,1. Inspuitingen
inspuiting: toediening vloeibaar geneesmiddel via parenterale weg(niet via mond-maag-darm) dmv
kiemvrije spuit en naald
o op medisch voorschrift: vroedvrouw of arts
o doel: snellere werking, lokaal effect, GM die niet via spijsverteringsstelsel kunnen, per os
kan/mag niet, vaccinatie
o soorten
intramusculair/IM: in de spier
subcutaan/SC: onder de huid in de vetlaag
intraveneus/IV: in de vene
intradermaal/ID: vlak onder de huid
speciale: intra-arterieel, -rachidaal, -articulair, -lumbaal, -cardiaal, -pleuraal, -osseus
spuit
veel verschillende soorten: soort geneesmiddel, plaats van inspuiting
stamper met rubberen dopje(afsluiting)
o aflezen onder rubberen dopje
enkel handvat spuitvasthouden
o bij hergebruiken->binnenkant naald moet steriel blijven
altijd steriel verpakt
aanzetstuk
o centrisch: in het midden
o excentrisch: aan zijkant
o hangt af van functie
o luerlock: schroefdraad
naald op spuit schroeven: kan er niet afgetrokken worden of afvallen
duurder
kijken naar situatie: bv spuitdrijver
soorten
, o gewone spuit
o insulinespuit: oranje kapje
I.E.: internationale eenheid
o tuberculine/mantoux spuit: heel dun
ml
ID inspuiten
bijna plat ingespoten
net onder huid
naald
veel verschillen
hoe dieper hoe langer
soorten
o IM-naald: groen
lange naald
fijne diameter
o optreknaald: roze
medicatie optrekken
stomp en dik
grote diameter
lange naald
o SC-naald: paars of donkerbruin/zwart
kleine naald
fijne diameter
o ID-naald
zeer korte naald
zeer fijne diameter
o insulinenaald
zeer fijne diameter
zeer korte naald
o IV-naald
grote diameter
korte naald
injectienaald
o wegewerpnaald: roestvrij staal, sterk en soepel
o hol
o gekleurd aanzetstuk: soort
o individueel verpakt, met kapsel, steriel
o doormeter, lengte en punt naarmate inspuiting,
staat op verpakking
o nooit herkappen
geneesmiddel
verschillende vormen
o ampul: glazen flesje, gewoon optrekken
o flacon: blauwe dopje weg, rubbertje ontsmetten, oplosmiddel toevoegen, optrekken
fouten bij toedienen
o verkeerd medicijn
o verkeerde dosis
o rekenfouten
o oplosfouten
o onvoldoende hygiënische voorzorgsmaatregelen bij klaarmaken
inspuitingen: basis principes
, cliënt
o juiste cliënt, geneesmiddel, dosis, tijdstip, toedieningwijze, plaats en diepte
o veiligheid en comfort
o steriliteit
o niet prikken bij: oedeem, heamatoom, litteken, eczeem, letsel
vroedvrouw
o correcte benadering cliënt
o correct voorkomen
o hygiëne en steriliteit
o correcte uitvoering-oberservatie-rapportage
geneesmiddel
o controle concentratie, vervaldatum (medicatieberekening)
o geen resten optrekken, resten weggooien
o geen koude vloeistof: pijnlijk
inspuitingen: gevaren en verwikkelingen
cliënt
o aspiratie bloed(inspuiten in bloedbaan)
niet in bloedbaan niet de bedoeling: naald vervangen, bloedopgenomen->medicatie
opnieuw klaarmaken
o ecchymosis(bloeding in huid)
o hematoom
o naald raakt periost
o naald breekt af
o abcesvorming
o nacrose
o overgevoeligheidsreactie
o aanprikken zenuw
zenuw in bil: lam
vroedvrouw
o allergische reactie
o prikaccident
niet herkappen
gebruikte naald in naaldcontainer
o kwetsuren
snijwonden vermijden: afbreken ampul, verwijderen ijzeren kapsel flacon
inspuitingen: soorten
IM
o in spierweefsel
o toediening
altijd loodrecht
2/3 in de huid
klaar in fabriek: volledig in huid
in 2 tijden verwijderen
o indicatie
snelle en gemakkelijke opname: veel bloedvaten
relatief grote hoeveelheden: max 5 ml
meer: depotverwisselingstechniek
niet oraal kunnen/mogen innemen
medicatie die niet mag aangetast worden door maag- en
darmsappen
minder pijnlijk dan subcutaan
