Blokopdracht 2.2 Activiteiten in een stimulerende omgeving
Naam:
Student nummers:
Opleiding: Pedagogisch medewerker
Naam docent:
, Inhoudsopgave
Titelblad Blz 1
Inhoudsopgave Blz 2
Inleiding Blz 3
Blokopdracht vragen/antwoorden Blz 4 en 5
Activiteit 1 Blz 6 t/m 13
Activiteit 2 Blz 14 t/m 20
Activiteit 3 Blz 21 t/m 28
Activiteit 4 Blz 29 t/m 35
Activiteit 5 Blz 36 t/m 43
Activiteit 6 Blz 44 t/m 51
Evaluatie vragen Blz 52 t/m 53
Persoonlijk evaluatieverslag Blz 54
Foto’s activiteit Blz 55
Evaluatieformulier activiteit Blz 56
Bronnen Blz 57
Feedback docent Blz 58
, Inleiding
In deze blokopdracht nemen we het onderwerp activiteiten in een stimulerende omgeving
in behandeling.
Hierin behandelen wij waarom een stimulerende omgeving belangrijk is voor een kind en
waarom wij dat vinden.
Ook is het belangrijk om te weten of de kinderen inspraak hebben over welke activiteiten
ze gaan doen en, of ze verplicht zijn om mee te doen of juist niet. Wij gaan ook een aantal
activiteiten toelichten en beschrijven hoe deze precies uitgewerkt worden.
Deze opdracht hebben wij met z’n tweeën gedaan: M en S. Deze blokopdracht zijn wij op
15-06-2019 begonnen en gaan hier aan werken tot lesweek 9. De uitvoering van de
gekozen activiteit zal ook plaatsvinden in lesweek 9 of 10.
In deze blokopdracht staat onder andere; antwoorden op de vragen, 6 verschillende
activiteiten uitgewerkt in de werkkaarten en de evaluatie van de uitvoering, met een foto
van jezelf in actie!
, 4. Schrijf een activiteitenplan met daarin allereerst een algemeen deel met de volgende
onderdelen:
a. Wat is jullie visie op het aanbieden en begeleiden van activiteiten binnen Capabellino?
Wat is jullie visie op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen? Werken jullie wel of
niet met een VVE-programma of andere (onderwijs)methodiek?
Onze visie is het zorgen voor een veilige omgeving voor kind en ouder, natuurlijk leven en
spelen en het essentieel spelen voor ontwikkeling. Omdat het kleinschalig is, kunnen wij
de hele groep aandacht geven, maar ook individueel.
De visie voor het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen is door het vrije spel, het
buitenspel en gezamenlijk spel. Zo kunnen ze zich sociaal, emotioneel, motorisch,
cognitief en maatschappelijk ontwikkelen.
Wij werken wel met een VVE-programma, omdat ze zich zo beter kunnen voorbereiden als
ze naar school gaan. Kinderen met een achterstand kunnen extra hulp krijgen met
bijvoorbeeld, taalontwikkeling.
b. Hoe bepaal je welke activiteiten je aanbiedt? Bedenk je ze zelf? Worden ze bepaald
door het programma waar je mee werkt? Geef je de kinderen inspraak bij het bedenken
van de activiteiten? En zo ja, hoe organiseer je dat?
Het ligt aan de leeftijd van de kinderen. Kinderen van 2 jaar bedenken wij zelf, halen
ideeën uit boeken en van internet. Kinderen van 4 jaar laten wij mee bedenken, halen ook
ideeën uit boeken en van internet. Als we de kinderen laten mee bedenken met een
activiteit vragen wij wat zij leuk vinden om te doen en daar spelen wij op in en gaan wij op
zoek naar een uitwerking van de activiteit.
c. In hoeverre is deelname van de kinderen aan de activiteiten (helemaal of deels)
vrijwillig? En hoe motiveer je kinderen om mee te doen?
De deelname van de kinderen zijn deels vrijwillig. Als ze niet willen deelnemen aan het
spel, proberen we ze toch te motiveren om mee te doen. We proberen ze het spel op hun
eigen manier te laten spelen door het kind vrij te laten, maar toch hun eigen fantasie te
gebruiken bij de activiteit. Zodat ze toch deel hebben genomen aan de activiteit.
d. Wat is de rol van de pedagogisch werker (PMK, GPM of OWA) tijdens het uitvoeren van
de activiteiten? Hoe stel je je tijdens het begeleiden van de activiteiten op, wat is hierbij
belangrijk? Hoe reageer je op de resultaten (bijvoorbeeld knutselwerkjes) van de
activiteiten? Zie hiervoor ook 12.4 in het boek Methodiek.
We laten het kind vrij spel spelen, maar geven wel begeleiding waar nodig is. Bij
knutselwerkjes/ tekeningen gaan wij mee in de fantasie van het kind. Als het kind zegt dat
het een vlinder is dan vinden wij het een mooie vlinder.
