Wat is onderzoek? H1 en 4.1
Betrouwbaarheid: in hoeverre zijn de onderzoeksresultaten te vertrouwen?
- Onder herhaling van dezelfde omstandigheden dezelfde uitkomsten
Validiteit: meet je wat je wilt meten?
Construct-begripsvaliditeit
Inhoudsvaliditeit
Criterium validiteit: heeft je construct daadwerkelijk een
voorspellende waarde?
Contentvaliditeit: middels experts (meerdere ogen) nagaan of het
construct juist meet
Ecologische validiteit
Representativiteit: de mate
waarin de steekproef (de groep
die je onderzoekt) overeenkomt
met de populatie
(onderzoeksdoelgroep)
De aanleiding van het
onderzoek achterhalen: het probleem/fenomeen dat je wilt gaan onderzoeken in
kaart brengen
Probleem omschrijven aan de hand van de 6 W’s:
- Wat is de aanleiding voor het probleem?
- Wie heeft (er last van) het probleem?
- Wanneer is het probleem ontstaan?
- Waarom is het een probleem of kans?
- Waar doet het probleem zich voor?
- Welke informatie is er nodig om het probleem op te lossen?
Probleemanalyse H2 en 4.2 t/m 5.1
Steekproef: de mensen die uitgenodigd worden deel te
nemen aan een onderzoek.
, Populatie: de groep waarover we als onderzoekers uitspraken willen doen.
Methode van steekproef trekken:
- Aselecte: elke eenheid in de populatie heeft een gelijke kans om
geselecteerd te worden
Enkelvoudig: elke eenheid heeft gelijke kans om willekeurig
geselecteerd te worden
Systematisch: na een willekeurige start wordt elke (bijv. 10 e persoon)
geselecteerd
Gestratificeerde: populatie wordt verdeeld in groepen en uit elke
groep (stratum) wordt een willekeurige steekproef genomen
- Selecte: waarbij bepaalde eenheden bewust geselecteerd worden, vaak
op basis van specifieke kenmerken
Quota: populatie wordt opgedeeld in groepen, een vast aantal
eenheden wordt geselecteerd uit elke groep om representativiteit te
waarborgen
Anders als aselecte gestratificeerde steekproef: bij de quota is de
selectie niet willekeurig, terwijl bij de gestratificeerde dit wel het
geval is.
Sneeuwbal: begint met kleine groep respondenten en vraagt hen om
andere respondenten aan te wijzen, leidt tot kettingreactie
Gelegenheid: respondenten worden geselecteerd op basis van hun
beschikbaarheid of toevalligheid, zonder vooraf bepaalde criteria.
Tip: maak de representativiteit inzichtelijk via een responsetabel om te
voorkomen dat je respondenten mee neemt die niet behoren tot de populatie.
Door de verdeling van kenmerken zoals leeftijd, geslacht, of andere relevante
factoren te vergelijken tussen de steekproef en de totale populatie, kun je
controleren of de steekproef een nauwkeurige afspiegeling is van de populatie.
Populatieonderzoek: een onderzoek waarbij je alle leden van de populatie
onderzoekt. Je hoeft geen steekproef te nemen, omdat je de hele populatie
onderzoekt, bijvoorbeeld alle klanten van een winkel of alle inwoners van een
stad.
Steekproefgrootte berekenen:
- Kwantitatief: de steekproefgrootte bereken op basis van het aantal
mensen in de populatie en de gewenste nauwkeurigheid (bijvoorbeeld de
foutmarge). Je gebruikt formules of online rekentools om het aantal
respondenten te bepalen.
- Kwalitatief: hierbij gaat het minder om het aantal, maar meer om de
diepte van informatie. Je kiest een kleinere groep die specifieke ervaringen
of kennis heeft die je wilt onderzoeken.
Een commercieel vraagstuk is een probleem of uitdaging waar een bedrijf mee
te maken heeft, zoals hoe ze meer klanten kunnen aantrekken of hun winst
kunnen verhogen.
Een goede onderzoeksvraag is een duidelijke en specifieke vraag die je helpt
om antwoorden te vinden voor het commercieel vraagstuk, bijvoorbeeld "Wat zijn
de voorkeuren van klanten bij het kiezen van een product?"