Vraag over soorten onderzoeksmethoden:
- Grootschalig veldonderzoek: vaak survey, onderzoek met al
bestaande data
o Voordelen: veel onderwerpen, generaliseerbaar, grote groepen
bereiken
o Nadelen: uitval van mensen, weinig diepgang
- Etnografisch veldonderzoek: gericht op direct observeren en
bestuderen van mensen in hun natuurlijke omgeving/cultuur.
o Voordelen: meer diepgang, flexibel, moeilijk toegankelijke
groepen, exploratief
o Nadelen: kleine groep, tijdrovend
- Experiment: verschillende soorten – pre-experiment, quasi
experiment en zuiver experiment.
o Voordelen: causale uitspraken mogelijk, veel controle
o Nadelen: soms lastig uit te voeren
Pre-experiment: geen enkele of slechts één vergelijkingsbasis is voor
het gedrag na toediening van stimulus bij experimentele groep.
Quasi experiment: je streeft naar vergelijkbaarheid in
achtergrondkenmerken bij bestaande groepen, maar het is niet mogelijk
om onderzoekseenheden aselect toe te wijzen aan de groepen
Zuiver experiment: van een zuiver experiment is sprake als er naast
een experimentele groep minstens één controlegroep bij het onderzoek
wordt betrokken. Daarbij moeten de proefpersonen op basis van toeval
worden toegewezen.
Kwalitatief Kwantitatief
Diepte interview – etnografisch Survey-onderzoek – grootschalig
onderz. veld.
Dossier onderzoek – etnografisch Geregistreerde data – grootschalig
onderz. veld.
Observaties – etnografisch onderz. Meta-analyse
Virtuele etnografie Experiment – experiment
Triangulatie Meerdere methodes, bronnen,
perspectieven gebruiken
Vergroot de geldigheid van je
onderzoek
Methode triangulatie In één onderzoek verschillende
dataverzamelingsmethoden
(multimethod)
Theoretische triangulatie Verschillende theoretische
uitgangspunten gecombineerd
Onderzoekerstriangulatie Diverse onderzoekers bij je
veldwerk betrekken, die min of
meer onafhankelijk van elkaar
gegevens gaan verzamelen.
Vraag over definitie theoretical sampling (dus een begrip uitleggen)
, Theoretical sampling: vorm van doelgerichte steekproeftrekking waarbij je
eenheden selecteert op basis van hun potentiële bijdrage aan de
dataverzameling/analyse. Dit is een cyclisch proces. Je kiest een aantal
eenheden en analyseert de data. Op basis van deze bevindingen kies je
opnieuw een aantal eenheden, waar je actief op zoek gaat naar mensen
die andere situaties hebben/opvattingen hebben/anders reageren.
Overzicht/tabel maken van quasi-experiment en zuiver experiment
Soort Variaties voor schema Fun facts!
Pre-experiment Eén groep met voor- Geen randomisatie
en nameting Je kan geen conclusie
Vergelijking twee trekken
groepen, alleen
nameting
Quasi experiment Voor- en nameting met Groep 1 en 2 zijn niet
controlegroep, geen zomaar verwisselbaar,
randomisatie geen randomisatie
(ook niet mogelijk hier)
Zuiver experiment Achteraf meting met Voordeel geen
controle groep voormeting:
Voor- en nameting met voormeting kan geen
controlegroep – effect hebben
klassiek Nadeel geen
Solomon vier-groepen voormeting: niet
ontwerp controleren of random
toewijzing genoeg is
geweest
Vraag over definitie van een van de validiteiten
- Inhoudsvaliditeit: mate waarin meetinstrument de betekenis van een
begrip in al zijn aspecten weet te dekken
- Face validity: mate waarin een instrument de indruk wekt de inhoud
van construct volledig te dekken
- Soortgenootvaliditeit: mate waarin twee op elkaar lijkende
instrumenten dezelfde resultaten genereren
- Constructvaliditeit: meet het ook daadwerkelijk het bedoelde begrip?
- Divergente validiteit: instrument dat begrip dat het beweert te
meten ook kan onderscheiden van andere begrippen. Divergent de
film.
