1. Taal als systeem Componenten van taal......................................................2
Portaal - Hoofdstuk 1: Taalonderwijs...............................................................................2
1.2 Visies..................................................................................................................... 2
1.3 Inhouden en doelen............................................................................................... 2
1.4 Didactiek van het taalonderwijs............................................................................3
1.5 Evalueren en omgaan met verschillen..................................................................4
Portaal - Hoofdstuk 2: Taal.............................................................................................. 4
2.1 Wat is taal?............................................................................................................ 4
2.2 Functies van taal................................................................................................... 5
2.3 Betekenis van taal................................................................................................. 6
2.4 Systeem................................................................................................................ 7
2. Taalverwerving...........................................................................................9
Portaal - Hoofdstuk 3: Taalverwerving............................................................................9
3.1 Taalverwerving via spreken en luisteren................................................................9
3. Mondelinge taal........................................................................................11
Portaal - Hoofdstuk 4: Mondelinge taalvaardigheid.......................................................11
4.4 Praktijk: algemeen.............................................................................................. 11
4.5 Praktijk: Het jonge kind.......................................................................................13
4. Deelvaardigheden lezen, schrijven, spelling..............................................13
Portaal - Hoofdstuk 5: Geletterdheid: Lezen.................................................................13
5.4 Praktijk: algemeen............................................................................................... 13
5.5 Praktijk: het jonge kind........................................................................................14
Spelling - Hoofdstuk 2: Het spellingproces....................................................................16
2.1 Functie van het woordgeheugen bij het spellen..................................................16
2.2 Spellingstrategieën............................................................................................. 17
2.3 Gebruik van spellingstrategieën..........................................................................17
2.4 Aanleren van spellingstrategieën........................................................................18
Aanvankelijk en technisch lezen - Hoofdstuk 9: Methoden en leergangen....................18
9.2 Moderne methoden voor aanvankelijk lezen.......................................................18
Portaal - Hoofdstuk 6: Geletterdheid: Schrijven............................................................19
6.5 Praktijk: het jonge kind........................................................................................19
5. Woordenschat..........................................................................................20
Portaal - Hoofdstuk 8: Woordenschat............................................................................20
8.1 Achtergronden..................................................................................................... 20
8.2 Visies................................................................................................................... 21
8.3 Doelen en inhouden............................................................................................ 22
8.4 Praktijk: Woordenschat algemeen.......................................................................22
8.5 Praktijk: Het jonge kind.......................................................................................23
8.7 Evalueren en omgaan met verschillen................................................................23
6. Jeugdliteratuur.........................................................................................24
Portaal - Hoofdstuk 10: Jeugdliteratuur.........................................................................24
10.1 Achtergronden................................................................................................... 24
10.4 Praktijk: algemeen............................................................................................. 24
10.5 Praktijk: het jonge kind......................................................................................24
1
,1. Taal als systeem Componenten van taal
Portaal 1.2 t/m 1.5 en H2
Portaal - Hoofdstuk 1: Taalonderwijs
1.2 Visies
Visies op taalonderwijs
Traditioneel taalonderwijs
Nadruk ligt op schriftelijke vaardigheden; grammatica (ontleding,
zinsdelen) is belangrijk; voordeel: overzichtelijke visie
Thematisch-cursorisch taalonderwijs
Uitgangspunt: je leert vooral taal door het te gebruiken in zinvolle
gebruikssituaties werken met thema’s
Taal bij alle vakken
Uitgangspunt: taal is meer dan materie die geleerd moet worden en
je kunt leren d.m.v. taal
Communicatief taalonderwijs
Uitgangspunt: men moet goed mondeling en schriftelijk
communiceren; draait vooral om de bedoelingen van de
spreker/schrijver; correctheid minder belangrijk
Whole-languagebenadering
Uitgangspunt: de eigen ervaringen van het kind. Ieder kind heeft wat
te vertellen, ook al lijkt het alsof ze niets hebben meegemaakt
Strategisch taalonderwijs
Worden strategieën aangeleerd voor taal; bijv. een strategie leren
om de hoofdtekst bij begrijpend lezen te kunnen onderscheiden
Taakgericht taalonderwijs
Leert niet alleen een taal om er taken mee te kunnen uitvoeren,
maar ook juist door zulke taken uit te voeren.
Interactief taalonderwijs
Uitgangspunt: leerlingen leren taal het beste in een krachtige
leeromgeving waarbij rekening wordt gehouden met individuele
verschillen en behoeften
- Betekenisvol leren: kinderen leren het best in contexten die
voor hen belangrijk zijn
- Sociaal leren: leerlingen leren in samenspraak en -werking
met anderen
- Strategisch leren: leerlingen hebben concrete strategieën
nodig om bepaalde taalproblemen op een efficiënte wijze op
te lossen
1.3 Inhouden en doelen
2
, 1. Vaardigheden: meeste tijd die wordt besteed aan Nederlandse
taal gaat zitten in verwerving vaardigheden (spreken, luisteren, schrijven,
lezen)
2. Woordenschat: zonder woorden geen taal
3. Via (luister)boeken en sociale media maakt een leerkracht
leerlingen wegwijs in de wereld waarin ze leven.
4. Taalbeschouwing: leren reflecteren op taal en taalgebruik
Doelen:
Kerndoelen
Tussendoelen
o Tussendoelen beginnende geletterdheid
o Tussendoelen gevorderde geletterdheid
o Tussendoelen mondelinge communicatie
Referentiekader taal en rekenen
Elke school moet zich houden aan dit referentiekader
o Mondelinge taalvaardigheid
o Lezen
o Schrijven
o Begrippenlijst en taalverzorging
Niveau 1F: fundamenteel voor het eind van het
basisonderwijs, speciaal onderwijs en praktijkonderwijs
Niveau 2F: MBO 1, 2, 3 en VMBO
Niveau 3F: MBO 4 en eind HAVO
Niveau 4F: eind VWO
Leerstoflijnen
o Leerstoflijnen mondelinge taalvaardigheid beschreven
o Leerstoflijnen lezen beschreven
o Leerstoflijnen schrijven beschreven
o Leerstoflijnen begrippenlijst en taalverzorging beschreven
Doelen uit de methode of zelfgekozen
Groeps- en individuele doelen
1.4 Didactiek van het taalonderwijs
“Wat zijn de inhouden van het taalonderwijs?”
“Hoe stelt een leerkracht de inhouden van het taalonderwijs aan de orde?”
Traditionele visie op taalonderwijs: zal leerlingen veel geïsoleerde
oefeningen laten doen
Interactieve visie: zoeken naar situaties waarin leerlingen taal moeten
gebruiken en moeten reflecteren op hun taal.
3