College 1
Hirschi: Waarom zijn niet alle mensen crimineel? Omdat mensen wat te verliezen
hebben. Je kunt je band met je ouders/gemeenschap verliezen. Dit weerhoudt
men ervan crimineel gedrag te vertonen. Mensen die weinig te verliezen hebben
zullen vaker crimineel gedrag vertonen.
Als je slecht scoort op de punten, zul je sneller crimineel gedrag vertonen.
- Attachment
- Commitment
- Belief
- Involvement
Glueck data. Verschillende meetmomenten rond 14, 25 en 32 jaar. 500
delinquente jongens. Beide groepen gematcht qua leeftijd, etniciteit en IQ. Ze
hebben van deze mensen een fractie op latere leeftijd opgezocht.
Begint op vroege leeftijd. Piek ligt rond de
18 jaar. Uiteindelijk gaat het naar bijna 0.
Uiteindelijk stopt bijna iedereen er wel
mee. Niet heel bijzonder (topsporters/
artiesten gaan ook niet hun hele leven
door). Je vaardigheden worden minder.
Kan ook dat ze beter weten hoe ze van de
politie weg moeten blijven. Kan ook dat
ze niks kunnen doen doordat ze in de
gevangenis zitten. Human agency
(moreel besef dat het zo niet langer kan).
Knife off the past from the present (lossnijden van verleden en verleden
achter zich laten). Zien we vaak bij trouwen en opleiding/werk als keerpunten in
het leven. Als mensen gaan trouwen komen ze anders op de curve. Ineens zien
we een daling. Wonen, werk en wederhelft zijn cruciaal om mensen uit de
criminaliteit te houden. Nadeel is dat als ze gaan scheiden dat ze een stijging
hebben dat hoger is als normaal op de curve.
We zien een daling in jeugddelinquentie met de jaren. Veel jongeren vervelen
zich minder tegenwoordig dan vroeger. De piek is nog steeds op hetzelfde
moment. Laatste paar jaar gaat het wel een klein beetje weer omhoog. Jongens
zijn oververtegenwoordigd. De curve is voor meiden wel identiek.
,Trembley zegt dat het komt dat de piek bij 18 jaar ligt, ligt aan hoe we
criminaliteit definiëren. Als het gaat om agressief gedrag, dat er een piek is bij
3,5 jaar. Omdat we niet bang zijn voor die leeftijd, gaan we het niet registreren.
Maar eigenlijk ligt de piek
al heel vroeg. Trembley
betoogd dat als we over
de tijd heen te kijken, dat
agressiviteit begint te
dalen. Alleen bij de
jongeren die geen
probleemoplossend
vermogen hebben en
verbaal niet sterk zijn is dit
niet het geval
1. Jongeren die agressief zijn als kleuter en delinquent zijn als tiener en
crimineel gedrag als volwassenen Life-course persistent (blijvend). Kan
ook een deel zijn dat niet persistent is, maar door te interveniëren wordt
omgezet in adolescent limited path.
2. Adolescent limited path. Het antisociale gedrag gebeurt alleen rondom en
tijdens de adolescentie. De groep waarvan je weet dat het wel goed gaat
komen is veel groter dan de groep waarbij het niet goedkomt.
Prevalentie (hoe vaak iets voorkomt) is verschillend tussen de sekse. Jongens
meer dan meiden.
Verklaringen voor langdurig antisociaal gedrag (life-course persistent):
Aanleg. Tekorten qua:
o Verbaal vermogen
o Probleemoplossend vermogen
o Concentratie
o Zelfcontrole
Vroege jeugd:
o Problematische zwangerschap
o Problematische opvoeding
In de helft van de gevallen kun je dit traject ombouwen. Als je niks doet beginnen
dingen opeen te stapelen. Antisociaal gedrag in volwassenheid vereist antisociaal
gedrag in kindertijd.
