(sammenvatting)
Samenvatting voor de lesstof van leerlingen ter voorbeding van
het eindexamen Nederlands. Deze samenvatting mag niet
gekopieerd of verspreid worden, volgens de copyright act van
de EU. Deze samenvatting is alleen als te ondersteuning voor
het eindexamen en kan niet gezien worden als garantie tot
slagen van examen.
Table of Contents
1.1 Diepgaande tekstanalyse.....................................................2
1.2 Signaalwoorden en tekstverbanden............................................3
2.1 Professionele tekstopbouw..................................................3
2.2 Gevorderde grammatica.............................................................4
3.1 Analyse van audiofragmenten..............................................4
4.1 Gevorderde zinsontleding....................................................5
4.2 Leestekens in complexe zinnen...................................................6
5.1 Stijlregister en nuance........................................................6
5.2 Synoniemen voor examenteksten...............................................7
6.1 Meerkeuzevragen ontrafelen................................................7
6.2 Tijdsindeling per onderdeel........................................................8
6.3 Oefenexamens en zelfevaluatie..................................................8
Schrijfopdracht: Betoog............................................................8
1
, 1.1 Diepgaande tekstanalyse
Soorten teksten en hun structuur:
1 Betogende tekst:
◦ Opbouw: Stelling → argumenten → tegenargumenten → conclusie.
◦ Doel: Overtuigen met logica.
◦ Voorbeeld:"Dierentuinen moeten verboden worden. Dieren lijden in
gevangenschap (argument). Sommigen zeggen dat ze educatief
zijn (tegenargument), maar documentaires zijn een beter
alternatief (weerlegging)."
◦ Valkuil: Emotionele argumenten (bijv. "dieren zijn schattig") verwarren
met feitelijke argumenten.
2 Beschouwende tekst:
◦ Opbouw: Introductie probleem → voor- en nadelen → afweging.
◦ Doel: Informeren zonder duidelijke mening.
◦ Signaalwoord: "Aan de ene kant.… aan de andere kant.…"
◦ Valkuil: De schrijvers mening verkeerd interpreteren als neutraal.
Geavanceerde strategieën:
• C.E.R.-methode voor open vragen:
◦ Claim (antwoord geven).
◦ Bewijs (citeer uit de tekst).
◦ Redenering (leg uit hoe het citaat je antwoord ondersteunt).
Voorbeeldvraag:
Vraag: "Waarom noemt de schrijver het getal ‘75%’ in alinea 3?"Antwoord:
• Claim: Om aan te tonen dat de meerderheid tegen het voorstel is.
• Bewijs: "Uit onderzoek blijkt dat 75% van de Nederlanders tegen een
vleestaks is."
• Redenering: Het hoge percentage ondersteunt de stelling dat het voorstel
onpopulair is.
2