Bij het ontwerpen van ‘een gebouw als product’ moet je rekening houden met de:
- Vorm
- Functie
- Constructie
- Economie
Hierbij komen de randvoorwaarden die bestaan uit:
- Natuurlijke omstandigheden: Dit is de situatie op het bouwterrein zoals het klimaat,
de terreinomstandigheden of de gesteldheid van de grond.
- Wettelijke voorschriften: Dit is de wettelijke situatie, zoals het bouwbesluit, het
bestemmingsplan of de welstandsnota.
- Beschikbare voorzieningen: Dit zijn de materialen, technieken en mankrachten
Een bouwwerk heeft de volgende functies:
1. Ruimtelijke functie: Dit gaat over hoe groot een gebouw moet zijn als je kijkt waarvoor
het geschikt moet zijn, dit staat in het PVE, hier vind je bijvoorbeeld de vorm en
hoogte.
2. Verbindende functie: De ruimten moeten met elkaar verbonden zijn door middel van
gangen, trappen en liften en met de buitenruimte door middel van kozijnen.
Hierbij moet rekening worden gehouden met het integreren van deze functie maar
bijvoorbeeld niet het verliezen van warmte, dit werkt dus samen met de scheidende
functie.
3. Dragende functie: De vloeren, wanden en daken moeten bestand zijn tegen alle
mogelijke belastingen. Hierbij is sprake van zowel permanente (altijd aanwezige) en
veranderlijke (niet altijd aanwezige) belasting.
Interne belastingen zijn de belastingen in een constructie, deze ontstaan door
- Temperatuurverschillen
- Krimp
- Zetting.
Dit kun je beperken door isoleren, dilateren (voegen) of de stijfheid verminderen.
Externe belastingen zijn de belastingen vanaf buiten, zoals wind of water.
4. Conditionerende functie: Een ruimte moet een goed klimaat hebben, dit betekend een
goede
- Temperatuur
- Luchtvochtigheid
- Licht
- Geluidsniveau.
5. Scheidende functie: Bij deze functie zorg je ervoor dat de woning gescheiden is. Je
scheid binnen in de woning, tussen twee woningen of tussen de binnen en
buitenwereld.
Geluid kan worden overgebracht door middel van lucht (door de lucht) of door middel
van contact, dit betekend via de constructie.
Branddoorslag is het verdergaan van een brand binnen een gebouw,
, brandoverslag is het overgaan van een brand via de buitenkant van het gebouw.
De functie zorgt ook voor vochtwering, een gebouw moet
- Waterdicht
- Dampdicht
- Luchtdicht zijn
Dit bereik je met ventileren.
Als laatste zorgt deze functie ook voor warmte-isolatie en warmte-accumulatie (het
vasthouden van warmte).
De omgevingswet gaat over de ruimte waarin mensen:
- Wonen
- Werken
- Ontspannen.
In de wet staan regels over wat er buiten is te zien, te horen en te ruiken. Soms heb je een
omgevingsvergunning nodig, deze vraag je aan via het omgevingsloket, als je deze
aanvraagt wordt gekeken naar:
- Omgevingsplan/Bestemmingsplan: De bestemming van een gebied
- Bouwverordening: Regels van de gemeente over bouwen en verbouwen
- Redelijke eisen van welstand/welstandnota/beeldkwaliteitsplan: Het beeld van het
gebouw
- BBL Besluit Bouwwerken Leefomgeving/Bouwbesluit: Regels over veiligheid,
gezondheid, duurzaamheid en bruikbaarheid.
De aanvraag kan via de reguliere procedure, deze duurt 8 weken en kan met 6 weken
worden verlengd, het moet dan ook definitief zijn. Ook is er de uitgebreide procedure, deze
duurt 26 weken en kan met 6 weken worden verlengd, dit hoeft niet definitief te zijn.