Cumulatieve continuïteit
, Verslaafd
Slechte baan
Schulden
Dakloos
Instabiele relaties
Slechte ouder
Psychiatrische stoornissen
Verklaringen voor tijdelijk antisociaal gedrag (adolescence-limited):
Sociale processen.
o Kloof biologische-sociale volwassenheid.
o Als jullie ons niet willen testen, dan testen we onszelf wel. Faciliteert
om populair te zijn.
o Veel tijd, weinig geld.
o Gebrek aan structuur en supervisie
o Kleine groep die nooit experimenteert met ASB. Voor sommigen
geldt dat ze meer structuur hebben al op jonge leeftijd. Sommige
jongeren zijn ook timide en overgecontroleerd.
Voortschrijden van de tijd.
- Middelbare school afgerond. Meer keuze in wie vrienden zijn
- Meer legitieme volwassen rollen beschikbaar
- Consequenties worden anders: positief negatief. Strafblad kan negatief
uitpakken voor latere beroep.
- Maar niet iedereen stopt: adolescence-onset. Een deel blijft ook in het
gedrag hangen. Zijn meer de mensen die wat hebben uitgevroten maar in
de fase dat we wat uitproberen. Geen diepere oorzaak.
Verwachtingen temperen:
Adolescenten willen graag steeds meer mogen
Volwassenen laten hen ook steeds meer hun gang gaan
Hulp vragen ze steeds vaker aan leeftijdsgenoten
Hulp van volwassenen vaak effectiever
Zelfregulatie nog niet goed genoeg: steun nodig.
Gen-omgeving correlatie. Niet een dichotomie tussen aanleg/ biologie en
sociologie/ omgeving. Ze werken op elkaar in.
1. Passief (aanleg speelt een rol, maar aanleg en omgeving werken
dubbelop. De kinderen die het het moeilijkst hebben, groeien ook op in
moeilijke gezinnen)
2. Actief (mensen die van zichzelf al veel aanleg hebben voor iets, ook
eerder hun omgeving uitzoeken die past bij hun aanleg)
3. Evocatief/ reactief (onderzoek tussen twee groepen voor IQ. Bij de
bloomers gaven ze telkens bonuspunten. Deze groep kwam relatief gezien
altijd beter uit dan de controlegroep. Gevolg was dat de groep bloomers
meer vooruitgingen. Laat zien dat hoge verwachtingen belangrijk zijn).
Golem effect <-> Pygmalion.
Hirschi: Waarom zijn niet alle mensen crimineel? Omdat mensen wat te verliezen
hebben. Je kunt je band met je ouders/gemeenschap verliezen. Dit weerhoudt
men ervan crimineel gedrag te vertonen. Mensen die weinig te verliezen hebben
zullen vaker crimineel gedrag vertonen.
Als je slecht scoort op de punten, zul je sneller crimineel gedrag vertonen.
- Attachment
- Commitment
- Belief
- Involvement
Glueck data. Verschillende meetmomenten rond 14, 25 en 32 jaar. 500
delinquente jongens. Beide groepen gematcht qua leeftijd, etniciteit en IQ. Ze
hebben van deze mensen een fractie op latere leeftijd opgezocht.
Begint op vroege leeftijd. Piek ligt rond de
18 jaar. Uiteindelijk gaat het naar bijna 0.
Uiteindelijk stopt bijna iedereen er wel
mee. Niet heel bijzonder (topsporters/
artiesten gaan ook niet hun hele leven
door). Je vaardigheden worden minder.
Kan ook dat ze beter weten hoe ze van de
politie weg moeten blijven. Kan ook dat
ze niks kunnen doen doordat ze in de
gevangenis zitten. Human agency
(moreel besef dat het zo niet langer kan).
Knife off the past from the present (lossnijden van verleden en verleden
achter zich laten). Zien we vaak bij trouwen en opleiding/werk als keerpunten in
het leven. Als mensen gaan trouwen komen ze anders op de curve. Ineens zien
we een daling. Wonen, werk en wederhelft zijn cruciaal om mensen uit de
criminaliteit te houden. Nadeel is dat als ze gaan scheiden dat ze een stijging
hebben dat hoger is als normaal op de curve.
We zien een daling in jeugddelinquentie met de jaren. Veel jongeren vervelen
zich minder tegenwoordig dan vroeger. De piek is nog steeds op hetzelfde
moment. Laatste paar jaar gaat het wel een klein beetje weer omhoog. Jongens
zijn oververtegenwoordigd. De curve is voor meiden wel identiek.
