Paragraaf 1.1 – Markt en marktstructuur
Markt = geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten
en producten verhandelen.
- Concrete markt = plaats waar vragers en aanbieders elkaar ontmoeten
- Abstracte markt = alle factoren die te maken hebben met de verhandeling
van het product
Marktstructuur: 4 kenmerken van markten die laten zien hoeveel invloed
aanbieders hebben op de prijs
1. Aantal aanbieders – hoe meer aanbieders er zijn, hoe minder invloed één
aanbieder heeft op de prijs.
2. Toetredingsdrempel – hindernissen die nieuwe bedrijven op een markt
moeten overwinnen om de macht te kunnen besteden.
3. Marktaandeel – een aanbieder met een marktaandeel van meer dan 35% is
een dominante aanbieder.
4. Productdifferentiatie – homogene producten (verschilt niet in de ogen van
de consument) en heterogene producten (verschilt in de ogen van de
consument).
Gedifferentieerde producten: producten die substitueerbaar zijn, maar in de ogen
van de consument wel verschillen.
- Ondernemingen proberen hun producten anders te laten lijken voor hun
consumenten.
- Door productspecificatie is het mogelijk om de consument een voorkeur
naar een bepaald product te laten krijgen.
Paragraaf 1.2 – marktvormen
Marktvormen: indeling van marken naar aantal aanbieders en mate van
productdifferentiatie.
Volkomen concurrentie
- Veel aanbieders
- Aanbod: homogene producten
- Aanbieder heeft geen invloed op de prijs
- Aanbieder = hoeveelheidsaanpasser
Monopolie
- Eén aanbieder
- Aanbieder = prijszetter
Oligopolie
- Weinig (5-10) aanbieders met samen 80% van het marktaandeel. Bij 2
aanbieders duopolie.
- Aanbod: is homogeen of heterogeen oligopolie