Week 1
Utilitarisme: het grootste geluk voor het grootst aantal personen. Maatschappelijk welzijn.
Deontologie: handeling volgens het categorisch imperatief. Individuele rechten en plichten.
Deugdethiek: handeling gericht door een deugdzaam mens. Gedachte dat er een bepaalde
manier is om te komen tot het goede leven: normen en waarden om te komen tot een
deugdzaam leven. Normen en waarden.
Existentie filosofie: geen houvast en elke individu maakt eigen keuzes. Er is niet altijd een
argument die dat bepaald voor jou.
Heersende moraal: wat er in de wet staat.
Kritisch moraal: het kritisch onderzoeken van de heersende moraal door normatieve evaluatie.
Landkaartje van methode:
Descriptief en normatief: hoe dingen zijn en hoe dingen zouden moeten zijn.
- Empirisch: feiten vaststellen van zintuigelijke waarneming.
- Conceptueel: analiseren van inhoud van begrippen.
- Interpretatief: vaststellen van betekenissen: rechtsvinding.
- Normatief: morele waardeoordelen.
Week 2: Utilitarisme: maatschappelijke belangen.
Bentham: principes om maatschappij vorm te geven. Moderniteit: trekt zich niet aan de
waarden vanuit het geloof (goed en kwaad), maar vanuit de natuur. Er zijn twee soevereine
meesters: pijn en natuur.
Bentham: moreel bijgeloof en normen en wensen moeten worden losgelaten: mensen
proberen net als dieren plezier te maximaliseren en pijn te minimaliseren. Er zit geen verschil
tussen mens en dier.
Principle of Utilisty: erkent dat mens zich lijdt tot maximalisatie van plezier en minimaliseren
van pijn. Moeten leven door geluk te maximaliseren en pijn te minimaliseren. De wetgever
heeft morele maatstaf: rekensom te maken om voor alle leden van de samenleving wetten te
uitvaardigen die het grootst aantal geluk brengt voor het grootst aantal personen
nutsmaximalisatie. The utilitaristische calculus.
Panopticon: gevangenis waar een toren in het midden staat met maar één waker die alle
gevangenen in de houdt. Dit is een voorbeeld van nutmaximalisatie van Bentham.
Utilisme is een Consequentialische theorie (gevolgenethiek): afhankelijk van de gevolgen van
iets/ uitwerking van handeling.
Mensenrechten mogen worden geschonden voor algemene belangen.
Daadutilitarisme: handeling. Regelutilitarisme: opstellen van algemene normen.
, Mill: bescherming van individuele rechten zijn goed voor het algemene nut. Probeert kritiek
op utilitarisme te weerleggen door uit te leggen wat geluk en pijn is. Er is een simpele
gedragsregel waardoor handelingen goed zijn als ze geluk promoten en slecht als het
tegenovergestelde veroorzaken.
Rechtseconomie: effecten van recht op de toekomst. Gevolgen:
- Zaaksoverstijgende belangen: kijken naar verschillende uitkomsten en rechtspreken
met de optie de beste welvaart heeft voor de maatschappij.
- Van ex post naar ex ante: niet alleen terug- maar ook vooruitkijken.
Op basis van gevolgen moet een optimum komen. Kelderluik is een voorbeeld van het zoeken
naar een optimum, doordat “mate van bezwaarlijke”. Formule schadeplichtigheid:
Kans op schade en ernst van schade > mate van bezwaarlijkheid. Dan is er
schadeplichtigheid.
Utilitaristische calculus en rechtseconomische beredenering. Ultilitarisme: gevolgen.
Het recht vraagt niet van ons dat we onze naasten lief hebben, dat vraagt de moraliteit
(godsdienst), wel je naasten geen schade te berokkenen. Iedereen is je naasten. Dit gaat over
normen, waarden en moraliteit zorgvuldigheidsbeginsel Deugdethisch: normen en
waarden.
Wealth maximalization:
Het recht moet streven naar maximalisatie van wealth (welvaart). Wealth is alles wat men
belangrijk vindt, zoals de rechten die je hebt. Je kan hiermee gaan rekenen. Door financiële
waarden aan te hangen, om als rechter toch aan rechten ook een geldwaarde aan te hangen.
Hij stelt de vraag aan personen in een hypothetische situatie op een hypothetische market
hoeveel geld men ervoor wilt geven. Het vonnis van de rechter moet welvaart waarderen
(maximaliseren).
Bij een strijd tussen waarden hangt Posner er een financiële waarde aan. Dingen in geld
uitdrukken die in nature geen financiële waarde hebben (leven, privacy, ect.).
Zelfoverschatting van vermogen dat we alles uit kunnen rekenen?
Week 3: Sociaal contract
Thomas Hobbes: zwartgallig (slecht) idee van de mens en over de natuurtoestand.
Natuurtoestand: het idee dat mensen van nature gelijk zijn. Natuurlijke gelijke vrijheid.
vertrekpunt van negatief mensbeeld: als er geen overheidsgezag is zou er een oorlog zijn van
allen tegen allen: verschrikkelijke natuurtoestand. Hier wordt een einde aangemaakt door
overheidsgezag.
Oplossing om uit de natuurtoestand te komen is door een statelijke orde: common wealth. Als
mensen onderling afspreken dat ze overheidsgezag accepteren. Elke orde is beter dan chaos:
slechte heerser is altijd beter dan geen orde, de natuurtoestand (oorlog van allen tegen allen
moeten we voorkomen). Afspraak tussen burgers onderling: onvoorwaardelijk. Het is absoluut
Utilitarisme: het grootste geluk voor het grootst aantal personen. Maatschappelijk welzijn.