Activiteit 1: Wandeling in het bos, ontspannende activiteit, hele groep
Activiteit 2: Bootje van wc rol maken, creatieve activiteit, individueel
Activiteit 3: Poppenkast over natuur, expressieve activiteit, klein groepje
Activiteit 4: Boekje lezen over de natuur, educatieve activiteit, individueel
Activiteit 5: Spelen met waterballonnen, sport en spel activiteit, hele groep
Activiteit 6 : Kinderboerderij, arbeidsmatige activiteiten, kleine groep
Naam:
Student nummers:
Opleiding: Pedagogisch medewerker
Naam docent:
, Inhoudsopgave
Titelblad Blz 1
Inhoudsopgave Blz 2
Inleiding Blz 3
Blokopdracht vragen/antwoorden Blz 4 en 5
Activiteit 1 Blz 6 t/m 13
Activiteit 2 Blz 14 t/m 20
Activiteit 3 Blz 21 t/m 28
Activiteit 4 Blz 29 t/m 35
Activiteit 5 Blz 36 t/m 43
Activiteit 6 Blz 44 t/m 51
Evaluatie vragen Blz 52 t/m 53
Persoonlijk evaluatieverslag Blz 54
Foto’s activiteit Blz 55
Evaluatieformulier activiteit Blz 56
Bronnen Blz 57
Feedback docent Blz 58
, Inleiding
In deze blokopdracht nemen we het onderwerp activiteiten in een stimulerende omgeving
in behandeling.
Hierin behandelen wij waarom een stimulerende omgeving belangrijk is voor een kind en
waarom wij dat vinden.
Ook is het belangrijk om te weten of de kinderen inspraak hebben over welke activiteiten
ze gaan doen en, of ze verplicht zijn om mee te doen of juist niet. Wij gaan ook een aantal
activiteiten toelichten en beschrijven hoe deze precies uitgewerkt worden.
Deze opdracht hebben wij met z’n tweeën gedaan: M en S. Deze blokopdracht zijn wij op
15-06-2019 begonnen en gaan hier aan werken tot lesweek 9. De uitvoering van de
gekozen activiteit zal ook plaatsvinden in lesweek 9 of 10.
In deze blokopdracht staat onder andere; antwoorden op de vragen, 6 verschillende
activiteiten uitgewerkt in de werkkaarten en de evaluatie van de uitvoering, met een foto
van jezelf in actie!
, 4. Schrijf een activiteitenplan met daarin allereerst een algemeen deel met de volgende
onderdelen:
a. Wat is jullie visie op het aanbieden en begeleiden van activiteiten binnen Capabellino?
Wat is jullie visie op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen? Werken jullie wel of
niet met een VVE-programma of andere (onderwijs)methodiek?
Onze visie is het zorgen voor een veilige omgeving voor kind en ouder, natuurlijk leven en
spelen en het essentieel spelen voor ontwikkeling. Omdat het kleinschalig is, kunnen wij
de hele groep aandacht geven, maar ook individueel.
De visie voor het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen is door het vrije spel, het
buitenspel en gezamenlijk spel. Zo kunnen ze zich sociaal, emotioneel, motorisch,
cognitief en maatschappelijk ontwikkelen.
Wij werken wel met een VVE-programma, omdat ze zich zo beter kunnen voorbereiden als
ze naar school gaan. Kinderen met een achterstand kunnen extra hulp krijgen met
bijvoorbeeld, taalontwikkeling.
b. Hoe bepaal je welke activiteiten je aanbiedt? Bedenk je ze zelf? Worden ze bepaald
door het programma waar je mee werkt? Geef je de kinderen inspraak bij het bedenken
van de activiteiten? En zo ja, hoe organiseer je dat?
Het ligt aan de leeftijd van de kinderen. Kinderen van 2 jaar bedenken wij zelf, halen
ideeën uit boeken en van internet. Kinderen van 4 jaar laten wij mee bedenken, halen ook
ideeën uit boeken en van internet. Als we de kinderen laten mee bedenken met een
activiteit vragen wij wat zij leuk vinden om te doen en daar spelen wij op in en gaan wij op
zoek naar een uitwerking van de activiteit.
c. In hoeverre is deelname van de kinderen aan de activiteiten (helemaal of deels)
vrijwillig? En hoe motiveer je kinderen om mee te doen?
De deelname van de kinderen zijn deels vrijwillig. Als ze niet willen deelnemen aan het
spel, proberen we ze toch te motiveren om mee te doen. We proberen ze het spel op hun
eigen manier te laten spelen door het kind vrij te laten, maar toch hun eigen fantasie te
gebruiken bij de activiteit. Zodat ze toch deel hebben genomen aan de activiteit.
d. Wat is de rol van de pedagogisch werker (PMK, GPM of OWA) tijdens het uitvoeren van
de activiteiten? Hoe stel je je tijdens het begeleiden van de activiteiten op, wat is hierbij
belangrijk? Hoe reageer je op de resultaten (bijvoorbeeld knutselwerkjes) van de
activiteiten? Zie hiervoor ook 12.4 in het boek Methodiek.
We laten het kind vrij spel spelen, maar geven wel begeleiding waar nodig is. Bij
knutselwerkjes/ tekeningen gaan wij mee in de fantasie van het kind. Als het kind zegt dat
het een vlinder is dan vinden wij het een mooie vlinder.
Activiteit 1: Wandeling in het bos, ontspannende activiteit, hele groep
Activiteit 2: Bootje van wc rol maken, creatieve activiteit, individueel
Activiteit 3: Poppenkast over natuur, expressieve activiteit, klein groepje
Activiteit 4: Boekje lezen over de natuur, educatieve activiteit, individueel
Activiteit 5: Spelen met waterballonnen, sport en spel activiteit, hele groep
Activiteit 6 : Kinderboerderij, arbeidsmatige activiteiten, kleine groep