100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Economie examen samenvatting

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
63
Geüpload op
23-04-2025
Geschreven in
2023/2024

Deze samenvatting is bedoeld voor het centraal eindexamen havo en is samengesteld aan de hand van de modules van Praktische Economie. Het behandelt alle relevante onderwerpen die aan bod komen in het examen en maakt gebruik van duidelijke plaatjes en voorbeelden om de concepten beter te verduidelijken. Aan het einde van de samenvatting vind je een formuleblad en een overzicht van oorzaak-gevolgrelaties, wat helpt om de verbanden tussen de verschillende onderwerpen te begrijpen. Deze structuur maakt het leren en het voorbereiden op het examen een stuk eenvoudiger en effectiever.

Meer zien Lees minder











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Middelbare school
Niveau
School jaar
5

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Ja
Geüpload op
23 april 2025
Aantal pagina's
63
Geschreven in
2023/2024
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Economie - Module 2 vraag en aanbod.
Markt


Hoofdstuk 1 - Vraag en aanbod.

Individueel
De gevraagde hoeveelheid is de hoeveelheid die gevraagd wordt bij een bepaalde prijs. Hoe
hoger de prijs, hoe kleiner de gevraagde hoeveelheid.

De individuele vraag ontstaat wanneer consumenten bedenken hoeveel ze van iets willen
kopen nadat ze weten hoe duur het is. De individuele vraag is het aantal eenheden dat een
consument ergens van wil kopen bij een bepaalde prijs.
Vanuit de individuele vraag kun je de betalingsbereidheid afleiden. De betalingsbereidheid
is de maximale prijs die een consument wil betalen voor één product bij een gegeven aantal.

Het consumentensurplus is een optelsom van het individuele consumentensurplus van alle
consumenten die het product kopen. Bij het individuele consumentensurplus gaat het over
het verschil tussen de prijs en de betalingsbereidheid voor alle eenheden die één consument
van een product koopt.

De discrete vraag is de vraag waarbij de gevraagde hoeveelheid een geheel getal is. Je kunt
bijvoorbeeld geen halve balpen kopen (je kunt dit weergeven in een soort staaf diagram). De
continue vraag zijn alle combinaties van prijs en gevraagde hoeveelheid waarbij ook alle
combinaties van gebroken getallen mogelijk zijn. Nu kun je wel kijken naar 1,5 balpen.
De continue vraag kun je weergeven in een individuele vraaglijn. Dat is een lijn die bij
verschillende prijzen aangeeft hoeveel eenheden een individuele consument van het
product wil kopen, hierbij kun je dus ook gebroken getallen gebruiken.

De individuele vraag naar producten wordt door vijf factoren beinvloedt:
1. De individuele voorkeuren. Je bent bereid meer voor een product te betalen als je er
een voorkeur voor hebt. Iemand die bijvoorbeeld veel sport zal eerder
sportschoenen kopen dan iemand die weinig sport.
2. Het beschikbare budget. Je vraag naar een product neemt meestal toe als je budget
groter wordt.
3. De aanwezigheid van substitueerbare producten. Substitutie goederen zijn goederen
die elkaar kunnen vervangen. Een appel en een boterham bevreden beide dezelfde
behoefte, namelijk het stillen van je honger. Je vraag naar een product neemt af als
er substituten voor bestaan. Als je een appel koopt, hoef je geen boterham meer te
kopen.
4. Het bestaan van complementaire goederen. Complementaire goederen zijn
goederen die elkaar aanvullen, compleet maken. Bijvoorbeeld een spelcomputer en
een spel.
5. Exogene factoren. Dit zijn omstandigheden waar betrokkenen geen invloed op
hebben, als het warm is zul je sneller bereid zijn om een ijsje te kopen dan bij koud
weer.

,Collectief
De collectieve vraag is het aantal eenheden dat een groep consumenten wil kopen bij een
bepaalde prijs. De collectieve vraag kun je afleiden van groepen, bijvoorbeeld leerlingen.
Het afzetgebied is het gebied waar de producent zijn producten verkoopt.

De collectieve vraag is de optelsom van alle individuele vragen. De collectieve vraag geeft
aan wat alle consumenten samen vragen bij een bepaalde prijs. De collectieve vraag heet
ook wel de prijs-afzetlijn.

Het collectieve consumentensurplus is de optelsom van alle individuele
consumentensurplussen. Het geeft de mate aan waarin de consumptie van een product
bijdraagt aan het welbevinden van alle consumenten in de groep.

Prijselasticiteit
Een verandering van de prijs van het product komt tot uitdrukking in de prijselasticiteit van
de vraag.

Prijselasticiteit =procentuele verandering van de prijs : procentuele
verandering van de gevraagde hoeveelheid

In deze formule staat de oorzaak onder de deelstreep en het gevolg erboven.

Het effect van een prijsverandering kan ook effect hebben op de omzet.

Omzet = prijs x gevraagde hoeveelheid (afzet x verkoopprijs).

