Latijn
Door: Benthe Piena
Vwo 6
, 4.1 Aeneas moet de penaten uit Troje meenemen
a. De schim van Hector verschijnt aan Aeneas
Tempus erat, quo prima quies mortalibus aegris incipit Het was de tijd/het tijdstip, waarop de eerste
slaap begint voor de vermoeide stervelingen en
et dono divum gratissima serpit. (deze) zich door een geschenk van de goden het
meest aangenaam verbreidt. 270 Kijk, in mijn
r. 270 In somnis, ecce, ante oculos maestissimus Hector slaap droomde ik dat voor mijn ogen de zeer
bedroefde Hector aanwezig was en rijkelijk tra-
visus adesse mihi largosque effundere fletus, nen uitstortte, (toen hij) met geweld (was)
voortgesleept door een tweespan, zoals hij eens
raptatus bigis, ut quondam, aterque cruento pulvere was, en zwart door het bebloede stof en met
riemen doorboord door zijn opgezwollen (zijnde)
perque pedes traiectus lora tumentis.
voeten. Wee mij, hoedanig was hij, hoezeer ver-
schillend was hij van die 275 Hector die terug-
Ei mihi, qualis erat, quantum mutatus ab illo
keert toen hij de wapenrusting van Achilles
heeft aangetrokken of toen hij Frygische vuren
r. 275 Hectore qui redit exuvias indutus Achilli vel
naar de schepen van de Grieken heeft gegooid!
Een vuile baard en haren, stijf geworden door
Danaum Phrygios iaculatus puppibus ignis!
het bloed en die wonden dragend, die hij in
Squalentem barbam et concretos sanguine crinis zeer groten getale heeft opgelopen rondom de
muren van zijn vaderland.
vulneraque illa gerens, quae circum plurima muros
accepit patrios.
b. Aeneas is bedroefd, maar ook blij Hector te zien
Ultro flens ipse videbar r. 280compellare virum et Zelf scheen ik wenend 280 de man uit eigen be-
weging toe te spreken en bedroefde woorden te
maestas expromere voces: uiten: ‘O licht van Troje, o zeer betrouwbare
hoop van de Trojanen, welk zolang uitstel heeft
‘O lux Dardaniae, spes o fidissima Teucrum, jou opgehouden? Langverwachte Hector, van
welke kusten kom je? Hoe (blij) aanschouwen we
quae tantae tenuere morae? jou uitgeput (als we zijn) na vele begrafenissen
van de jouwen, na verschillende ellende en van
Quibus Hector ab oris exspectate venis?
Door: Benthe Piena
Vwo 6
, 4.1 Aeneas moet de penaten uit Troje meenemen
a. De schim van Hector verschijnt aan Aeneas
Tempus erat, quo prima quies mortalibus aegris incipit Het was de tijd/het tijdstip, waarop de eerste
slaap begint voor de vermoeide stervelingen en
et dono divum gratissima serpit. (deze) zich door een geschenk van de goden het
meest aangenaam verbreidt. 270 Kijk, in mijn
r. 270 In somnis, ecce, ante oculos maestissimus Hector slaap droomde ik dat voor mijn ogen de zeer
bedroefde Hector aanwezig was en rijkelijk tra-
visus adesse mihi largosque effundere fletus, nen uitstortte, (toen hij) met geweld (was)
voortgesleept door een tweespan, zoals hij eens
raptatus bigis, ut quondam, aterque cruento pulvere was, en zwart door het bebloede stof en met
riemen doorboord door zijn opgezwollen (zijnde)
perque pedes traiectus lora tumentis.
voeten. Wee mij, hoedanig was hij, hoezeer ver-
schillend was hij van die 275 Hector die terug-
Ei mihi, qualis erat, quantum mutatus ab illo
keert toen hij de wapenrusting van Achilles
heeft aangetrokken of toen hij Frygische vuren
r. 275 Hectore qui redit exuvias indutus Achilli vel
naar de schepen van de Grieken heeft gegooid!
Een vuile baard en haren, stijf geworden door
Danaum Phrygios iaculatus puppibus ignis!
het bloed en die wonden dragend, die hij in
Squalentem barbam et concretos sanguine crinis zeer groten getale heeft opgelopen rondom de
muren van zijn vaderland.
vulneraque illa gerens, quae circum plurima muros
accepit patrios.
b. Aeneas is bedroefd, maar ook blij Hector te zien
Ultro flens ipse videbar r. 280compellare virum et Zelf scheen ik wenend 280 de man uit eigen be-
weging toe te spreken en bedroefde woorden te
maestas expromere voces: uiten: ‘O licht van Troje, o zeer betrouwbare
hoop van de Trojanen, welk zolang uitstel heeft
‘O lux Dardaniae, spes o fidissima Teucrum, jou opgehouden? Langverwachte Hector, van
welke kusten kom je? Hoe (blij) aanschouwen we
quae tantae tenuere morae? jou uitgeput (als we zijn) na vele begrafenissen
van de jouwen, na verschillende ellende en van
Quibus Hector ab oris exspectate venis?