Hoofdstuk 1
Paragraaf 1
Mensen zijn geschapen om te leven in relatie tot medemensen en tot de natuur. Maar mensen zijn
bovenal tot Gods eer geschapen.
De mens is het allerhoogste schepsel dat God schiep. Waarom? Dit vindt je in Genesis 1:27, 31.
Een burger is een inwoner van een land. Iedereen is dat dus eigenlijk.
Het woord burger wordt ook gebruikt om het onderscheid aan te geven ten opzichte van mensen die
een bepaalde functie bekleden.
Abraham Maslow was een psycholoog in 1943 die de ‘piramide van Maslow’ maakte. In deze
piramide kun je zien wat je nodig hebt om goed te functioneren in de maatschappij en in het leven.
(zie blz. 8+9 voor de piramide)
De hoofdlijn van de piramide van Maslow: (van onder tot boven)
➢ Lichamelijke behoeften
➢ Behoefte aan veiligheid en zekerheid
➢ Behoefte aan sociaal contact
➢ Behoefte aan waardering en erkenning
➢ Voldoende mogelijkheden hebben om jezelf te ontplooien
Waardoor wordt je gevormd? Vanaf je geboorte tot aan dit moment zijn er verschillende factoren
geweest die een meer of minder belangrijke rol hebben gespeeld bij jouw mening.
Cirkel van vorming: (van binnen naar buiten)
➢ Familie, religie, vrienden, klasgenoten
➢ Gezondheidszorg, woonplaats, school, massamedia
➢ Politiek, economie, cultuur
Wat zorgt ervoor dat samenleven mogelijk is?
➢ Waarden en normen
➢ Macht
➢ Gezag
➢ Respect
➢ Sociale controle
➢ Informele sociale controle
➢ Formele sociale controle
Inzicht in de ideeën over het leven van anderen kunnen je helpen om elkaar te begrijpen. Ideeën over
het leven noemen we waarden.
Naast waarden heb je ook normen. Normen komen uit de waarden voort. Normen zijn – uit de
waarden afgeleide – verwachtingen over hoe je je wel en niet moet gedragen.
, Macht is het vermogen andere mensen jouw wil op te leggen.
Gezag heeft men op grond van een bepaalde functie of verantwoordelijkheid.
Respect is het omzien naar elkaar en rekening houden met elkaar. Het best te omschrijven met
aanzien of waardering.
Sociale controle is een controle op het gedrag van mensen in een samenleving.
Informele sociale controle is het naar elkaar omkijken.
Formele sociale controle houdt in dat er sprake is van bijvoorbeeld een gezagsdrager die de controle
uitvoert. (denk aan de politie)
Paragraaf 2
10 belangrijkste gebeurtenissen en vier personen die een plaats hebben.
4 belangrijke personen:
➢ Koning Willem I
➢ Aletta Jacobs
➢ Anne Frank
➢ Willem Drees
Koning Willem I, 1813 terugkeer naar Nederland, 1815 het voormalige Oostenrijkse Nederlanden met
het grondgebied van de Oude Republiek werden verenigd, 1939 België werd zelfstandig.
Aletta Jacobs, eerste vrouw op de universiteit, 1980 de ‘Wet op gelijke behandeling van mannen en
vrouwen’ werd aangenomen.
Anne Frank, 1929 geboren, zomer 1933 vluchtte het gezin naar Amsterdam, 1942 doken ze onder,
1945 stierf ze, 1947 werd haar dagboek ‘Het Achterhuis’ uitgegeven, 5 mei 1945 was de Tweede
Wereldoorlog voorbij.
Willem Drees, een van de populairste minister-presidenten die Nederland gekend heeft, rol had hij
vooral te danken aan zijn ‘Noodvoorziening voor ouden van dagen’ uit 1947, 1956 de AOW wet kwam
uit, eigenlijk heeft hij dus de verzorgingsstaat opgebouwd.
10 belangrijke gebeurtenissen:
➢ De eerste spoorlijn 1839
➢ De grondwet 1848
➢ Verzet tegen kinderarbeid
➢ De eerste wereldoorlog 1914-1918
➢ De crisisjaren 1929-1940
➢ Indonesië
➢ De watersnoodramp
➢ De televisie
➢ De multiculturele samenleving
➢ De euro