De waarde van de prijselasticiteit en omzet veranderingen.
Waarde Gevolg van een
prijselasticiteit Naam Procentuele verandering prijsverhoging
Een procentuele verandering in de prijs
Prijselasticiteit = Volkomen heeft geen effect op de gevraagde
0 inelastische vraag hoeveelheid. Omzet stijgt
De procentuele verandering in de prijs
is groter dan de procentuele
Prijselasticiteit verandering in de gevraagde
tussen 0 en -1 Inelastische vraag hoeveelheid. Omzet stijgt
De procentuele verandering in de prijs
Prijselasticiteit = is gelijk aan de procentuele verandering
-1 n.v.t. in de gevraagde hoeveelheid. Omzet blijft gelijk
De procentuele verandering in de prijs
is kleiner dan de procentuele
Prijselasticiteit verandering in de gevraagde
lager dan -1 Elastische vraag hoeveelheid. Omzet daalt
De procentuele verandering in de prijs
is oneindig veel kleiner dan de
Prijselasticiteit = procentuele verandering in de
- oneindig n.v.t. gevraagde hoeveelheid. Omzet verdwijnt

,Inkomenselasticiteit
Inkomenselasticiteit is een procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid als
gevolg van een procentuele verandering van het inkomen. Dus hoe sterk de afzet van een
product reageert op een verandering van het inkomen.

Inkomenselasticiteit = procentuele verandering van het besteedbaar inkomen:
procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid.

Een verandering in het inkomen beïnvloedt het beschikbare budget. Bij een hoger budget
kunnen meer productcombinaties worden gekocht.

We onderscheiden 2 typen goederen:
1. Normale goederen. Dit zijn goederen waarvan de gevraagde hoeveelheid stijgt als
het inkomen toeneemt. Bij een waarde van 1 en hoger is het een luxe goed. Dat zijn
goederen waarvan de gevraagde hoeveelheid meer evenredig stijgt als het inkomen
toeneemt. Als de inkomenselasticiteit tussen de 0 en 1 ligt is er sprake van
noodzakelijke goederen. Dat zijn goederen waarvan de gevraagde hoeveelheid
minder dan evenredig stijgt als het inkomen toeneemt.
2. Inferieure goederen. Dit zijn producten waar juist minder van wordt gekocht bij een
stijgend inkomen. Het zijn goedkope producten van lage kwaliteit die je kunt
vervangen door vergelijkbare producten van een betere kwaliteit. De
inkomenselasticiteit is een negatief getal.

Productindeling op basis van de inkomenselasticiteit.
Waarde inkomenselasticiteit (i.e.) Normale goederen Inferieure goederen
i.e. lager dan 0 Inferieur goed
i.e. tussen 0 en 1 Noodzakelijk goed
i.e. hoger dan 1 Luxegoed


Consumenten schaffen productcombinaties aan, dat houdt in dat het totale budget wordt
uitgegeven aan een aantal verschillende producten. Vrijwel iedereen consumeert
tegelijkertijd inferieure goederen, noodzakelijke goederen en luxe goederen.

, Economie - Module 2 vraag en aanbod.
Markt


Hoofdstuk 2 -Het aanbod van producten.
(verkoopprijs van producent is gegeven)

Productie
De producten die consumenten vragen, komen ergens vandaan. Ze worden geproduceerd
en aangeboden.

Produceren betekent dat er productiefactoren worden gebruikt om een product te maken.
Een productiefactor is een middel dat gebruikt wordt bij het productieproces. Er zijn 4
verschillende productiefactoren:
1. Kapitaal. Je hebt twee soorten kapitaal, namelijk fysiek en financieel. Bij fysiek
kapitaal hoort bijvoorbeeld een bedrijfsauto of een gebouw. Bij financieel kapitaal
gaat het om het geld dat nodig is om te kunnen produceren.
2. Arbeid. Dat is het menselijk handelen tijdens de producten.
3. Natuur. Onder natuur kan de locatie van het bedrijf horen, maar daarnaast brengt
de natuur ook grondstoffen voort.
4. Ondernemerschap. Dit is het initiatief om de verschillende productiefactoren bij
elkaar te brengen en er iets mee te produceren, inclusief de zoektocht naar nieuwe
producten en nieuwe manieren om bestaande producten voort te brengen.

Productiefactoren beïnvloeden elkaar. De productiefactor ondernemerschap heeft
bijvoorbeeld invloed op de productiefactor arbeid. Hoe meer kennis iemand bezit, hoe beter
bruikbaar zijn arbeid is.

De productiefunctie is de relatie tussen de ingezette productiefactoren en de daarmee
gerealiseerde productie. Dus hoeveel inzet is er nodig voor een bepaalde productie?

Loon is de prijs van aanbod. Werkgelegenheid is het totaal aan arbeid dat verricht wordt.
Werkzame beroepsbevolking zijn alle ingezetenen van 15 tot 75 jaar die betaalde arbeid
verrichten. Een voltijdsbaan is een werkverband van minimaal 35 uur per week.

Productiekosten
Het aanbod van producten wordt bepaald door twee factoren: hoe duur is het om het
product te maken en voor welke prijs kan het verkocht worden. Productiekosten zijn de
kosten die gemaakt moeten worden om iets te produceren. Er zijn 2 soorten
productiekosten:
1. Vaste kosten. Dit zijn kosten die niet veranderen als er meer of minder wordt
geproduceerd, dit noem je ook wel constante kosten (CK).
2. Variabele kosten. Dit zijn kosten die wel veranderen als er meer of minder wordt
geproduceerd (VK).

De producent zal moeten gaan kijken naar alle kosten die zijn gemaakt, de totale kosten
(TK). Dat is de optelsom van de variabele kosten en de vaste kosten.
€9,50
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
sannepetrie

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
sannepetrie
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
0
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
3
Laatst verkocht
-

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen