Intentie: Met elkaar op een dynamische en verbindende manier leren over spellen
3 Schriftsystemen
1. Pictografisch woord uitbeelden door 1 afbeelding of tekeningen bv
verkeersborden, hyroglieven
2. Logografisch elk teken staat voor 1 woord bv chinese taal/schrift
3. Alfabetisch Ieder foneem (spraakklank) wordt door een apart grafeem (letter of
lettercombinatie) weergegeven bv nederlands alfabet
Het alfabetisch principe in het nederlands
Het Nederlands kent 34 fonemen (spraakklanken die betekenisverschil
veroorzaken)
De fonemen kunnen worden verdeeld in:
o Lange klinkers: aa/ee/oo/uu/ie/oe/eu
o Korte klinkers: a/e/o/u/i
o Tweetekenklinkers (tweeklanken): au (ou), ij (ei), ui
o Medeklinkers: b, c, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, q, r, s, t, v, w, x, z, ch, ng
Nederlands kent 36 verschillende grafemen (een letter of lettercombinatie die
verwijst naar een foneem
Problemen bij het alfabetisch principe
Het herkennen van fonemen is lastig.
We moeten letters combineren om fonemen weer te geven.
De koppeling tussen foneem en grafeem is niet eenduidig. Voor een foneem zijn
soms meerdere grafemen te gebruiken.
Pagina 1 van 19
,Vier hoofdregels van het Nederlandse spellingsysteem (de 4
spellingsprincipes)
1. Fonologisch principe (spraakklanken)
2. Morfologisch principe (morfemen)
3. Etymologisch principe (herkomst)
4. Syllabisch principe (klankgroepen)
1. Fonologisch principe (basisregel)
Als we kinderen leren spellen, moeten ze dus eerst het fonologisch principe onder de
knie krijgen. je spelt een woord met de klanken die je hoort
Ieder foneem (spraakklank) krijgt een grafeem (letter of lettercombinatie)
woorden die op deze wijze geschreven kunnen worden, noemen we klankzuivere
woorden. Je schrijft wat je hoort alle fonologische woorden zijn dus klankzuiver
zijn ze dit niet dan horen ze bij een van de andere 3 de principes
2. morfologisch principe
Morfologisch principe: bij de spelling van het woord ga je niet uit van de klank maar van
de vorm van woorden (de morfemen). (Kinderen vinden dit een lastige regel. Ze hebben
geleerd op hun gehoor af te gaan. Nu moeten ze dat in bepaalde gevallen weer loslaten
om een regel toe te passen.)
Morfemen: betekenis dragende elementen van een woord.
Vrije en gebonden morfemen: vrije morfemen zijn op zichzelf staand woord>
Een gebonden morfeem moet altijd ergens aan vast zitten bv ge be ver
On-wijs
Kast-deur-tje
Het morfologisch principe is op te splitsen in twee regels:
1. de regel van gelijkvormigheid: betekent dat een deel van een woord
(morfeem) altijd op dezelfde manier wordt geschreven. Je moet vergelijken hoe
het morfeem in een ander woord klinkt. Je vergelijkt dus: hoe wordt hetzelfde
morfeem in langere (dezelfde) woorden geschreven worden.
Een woord of voor- of achtervoegsel schrijf je steeds op dezelfde manier.
hond – honden (je hoort /d/ duidelijk in het meervoud)
Ik vind want vinden (je hoort /d/ duidelijk in de hele werkwoordsvorm)
Niet consequent: huis maar huizen, lief maar lieve.
2. de regel van overeenkomst: Woorden worden op dezelfde manier geschreven,
als ze op dezelfde manier zijn gevormd. Je moet een woord vergelijken met een
ander woord met ook een andere betekenis.
hij vindt want hij werkt
stationsstraat want stationsplein
Oefening: is het gelijkvormig of overeenkomstige regel van toepassing?
(het) gebied
(ik) heb
(hij) antwoordt
Werkzaam
(de) breedte
Pagina 2 van 19
, (en de) grootte
Antwoorden:
Gelijkvormigheid (gebieden)
Gelijkvormigheid (hebben)
Overeenkomst (werkt)
Gelijkvormigheid (moeizaam, spraakzaam (je hoort een /s/ in het achtervoegsel, je
schrijft een /z/)
Overeenkomst (lente)
Overeenkomst (lengte)
Een vb van opdracht uit tentamen maar misschien maar 1 opgave niet meer
3. Etymologisch principe
De geschiedenis en herkomst van een woord zijn bepalend voor de schrijfwijze. Het
etymologisch principe houdt in dat de vroegere vorm de schrijfwijze van het woord
bepaalt.
Vroeger was er verschil in uitspraak tussen bijvoorbeeld de ij en de ei: ij klonk
als /ie/, ei klonk als /ee/ of /è/.
Nu hoor je dat niet meer: de betekenis van een woord bepaalt de spelling: hei/hij,
wei/wij
Geldt ook voor de ou en de au: rauw/rouw dat komt dus door de herkomst van het
woord
Bij woorden als interview /inturvjoe/ is de spelling uit de taal van herkomst
gewoon overgenomen.
Ei ij en au ou woorden spel je vanwege ethymologisch principe ook woorden die uit
andere landen komen bv trottoir en interview is het sws ethymologisch
4. Syllabisch principe
Het syllabisch principe is gebaseerd op klankstukken die de spreker als één groep
gebruikt. Dit is iets anders dan een lettergreep. Een lettergreep is een visuele verdeling
van een woord.
Syllabes (klankgroepen): /ba/+/kur/+/tju/
Lettergrepen (visuele verdeling van het woord): bak-ker-tje
Morfemen (betekenisdragende elementen van een woord): bakkertje
Het syllabisch principe is op te splitsen in twee regels:
1. verdubbelingsregel
Als een klankstuk eindigt op een korte klank /a/ /e/ /o/ /u/, dan wordt de
medeklinker die daarop volgt verdubbeld.
Voorbeeld: mappen /a/ pp
Koffer: /ko/ dus dubbel f.
Bakker: /ba/ dus dubbel k.
2. verenkelingsregel
Als een klankstuk eindigt op een lange klank, dan schrijven we een korte klank
(één letter,
Voorbeeld: apen /aa/ a
vuur, meer, laat, poot
Pagina 3 van 19