,Trembley zegt dat het komt dat de piek bij 18 jaar ligt, ligt aan hoe we
criminaliteit definiëren. Als het gaat om agressief gedrag, dat er een piek is bij
3,5 jaar. Omdat we niet bang zijn voor die leeftijd, gaan we het niet registreren.
Maar eigenlijk ligt de piek
al heel vroeg. Trembley
betoogd dat als we over
de tijd heen te kijken, dat
agressiviteit begint te
dalen. Alleen bij de
jongeren die geen
probleemoplossend
vermogen hebben en
verbaal niet sterk zijn is dit
niet het geval
1. Jongeren die agressief zijn als kleuter en delinquent zijn als tiener en
crimineel gedrag als volwassenen Life-course persistent (blijvend). Kan
ook een deel zijn dat niet persistent is, maar door te interveniëren wordt
omgezet in adolescent limited path.
2. Adolescent limited path. Het antisociale gedrag gebeurt alleen rondom en
tijdens de adolescentie. De groep waarvan je weet dat het wel goed gaat
komen is veel groter dan de groep waarbij het niet goedkomt.
Prevalentie (hoe vaak iets voorkomt) is verschillend tussen de sekse. Jongens
meer dan meiden.
Verklaringen voor langdurig antisociaal gedrag (life-course persistent):
Aanleg. Tekorten qua:
o Verbaal vermogen
o Probleemoplossend vermogen
o Concentratie
o Zelfcontrole
Vroege jeugd:
o Problematische zwangerschap
o Problematische opvoeding
In de helft van de gevallen kun je dit traject ombouwen. Als je niks doet beginnen
dingen opeen te stapelen. Antisociaal gedrag in volwassenheid vereist antisociaal
gedrag in kindertijd.
Cumulatieve continuïteit
, Verslaafd
Slechte baan
Schulden
Dakloos
Instabiele relaties
Slechte ouder
Psychiatrische stoornissen
Verklaringen voor tijdelijk antisociaal gedrag (adolescence-limited):
Sociale processen.
o Kloof biologische-sociale volwassenheid.
o Als jullie ons niet willen testen, dan testen we onszelf wel. Faciliteert
om populair te zijn.
o Veel tijd, weinig geld.
o Gebrek aan structuur en supervisie
o Kleine groep die nooit experimenteert met ASB. Voor sommigen
geldt dat ze meer structuur hebben al op jonge leeftijd. Sommige
jongeren zijn ook timide en overgecontroleerd.
Voortschrijden van de tijd.
- Middelbare school afgerond. Meer keuze in wie vrienden zijn
- Meer legitieme volwassen rollen beschikbaar
- Consequenties worden anders: positief negatief. Strafblad kan negatief
uitpakken voor latere beroep.
- Maar niet iedereen stopt: adolescence-onset. Een deel blijft ook in het
gedrag hangen. Zijn meer de mensen die wat hebben uitgevroten maar in
de fase dat we wat uitproberen. Geen diepere oorzaak.
Verwachtingen temperen:
Adolescenten willen graag steeds meer mogen
Volwassenen laten hen ook steeds meer hun gang gaan
Hulp vragen ze steeds vaker aan leeftijdsgenoten
Hulp van volwassenen vaak effectiever
Zelfregulatie nog niet goed genoeg: steun nodig.
Gen-omgeving correlatie. Niet een dichotomie tussen aanleg/ biologie en
sociologie/ omgeving. Ze werken op elkaar in.
1. Passief (aanleg speelt een rol, maar aanleg en omgeving werken
dubbelop. De kinderen die het het moeilijkst hebben, groeien ook op in
moeilijke gezinnen)
2. Actief (mensen die van zichzelf al veel aanleg hebben voor iets, ook
eerder hun omgeving uitzoeken die past bij hun aanleg)
3. Evocatief/ reactief (onderzoek tussen twee groepen voor IQ. Bij de
bloomers gaven ze telkens bonuspunten. Deze groep kwam relatief gezien
altijd beter uit dan de controlegroep. Gevolg was dat de groep bloomers
meer vooruitgingen. Laat zien dat hoge verwachtingen belangrijk zijn).
Golem effect <-> Pygmalion.