Thema 1.8 Fysiologie
Alle leerdoelen uitgewerkt met
oefenwerkbladen
1
,Inhoudsopgave
Fysiologie...................................................................................................... 3
Leerdoelen fysiologie thema 1.8.....................................................................................3
Zenuwstelsel: indeling hersenen....................................................................................5
Zenuwstelsel: anatomie neuronen en neuroglia.............................................................8
Zenuwstelsel: reflexboog..............................................................................................10
Zenuwstelsel: prikkelgeleiding......................................................................................11
Zintuigen...................................................................................................................... 17
Spierstelsel................................................................................................................... 26
Beenderstelsel.............................................................................................................. 32
Oefenwerkblad - Zenuwstelsel en Hersenen.................................................................34
Oefenwerkblad - Zenuwstelsel: Neuronen en Neuroglia...............................................35
Oefenwerkblad - Zenuwstelsel: Reflexboog & Prikkelgeleiding.....................................36
Oefenwerkblad - Zintuigen........................................................................................... 37
Oefentoets - Spierstelsel (incl. casus voor mondzorg)..................................................39
Oefentoets - Beenderstelsel (incl. mondzorg-casusvragen)..........................................40
Toepassingsvragen - Beenderstelsel & Mondzorg (Casussen en Praktijk).....................41
Antwoordblad - Oefenwerkblad Zenuwstelsel en Hersenen..........................................42
Antwoordblad - Neuronen en Neuroglia........................................................................42
Antwoordblad - Zenuwstelsel: Reflexboog & Prikkelgeleiding.......................................45
Antwoordblad - Zintuigen.............................................................................................47
Antwoordblad - Oefentoets Spierstelsel (incl. mondzorgcasus).....................................48
Antwoordblad - Oefentoets Beenderstelsel (incl. mondzorg-casusvragen)...................49
Antwoordblad - Casusvragen Beenderstelsel & Mondzorg............................................50
2
, Fysiologie
Leerdoelen fysiologie thema 1.8
Zenuwstelsel: Benoemt:
Indeling de globale indeling van de hersenen
hersenen het verschil tussen de werking van het sympathisch en parasympatisch
zenuwstelsel.
Beschrijft:
het CSZ en perifere zenuwstelsel en zet de verschillende onderdelen
uiteen
de functie en locatie van de volgende onderdelen:
o Temporaalkwab
o Parietaalkwab
o Frontaalkwab
o Occipitaalkwab
o Kleine hersenen
o Hersenstam
o Verlengde merg
o Pons
Zenuwstelsel: Beschrijft:
anatomie de anatomie van een zenuwcel (neuron): het cellichaam, de axon en
neuronen en dendrieten
neuroglia de functie van de verschillende onderdelen van de zenuwcel (neuron)
de functie van de verschillende neurogliacellen
beschrijft waar de verschillende neurogliacellen zich bevinden
Zenuwstelsel: Beschrijft:
reflexboog hoe een eenvoudige reflexboog werkt
hoe een terugtrekreflex werkt en welke prikkels een terugtrekreflex
activeren
Zenuwstelsel: Legt uit:
prikkelgeleiding wat een actiepotentiaal is
hoe het proces van geleiding van een prikkel in een zenuwcel verloopt
en benoemt daarbij de verschillende stappen van een actiepotentiaal
wat de functie van de natrium-kaliumpomp is bij de zenuwcel
wat het verschil is tussen een gemyeliniseerde en ongemyeliniseerde
axon
wat de functie van myeline is
wat een neurotransmitter is en benoemt de functie
hoe de prikkeloverdracht via een cholerine synaps verloopt
Zintuigen Beschrijft
de indeling in algemene zintuigen en speciale zintuigen en benoemt
hierbij de bijbehorende onderdelen (zintuigen)
De verschillende zintuigcellen:
o nociceptoren
o thermoreceptoren,
o mechanoreceptoren: tastreceptoren (fig 9-3), baroreceptoren en
proprioceptoren
o chemoreceptoren
voor welke prikkel de genoemde zintuigcellen gevoelig zijn en wat hun
functie is.
het effect van ouderdom op de zintuigen
Legt uit:
het begrip adaptatie m.b.t. de zintuigen
de functie en werking van pijnzin en tast- of drukzin
3
, de werking van de smaakzintuigen
de ligging en functie van de smaakreceptoren, smaakknopjes,
smaakcellen, smaakpapillen.
de werking van de reukzintuigen
Benoemt:
de primaire smaakzintuigcellen
de verschillende papillen op de tong en hun functie
door welke hersenzenuwen de informatie van de smaakknopjes wordt
geregistreerd.
de locatie van de buis van Eustachius
Spierstelsel Benoemt:
in welke organen je de verschillende spierweefsels aantreft.
de verschillende soorten spierweefsels en de functie en
eigenschappen/kenmerken hiervan
beschrijft:
de vergelijking tussen skeletspieren, hartspieren en gladde spieren met
betrekking tot bouw en functie
legt uit:
hoe de samentrekking van een spier verloopt en benoemt daarbij de
verschillende onderdelen van de spiervezel zoals beschreven in figuur 7-2 en
tabel 7-1
Beenderstelsel Benoemt:
de functie van het beenderstelsel
de functies van de verschillende steunweefsels
de verschillende soorten kraakbeen en waar het zich in het lichaam
bevindt.
