Van Erp ‘boeven vangen via het internet’
Mass manipulation model
- Media krachtige en machtige manipulator van passief publiek
- Media kan geweld verheerlijken of angst oproepen
Commercial laisser faire model
- Geen directe manipulatie van publiek, maar berichten worden
geïnterpreteerd binnen bestaande attitudes
- Meer ruimte eigen interpretatie, media versterkt hooguit
attitudes/percepties.
Crimino-legal complex: wisselwerking media en andere instituties
Doel opsporingsberichtgeving vanuit mass manipulation model
1. Beogen activeren tips te melden
2. Positiever media effect – bevordering vertrouwen in de politie
Gevolgen beeldvorming
- Mede door hoeveelheid camerabeelden wordt criminaliteit
geconstrueerd als een beperkt scala
- Berichtgeving volgt van landelijke en regionale selectie van politie -
> gezagsframe -> geen directe manipulatie
Functies reconstructies (zoals bij bijv. opsporing gezocht)
1. Terughalen van situatie
2. Meevoelen van mensen thuis
3 narratieve reconstructies
1. Klassieke dramatische verhaalstructuur
2. Nasleep bespreken
3. Afkeurende uitlatingen van criminele plegers
Vanderveen ‘trial by media’
War on terror: groepen/landen hebben een continue dreiging die veel
maatregelen rechtvaardigd.
Incidenten -> verhalen over incidenten -> sociale vergelijkingsprocessen -
> reacties van politie en daders
Moral outrage – identificatie slachtoffer, contrast dader
- Ideale slachtoffer
o Zwak
o Nuttige bezigheid (sociaal geaccepteerde baan)
o Geen schuld voor zich bevinden op de locatie (boodschappen
doen bijv.)
o Dader big and bad
, o Dader is een onbekende/vreemde
- Beestachtige dader
- ‘Wat een monster!’
Tragedie – identificatie slachtoffer en dader
- Omstandigheden werken verontschuldigend
o soms uitsluitingsgronden hierdoor
- Beide konden er niets aan doen
Blaming the victim – identificatie dader, contrast slachtoffer
- Bijv. Je eigen misbruiker vermoorden
Afzijdigheid – contrast dader en slachtoffer
- Bijv. gevecht tussen hooligans
- ‘Laat ze elkaar maar afmaken’
- Of liquidaties – ‘ruimt lekker op’
- Eigen schuld, dikke bult principe
Beckers ‘witteboordencriminaliteit’
Doel van straf
1. Vergelding
2. Onschadelijkmaking
3. Resocialisatie
4. Herstel schade
5. Afschikking
Straf bevestigd sociale normen -> solidariteit
+ normvormend wanneer grijs gebied
+ normondermijnend -> slecht gedrag gebagatelliseerd
Afwezigheid concreet slachtoffer? Media focust zich op verdacht
Luxe en glamour + falend toezicht
Perspectief vanuit verdachten
- PR-offensief: veel charisma en communicatie skills
o Poging tot overtuigend neutralisatieverhaal
- Neutralisatietechnieken
o Ontkennen van de verwijtbaarheid
‘iedereen doet het’
‘ik wist het niet’
o Ontkennen van de ernst
‘ik heb er recht op’
‘ik ben geen crimineel’
Alfhoff ‘mediaberichten, frames en hypes’
Dramademocratie: criminaliteit -> gemodificeerd en voor amusement
Mass manipulation model
- Media krachtige en machtige manipulator van passief publiek
- Media kan geweld verheerlijken of angst oproepen
Commercial laisser faire model
- Geen directe manipulatie van publiek, maar berichten worden
geïnterpreteerd binnen bestaande attitudes
- Meer ruimte eigen interpretatie, media versterkt hooguit
attitudes/percepties.
Crimino-legal complex: wisselwerking media en andere instituties
Doel opsporingsberichtgeving vanuit mass manipulation model
1. Beogen activeren tips te melden
2. Positiever media effect – bevordering vertrouwen in de politie
Gevolgen beeldvorming
- Mede door hoeveelheid camerabeelden wordt criminaliteit
geconstrueerd als een beperkt scala
- Berichtgeving volgt van landelijke en regionale selectie van politie -
> gezagsframe -> geen directe manipulatie
Functies reconstructies (zoals bij bijv. opsporing gezocht)
1. Terughalen van situatie
2. Meevoelen van mensen thuis
3 narratieve reconstructies
1. Klassieke dramatische verhaalstructuur
2. Nasleep bespreken
3. Afkeurende uitlatingen van criminele plegers
Vanderveen ‘trial by media’
War on terror: groepen/landen hebben een continue dreiging die veel
maatregelen rechtvaardigd.
Incidenten -> verhalen over incidenten -> sociale vergelijkingsprocessen -
> reacties van politie en daders
Moral outrage – identificatie slachtoffer, contrast dader
- Ideale slachtoffer
o Zwak
o Nuttige bezigheid (sociaal geaccepteerde baan)
o Geen schuld voor zich bevinden op de locatie (boodschappen
doen bijv.)
o Dader big and bad
, o Dader is een onbekende/vreemde
- Beestachtige dader
- ‘Wat een monster!’
Tragedie – identificatie slachtoffer en dader
- Omstandigheden werken verontschuldigend
o soms uitsluitingsgronden hierdoor
- Beide konden er niets aan doen
Blaming the victim – identificatie dader, contrast slachtoffer
- Bijv. Je eigen misbruiker vermoorden
Afzijdigheid – contrast dader en slachtoffer
- Bijv. gevecht tussen hooligans
- ‘Laat ze elkaar maar afmaken’
- Of liquidaties – ‘ruimt lekker op’
- Eigen schuld, dikke bult principe
Beckers ‘witteboordencriminaliteit’
Doel van straf
1. Vergelding
2. Onschadelijkmaking
3. Resocialisatie
4. Herstel schade
5. Afschikking
Straf bevestigd sociale normen -> solidariteit
+ normvormend wanneer grijs gebied
+ normondermijnend -> slecht gedrag gebagatelliseerd
Afwezigheid concreet slachtoffer? Media focust zich op verdacht
Luxe en glamour + falend toezicht
Perspectief vanuit verdachten
- PR-offensief: veel charisma en communicatie skills
o Poging tot overtuigend neutralisatieverhaal
- Neutralisatietechnieken
o Ontkennen van de verwijtbaarheid
‘iedereen doet het’
‘ik wist het niet’
o Ontkennen van de ernst
‘ik heb er recht op’
‘ik ben geen crimineel’
Alfhoff ‘mediaberichten, frames en hypes’
Dramademocratie: criminaliteit -> gemodificeerd en voor amusement