwaarde × (1 + i) – n of eindwaarde/(1 + i)n
- op basis van samengestelde interest de eindwaarde en de contante waarde van een
pre- en postnumerando rente berekenen.
Berekenen op basis van samengestelde interest de eindwaarde en de contante waarde
van meerdere bedragen (maximaal 5 bedragen)
Formule: En = T x (1 + i) x (1 + i)n – 1) i
Waarin:
En = eindwaarde
T = een kapitaal met een reeks gelijke termijnen die met gelijke tussenperioden
vervallen
i = interestperunage
n = aantal perioden
Of bij 5 termijnen: T x (1+i)^1 + T x (1+i)^2 + T x (1+i)^3 + T x (1+i)^4 + T x
(1+i)^5
Berekenen op basis van samengestelde interest de contante waarde van meerdere
bedragen (maximaal 5 bedragen)
Formule: Cn = T x 1 – (1 + i )-n
i
Waarin: Cn = contante waarde
Of: bij 5 termijnen (postnumerando): T x (1+i)^-1 + T x (1+i)^-2 + T x (1+i)^-3 + T x
(1+i)^-4 + T x (1+i)^-5
Of: bij 5 termijnen (prenumerando): T x (1+i) + T x (1+i)^-1 + T x (1+i)^-2 + T x
(1+i)^-3 + T x (1+i)^-4
Uitleg: bij prenumerando wordt het eerste bedrag (T) aan het begin van de periode
betaald en hoeft dus niet contant gemaakt te worden.