Reflectie op de samenwerking
Brenda Kuijf
Studentnummer : 589780
Klas : UUVVPU38VA
Docent : Merle Ooms
Beroepsthema : Samenwerken
Inleverdatum : 24 januari 2025
Reflectiemodel van Korthagen
Fase 1 Wat gebeurde er?
Handelen/ De ervaring vindt plaats op een zondagochtend. Ik ben werkzaam met een collega uit het
ervaring vaste team en een uitzendkracht. Tijdens de ochtendzorg doet zich de volgende situatie voor:
opdoen Een zorgvrager wilde niet door een uitzendkracht worden gedoucht. Ik besprak dit met de
desbetreffende uitzendkracht en een collega.
Collega was de mening toegedaan dat de zorgvrager geen keuzes heeft hierin en adviseerde
de uitzendkracht om weer terug te gaan om dit aan de bewoner uit te leggen.
Ik voelde me daar niet geheel prettig bij en heb voorgesteld om de bewoner zelf te douchen
en daarmee tegemoet te komen aan de behoefte van de zorgvrager.
Ik verwachtte de werkverdeling aan te passen naar een andere, eerlijke verdeling (ik stond op
het punt naar een andere zorgvrager te gaan) maar heb dit niet gezegd. Uiteindelijk heb ik
beide zorgvragers ondersteund.
Fase 2 Wat deed ik?
Ik voelde me betrokken bij de zorgvrager en ben meteen met een oplossing gekomen. Ik heb
Terugblikken niet gezegd dat ik het werk daarom anders wilde verdelen en heb mezelf daardoor overbelast.
Ik heb mijn verwachtingen niet uitgesproken.
Wat dacht ik?
Ik hoopte dat mijn collega zelf zou aanbieden om de zorgvrager te douchen zodat ik verder
kon met mijn werk. Ik was vervolgens teleurgesteld dat dit niet gebeurde. Ik dacht: “dan doe ik
het zelf allemaal wel”.
Wat voelde ik?
Ik voelde me teleurgesteld en onbegrepen door de reactie van mijn collega. Het extra werk
dat ik op me nam voelde als oneerlijk verdeeld.
De reactie van mijn collega botste met mijn waarden over zorg verlenen. De reactie van mijn
collega voldeed niet aan mijn verwachtingen.
Brenda Kuijf
Studentnummer : 589780
Klas : UUVVPU38VA
Docent : Merle Ooms
Beroepsthema : Samenwerken
Inleverdatum : 24 januari 2025
Reflectiemodel van Korthagen
Fase 1 Wat gebeurde er?
Handelen/ De ervaring vindt plaats op een zondagochtend. Ik ben werkzaam met een collega uit het
ervaring vaste team en een uitzendkracht. Tijdens de ochtendzorg doet zich de volgende situatie voor:
opdoen Een zorgvrager wilde niet door een uitzendkracht worden gedoucht. Ik besprak dit met de
desbetreffende uitzendkracht en een collega.
Collega was de mening toegedaan dat de zorgvrager geen keuzes heeft hierin en adviseerde
de uitzendkracht om weer terug te gaan om dit aan de bewoner uit te leggen.
Ik voelde me daar niet geheel prettig bij en heb voorgesteld om de bewoner zelf te douchen
en daarmee tegemoet te komen aan de behoefte van de zorgvrager.
Ik verwachtte de werkverdeling aan te passen naar een andere, eerlijke verdeling (ik stond op
het punt naar een andere zorgvrager te gaan) maar heb dit niet gezegd. Uiteindelijk heb ik
beide zorgvragers ondersteund.
Fase 2 Wat deed ik?
Ik voelde me betrokken bij de zorgvrager en ben meteen met een oplossing gekomen. Ik heb
Terugblikken niet gezegd dat ik het werk daarom anders wilde verdelen en heb mezelf daardoor overbelast.
Ik heb mijn verwachtingen niet uitgesproken.
Wat dacht ik?
Ik hoopte dat mijn collega zelf zou aanbieden om de zorgvrager te douchen zodat ik verder
kon met mijn werk. Ik was vervolgens teleurgesteld dat dit niet gebeurde. Ik dacht: “dan doe ik
het zelf allemaal wel”.
Wat voelde ik?
Ik voelde me teleurgesteld en onbegrepen door de reactie van mijn collega. Het extra werk
dat ik op me nam voelde als oneerlijk verdeeld.
De reactie van mijn collega botste met mijn waarden over zorg verlenen. De reactie van mijn
collega voldeed niet aan mijn verwachtingen.