de verschillende ruggenwervels en de locatie van de wervels
legt uit:
het verschil tussen compact en spongieus beenweefsel
wat osteocyten, osteoclasten en osteoblasten zijn en wat hun functie is
het verschil tussen beenderen van een kind en een volwassenen
hoe het mogelijk is om het hoofd van de patiënt te draaien en benoemt
hierbij de verschillende onderdelen van de nekwervels (atlas en axis)
4
Alle leerdoelen uitgewerkt met
oefenwerkbladen
1
,Inhoudsopgave
Fysiologie...................................................................................................... 3
Leerdoelen fysiologie thema 1.8.....................................................................................3
Zenuwstelsel: indeling hersenen....................................................................................5
Zenuwstelsel: anatomie neuronen en neuroglia.............................................................8
Zenuwstelsel: reflexboog..............................................................................................10
Zenuwstelsel: prikkelgeleiding......................................................................................11
Zintuigen...................................................................................................................... 17
Spierstelsel................................................................................................................... 26
Beenderstelsel.............................................................................................................. 32
Oefenwerkblad - Zenuwstelsel en Hersenen.................................................................34
Oefenwerkblad - Zenuwstelsel: Neuronen en Neuroglia...............................................35
Oefenwerkblad - Zenuwstelsel: Reflexboog & Prikkelgeleiding.....................................36
Oefenwerkblad - Zintuigen........................................................................................... 37
Oefentoets - Spierstelsel (incl. casus voor mondzorg)..................................................39
Oefentoets - Beenderstelsel (incl. mondzorg-casusvragen)..........................................40
Toepassingsvragen - Beenderstelsel & Mondzorg (Casussen en Praktijk).....................41
Antwoordblad - Oefenwerkblad Zenuwstelsel en Hersenen..........................................42
Antwoordblad - Neuronen en Neuroglia........................................................................42
Antwoordblad - Zenuwstelsel: Reflexboog & Prikkelgeleiding.......................................45
Antwoordblad - Zintuigen.............................................................................................47
Antwoordblad - Oefentoets Spierstelsel (incl. mondzorgcasus).....................................48
Antwoordblad - Oefentoets Beenderstelsel (incl. mondzorg-casusvragen)...................49
Antwoordblad - Casusvragen Beenderstelsel & Mondzorg............................................50
2
, Fysiologie
Leerdoelen fysiologie thema 1.8
Zenuwstelsel: Benoemt:
Indeling de globale indeling van de hersenen
hersenen het verschil tussen de werking van het sympathisch en parasympatisch
zenuwstelsel.
Beschrijft:
het CSZ en perifere zenuwstelsel en zet de verschillende onderdelen
uiteen
de functie en locatie van de volgende onderdelen:
o Temporaalkwab
o Parietaalkwab
o Frontaalkwab
o Occipitaalkwab
o Kleine hersenen
o Hersenstam
o Verlengde merg
o Pons
Zenuwstelsel: Beschrijft:
anatomie de anatomie van een zenuwcel (neuron): het cellichaam, de axon en
neuronen en dendrieten
neuroglia de functie van de verschillende onderdelen van de zenuwcel (neuron)
de functie van de verschillende neurogliacellen
beschrijft waar de verschillende neurogliacellen zich bevinden
Zenuwstelsel: Beschrijft:
reflexboog hoe een eenvoudige reflexboog werkt
hoe een terugtrekreflex werkt en welke prikkels een terugtrekreflex
activeren
Zenuwstelsel: Legt uit:
prikkelgeleiding wat een actiepotentiaal is
hoe het proces van geleiding van een prikkel in een zenuwcel verloopt
en benoemt daarbij de verschillende stappen van een actiepotentiaal
wat de functie van de natrium-kaliumpomp is bij de zenuwcel
wat het verschil is tussen een gemyeliniseerde en ongemyeliniseerde
axon
wat de functie van myeline is
wat een neurotransmitter is en benoemt de functie
hoe de prikkeloverdracht via een cholerine synaps verloopt
Zintuigen Beschrijft
de indeling in algemene zintuigen en speciale zintuigen en benoemt
hierbij de bijbehorende onderdelen (zintuigen)
De verschillende zintuigcellen:
o nociceptoren
o thermoreceptoren,
o mechanoreceptoren: tastreceptoren (fig 9-3), baroreceptoren en
proprioceptoren
o chemoreceptoren
voor welke prikkel de genoemde zintuigcellen gevoelig zijn en wat hun
functie is.
het effect van ouderdom op de zintuigen
Legt uit:
het begrip adaptatie m.b.t. de zintuigen
de functie en werking van pijnzin en tast- of drukzin
3
, de werking van de smaakzintuigen
de ligging en functie van de smaakreceptoren, smaakknopjes,
smaakcellen, smaakpapillen.
de werking van de reukzintuigen
Benoemt:
de primaire smaakzintuigcellen
de verschillende papillen op de tong en hun functie
door welke hersenzenuwen de informatie van de smaakknopjes wordt
geregistreerd.
de locatie van de buis van Eustachius
Spierstelsel Benoemt:
in welke organen je de verschillende spierweefsels aantreft.
de verschillende soorten spierweefsels en de functie en
eigenschappen/kenmerken hiervan
beschrijft:
de vergelijking tussen skeletspieren, hartspieren en gladde spieren met
betrekking tot bouw en functie
legt uit:
hoe de samentrekking van een spier verloopt en benoemt daarbij de
verschillende onderdelen van de spiervezel zoals beschreven in figuur 7-2 en
tabel 7-1
Beenderstelsel Benoemt:
de functie van het beenderstelsel
de functies van de verschillende steunweefsels
de verschillende soorten kraakbeen en waar het zich in het lichaam
bevindt.
de verschillende ruggenwervels en de locatie van de wervels
legt uit:
het verschil tussen compact en spongieus beenweefsel
wat osteocyten, osteoclasten en osteoblasten zijn en wat hun functie is
het verschil tussen beenderen van een kind en een volwassenen
hoe het mogelijk is om het hoofd van de patiënt te draaien en benoemt
hierbij de verschillende onderdelen van de nekwervels (atlas en axis)
4