Deontologie: handeling volgens het categorisch imperatief. Individuele rechten en plichten.
Deugdethiek: handeling gericht door een deugdzaam mens. Gedachte dat er een bepaalde
manier is om te komen tot het goede leven: normen en waarden om te komen tot een
deugdzaam leven. Normen en waarden.
Existentie filosofie: geen houvast en elke individu maakt eigen keuzes. Er is niet altijd een
argument die dat bepaald voor jou.
Heersende moraal: wat er in de wet staat.
Kritisch moraal: het kritisch onderzoeken van de heersende moraal door normatieve evaluatie.
Landkaartje van methode:
Descriptief en normatief: hoe dingen zijn en hoe dingen zouden moeten zijn.
- Empirisch: feiten vaststellen van zintuigelijke waarneming.
- Conceptueel: analiseren van inhoud van begrippen.
- Interpretatief: vaststellen van betekenissen: rechtsvinding.
- Normatief: morele waardeoordelen.
Week 2: Utilitarisme: maatschappelijke belangen.
Bentham: principes om maatschappij vorm te geven. Moderniteit: trekt zich niet aan de
waarden vanuit het geloof (goed en kwaad), maar vanuit de natuur. Er zijn twee soevereine
meesters: pijn en natuur.
Bentham: moreel bijgeloof en normen en wensen moeten worden losgelaten: mensen
proberen net als dieren plezier te maximaliseren en pijn te minimaliseren. Er zit geen verschil
tussen mens en dier.
Principle of Utilisty: erkent dat mens zich lijdt tot maximalisatie van plezier en minimaliseren
van pijn. Moeten leven door geluk te maximaliseren en pijn te minimaliseren. De wetgever
heeft morele maatstaf: rekensom te maken om voor alle leden van de samenleving wetten te
uitvaardigen die het grootst aantal geluk brengt voor het grootst aantal personen
nutsmaximalisatie. The utilitaristische calculus.
Panopticon: gevangenis waar een toren in het midden staat met maar één waker die alle
gevangenen in de houdt. Dit is een voorbeeld van nutmaximalisatie van Bentham.
Utilisme is een Consequentialische theorie (gevolgenethiek): afhankelijk van de gevolgen van
iets/ uitwerking van handeling.
Mensenrechten mogen worden geschonden voor algemene belangen.
Daadutilitarisme: handeling. Regelutilitarisme: opstellen van algemene normen.
, Mill: bescherming van individuele rechten zijn goed voor het algemene nut. Probeert kritiek
op utilitarisme te weerleggen door uit te leggen wat geluk en pijn is. Er is een simpele
gedragsregel waardoor handelingen goed zijn als ze geluk promoten en slecht als het
tegenovergestelde veroorzaken.
Rechtseconomie: effecten van recht op de toekomst. Gevolgen:
- Zaaksoverstijgende belangen: kijken naar verschillende uitkomsten en rechtspreken
met de optie de beste welvaart heeft voor de maatschappij.
- Van ex post naar ex ante: niet alleen terug- maar ook vooruitkijken.
Op basis van gevolgen moet een optimum komen. Kelderluik is een voorbeeld van het zoeken
naar een optimum, doordat “mate van bezwaarlijke”. Formule schadeplichtigheid:
Kans op schade en ernst van schade > mate van bezwaarlijkheid. Dan is er
schadeplichtigheid.
Utilitaristische calculus en rechtseconomische beredenering. Ultilitarisme: gevolgen.
Het recht vraagt niet van ons dat we onze naasten lief hebben, dat vraagt de moraliteit
(godsdienst), wel je naasten geen schade te berokkenen. Iedereen is je naasten. Dit gaat over
normen, waarden en moraliteit zorgvuldigheidsbeginsel Deugdethisch: normen en
waarden.
Wealth maximalization:
Het recht moet streven naar maximalisatie van wealth (welvaart). Wealth is alles wat men
belangrijk vindt, zoals de rechten die je hebt. Je kan hiermee gaan rekenen. Door financiële
waarden aan te hangen, om als rechter toch aan rechten ook een geldwaarde aan te hangen.
Hij stelt de vraag aan personen in een hypothetische situatie op een hypothetische market
hoeveel geld men ervoor wilt geven. Het vonnis van de rechter moet welvaart waarderen
(maximaliseren).
Bij een strijd tussen waarden hangt Posner er een financiële waarde aan. Dingen in geld
uitdrukken die in nature geen financiële waarde hebben (leven, privacy, ect.).
Zelfoverschatting van vermogen dat we alles uit kunnen rekenen?
Week 3: Sociaal contract
Thomas Hobbes: zwartgallig (slecht) idee van de mens en over de natuurtoestand.
Natuurtoestand: het idee dat mensen van nature gelijk zijn. Natuurlijke gelijke vrijheid.
vertrekpunt van negatief mensbeeld: als er geen overheidsgezag is zou er een oorlog zijn van
allen tegen allen: verschrikkelijke natuurtoestand. Hier wordt een einde aangemaakt door
overheidsgezag.
Oplossing om uit de natuurtoestand te komen is door een statelijke orde: common wealth. Als
mensen onderling afspreken dat ze overheidsgezag accepteren. Elke orde is beter dan chaos:
slechte heerser is altijd beter dan geen orde, de natuurtoestand (oorlog van allen tegen allen
moeten we voorkomen). Afspraak tussen burgers onderling: onvoorwaardelijk. Het is absoluut