inspuiting: toediening vloeibaar geneesmiddel via parenterale weg(niet via mond-maag-darm) dmv
kiemvrije spuit en naald
o op medisch voorschrift: vroedvrouw of arts
o doel: snellere werking, lokaal effect, GM die niet via spijsverteringsstelsel kunnen, per os
kan/mag niet, vaccinatie
o soorten
intramusculair/IM: in de spier
subcutaan/SC: onder de huid in de vetlaag
intraveneus/IV: in de vene
intradermaal/ID: vlak onder de huid
speciale: intra-arterieel, -rachidaal, -articulair, -lumbaal, -cardiaal, -pleuraal, -osseus
spuit
veel verschillende soorten: soort geneesmiddel, plaats van inspuiting
stamper met rubberen dopje(afsluiting)
o aflezen onder rubberen dopje
enkel handvat spuitvasthouden
o bij hergebruiken->binnenkant naald moet steriel blijven
altijd steriel verpakt
aanzetstuk
o centrisch: in het midden
o excentrisch: aan zijkant
o hangt af van functie
o luerlock: schroefdraad
naald op spuit schroeven: kan er niet afgetrokken worden of afvallen
duurder
kijken naar situatie: bv spuitdrijver
soorten
, o gewone spuit
o insulinespuit: oranje kapje
I.E.: internationale eenheid
o tuberculine/mantoux spuit: heel dun
ml
ID inspuiten
bijna plat ingespoten
net onder huid
naald
veel verschillen
hoe dieper hoe langer
soorten
o IM-naald: groen
lange naald
fijne diameter
o optreknaald: roze
medicatie optrekken
stomp en dik
grote diameter
lange naald
o SC-naald: paars of donkerbruin/zwart
kleine naald
fijne diameter
o ID-naald
zeer korte naald
zeer fijne diameter
o insulinenaald
zeer fijne diameter
zeer korte naald
o IV-naald
grote diameter
korte naald
injectienaald
o wegewerpnaald: roestvrij staal, sterk en soepel
o hol
o gekleurd aanzetstuk: soort
o individueel verpakt, met kapsel, steriel
o doormeter, lengte en punt naarmate inspuiting,
staat op verpakking
o nooit herkappen
geneesmiddel
verschillende vormen
o ampul: glazen flesje, gewoon optrekken
o flacon: blauwe dopje weg, rubbertje ontsmetten, oplosmiddel toevoegen, optrekken
fouten bij toedienen
o verkeerd medicijn
o verkeerde dosis
o rekenfouten
o oplosfouten
o onvoldoende hygiënische voorzorgsmaatregelen bij klaarmaken
inspuitingen: basis principes
, cliënt
o juiste cliënt, geneesmiddel, dosis, tijdstip, toedieningwijze, plaats en diepte
o veiligheid en comfort
o steriliteit
o niet prikken bij: oedeem, heamatoom, litteken, eczeem, letsel
vroedvrouw
o correcte benadering cliënt
o correct voorkomen
o hygiëne en steriliteit
o correcte uitvoering-oberservatie-rapportage
geneesmiddel
o controle concentratie, vervaldatum (medicatieberekening)
o geen resten optrekken, resten weggooien
o geen koude vloeistof: pijnlijk
inspuitingen: gevaren en verwikkelingen
cliënt
o aspiratie bloed(inspuiten in bloedbaan)
niet in bloedbaan niet de bedoeling: naald vervangen, bloedopgenomen->medicatie
opnieuw klaarmaken
o ecchymosis(bloeding in huid)
o hematoom
o naald raakt periost
o naald breekt af
o abcesvorming
o nacrose
o overgevoeligheidsreactie
o aanprikken zenuw
zenuw in bil: lam
vroedvrouw
o allergische reactie
o prikaccident
niet herkappen
gebruikte naald in naaldcontainer
o kwetsuren
snijwonden vermijden: afbreken ampul, verwijderen ijzeren kapsel flacon
inspuitingen: soorten
IM
o in spierweefsel
o toediening
altijd loodrecht
2/3 in de huid
klaar in fabriek: volledig in huid
in 2 tijden verwijderen
o indicatie
snelle en gemakkelijke opname: veel bloedvaten
relatief grote hoeveelheden: max 5 ml
meer: depotverwisselingstechniek
niet oraal kunnen/mogen innemen
medicatie die niet mag aangetast worden door maag- en
darmsappen
minder pijnlijk dan subcutaan