- Predictieve validiteit: mate waarin een test een uitkomst kan
voorspellen
- Externe validiteit: mate waarin onderzoeksresultaten
generaliseerbaar zijn buiten de testgroep
o Ecologische validiteit: andere contexten (plaats/tijd)
o Populatievaliditeit: (andere groepen mensen)
- Grootschalig veldonderzoek: vaak survey, onderzoek met al
bestaande data
o Voordelen: veel onderwerpen, generaliseerbaar, grote groepen
bereiken
o Nadelen: uitval van mensen, weinig diepgang
- Etnografisch veldonderzoek: gericht op direct observeren en
bestuderen van mensen in hun natuurlijke omgeving/cultuur.
o Voordelen: meer diepgang, flexibel, moeilijk toegankelijke
groepen, exploratief
o Nadelen: kleine groep, tijdrovend
- Experiment: verschillende soorten – pre-experiment, quasi
experiment en zuiver experiment.
o Voordelen: causale uitspraken mogelijk, veel controle
o Nadelen: soms lastig uit te voeren
Pre-experiment: geen enkele of slechts één vergelijkingsbasis is voor
het gedrag na toediening van stimulus bij experimentele groep.
Quasi experiment: je streeft naar vergelijkbaarheid in
achtergrondkenmerken bij bestaande groepen, maar het is niet mogelijk
om onderzoekseenheden aselect toe te wijzen aan de groepen
Zuiver experiment: van een zuiver experiment is sprake als er naast
een experimentele groep minstens één controlegroep bij het onderzoek
wordt betrokken. Daarbij moeten de proefpersonen op basis van toeval
worden toegewezen.
Kwalitatief Kwantitatief
Diepte interview – etnografisch Survey-onderzoek – grootschalig
onderz. veld.
Dossier onderzoek – etnografisch Geregistreerde data – grootschalig
onderz. veld.
Observaties – etnografisch onderz. Meta-analyse
Virtuele etnografie Experiment – experiment
Triangulatie Meerdere methodes, bronnen,
perspectieven gebruiken
Vergroot de geldigheid van je
onderzoek
Methode triangulatie In één onderzoek verschillende
dataverzamelingsmethoden
(multimethod)
Theoretische triangulatie Verschillende theoretische
uitgangspunten gecombineerd
Onderzoekerstriangulatie Diverse onderzoekers bij je
veldwerk betrekken, die min of
meer onafhankelijk van elkaar
gegevens gaan verzamelen.
Vraag over definitie theoretical sampling (dus een begrip uitleggen)
, Theoretical sampling: vorm van doelgerichte steekproeftrekking waarbij je
eenheden selecteert op basis van hun potentiële bijdrage aan de
dataverzameling/analyse. Dit is een cyclisch proces. Je kiest een aantal
eenheden en analyseert de data. Op basis van deze bevindingen kies je
opnieuw een aantal eenheden, waar je actief op zoek gaat naar mensen
die andere situaties hebben/opvattingen hebben/anders reageren.
Overzicht/tabel maken van quasi-experiment en zuiver experiment
Soort Variaties voor schema Fun facts!
Pre-experiment Eén groep met voor- Geen randomisatie
en nameting Je kan geen conclusie
Vergelijking twee trekken
groepen, alleen
nameting
Quasi experiment Voor- en nameting met Groep 1 en 2 zijn niet
controlegroep, geen zomaar verwisselbaar,
randomisatie geen randomisatie
(ook niet mogelijk hier)
Zuiver experiment Achteraf meting met Voordeel geen
controle groep voormeting:
Voor- en nameting met voormeting kan geen
controlegroep – effect hebben
klassiek Nadeel geen
Solomon vier-groepen voormeting: niet
ontwerp controleren of random
toewijzing genoeg is
geweest
Vraag over definitie van een van de validiteiten
- Inhoudsvaliditeit: mate waarin meetinstrument de betekenis van een
begrip in al zijn aspecten weet te dekken
- Face validity: mate waarin een instrument de indruk wekt de inhoud
van construct volledig te dekken
- Soortgenootvaliditeit: mate waarin twee op elkaar lijkende
instrumenten dezelfde resultaten genereren
- Constructvaliditeit: meet het ook daadwerkelijk het bedoelde begrip?
- Divergente validiteit: instrument dat begrip dat het beweert te
meten ook kan onderscheiden van andere begrippen. Divergent de
film.
- Predictieve validiteit: mate waarin een test een uitkomst kan
voorspellen
- Externe validiteit: mate waarin onderzoeksresultaten
generaliseerbaar zijn buiten de testgroep
o Ecologische validiteit: andere contexten (plaats/tijd)
o Populatievaliditeit: (andere groepen mensen)