Bij zo’n omgevingsvergunning aanvraag dien je het volgende in:
- Een situatietekening en tekeningen van de gevels, plattegronden en de doorsnede
- Constructieve tekeningen en relevante details
- Bodemonderzoek: Bij dit onderzoek kijk je naar de conditie van de grond en of er
verontreiniging aanwezig is.
- Sonderingsonderzoek: Bij dit onderzoek bekijk je de opbouw en de draagkracht van
de grond.
- Constructieve berekeningen: Bij deze berekeningen kijk je naar de belastingen en
krachten.
- Bouwbesluitberekeningen
- BENG/EPN-berekening
- Akoestisch rapport: Dit is een rapport met een geluidsmeting
In het BBL staan regels over de:
- Veiligheid
- Gezondheid
- Duurzaamheid
- Bruikbaarheid
Van een bouwwerk, bij het bouwen of verbouwen. Ook staan er regels over de staat van een
bouwwerk en het gebruik. Het BBL is opgedeeld in 9 hoofdstukken, in elk hoofdstuk zijn de
, onderwerpen behandeld. Het onderdeel begint met een stuurartikel, gevolgd door meerdere
sub artikelen.
Een gebruiksfunctie is een gedeelte van een gebouw dat dezelfde bestemming heeft. Een
deel hiervan is het gebruiksgebied, dit is een stuk wat je gemakkelijk kunt indelen. In dit
gebied vinden dezelfde activiteiten plaats op 1 verdieping en de ruimten zijn niet geschieden
door een dragende of brandwerende constructie. Ook tellen toiletten, badruimtes, technische
ruimtes en verkeersruimtes niet mee. Een verkeersruimte is een ruimte voor het bereiken
van een andere ruimte.
Een functiegebied is het hele gebruiksgebied of een stuk ervan waar activiteiten plaats
vinden die niet gericht zijn op het verblijven van personen. Een verblijfsgebied (VG) is het
hele gebruiksgebied of een stuk ervan waar mensen verblijven, een ruimte in dit gebied is
een verblijfsruimte (VR).
Vloeroppervlakte - Woonfunctie 18m2
GBO - Gebruiksfunctie 55%
Vloeroppervlakte - Verblijfsgebied 5m2
Breedte – Verblijfsgebied/Verblijfsruimte 1.8
Verblijfsruimte in verblijfsgebied 11m2 en minimaal 3 meter breed
Hoogte – Verblijfsgebied/Verblijfsruimte 2.6m
Een bouwwerk kan verschillende functies hebben zoals de woonfunctie, bijeenkomstfunctie,
celfunctie, gezondheidszorg-functie, industriefunctie, kantoorfunctie, logiesfunctie,
onderwijsfunctie, sportfunctie & winkelfunctie.
DuBo staat voor Duurzaam Bouwen. Dit doen we tegenwoordig meer door:
- Klimaatverandering: We moeten letten op uitstoot.
- Overexploitatie van de natuurlijke hulpbronnen: We gebruiken teveel nieuwe
bouwmaterialen
- Verlies aan biodiversiteit: We verliezen de natuur
- Gezondheid/luchtkwaliteit
Bij DuBo kijk je naar:
1. Afval: Het beheren van het afval zorgt voor de volgende dingen:
- Voorkomen van Bouw- & Sloopafval: Door minder verpakkingsmaterialen, efficiënte
opslag om verspilling te voorkomen en het stimuleren van hergebruik.
- Omgang met Bouw- & Sloopafval: Door beter scheiden
- Omgang met huishoudelijk afval: Bewustwording creëren
2. Water: Je wil dat de vraag naar drinkwater afneemt, dit doe je door:
- Waterbesparende apparatuur
- Regenwateropvang
- Grijswater: Afvalwater gebruiken voor het toilet
Daarnaast wil je dat de belasting van het water op het grondwater en de riolering
afneemt met
- Helofytenfilters: een waterfilter met planten
- Materiaal van de leidingen
- Het afkoppelen van de riolering
- Het bufferen van een gebied in wadi’s in grindkoffers
3. Energie: Je wil
- De energiebehoefte beperken
- Duurzame energievoorzieningen