MAW – paradigma’s
Wat zijn paradigma’s?
- Theoretische tradities
- Wetenschappelijke theorieën zijn vaak te koppelen aan een van de
tradities.
- Tradities vullen elkaar aan, staan niet perse haaks op elkaar.
Functionalisme
- De samenleving is een organisme waarin ieder onderdeel een specifieke
functie heeft.
- Net als in een organisme is er in de samenleving sprake van wederzijdse
afhankelijkheid.
- Daarom is het belangrijk dat er orde en sociale cohesie is, dan werkt het
organisme het beste.
- Een samenleving raakt ontwricht wanneer het evenwicht in de
samenleving wordt verstoord, omdat mensen zich niet gedragen zoals het
hoort.
- Dat wordt gereguleerd door sociale stabilisatoren als gemeenschappelijke
normen en waarden, gemeenschappelijke morele overtuigingen, sociale
instituties.
- Sociale ongelijkheid ontstaat doordat sommige onderdelen van de
samenleving meer bijdragen aan de maatschappij dan anderen.
- Dit is nodig om de samenleving goed te laten werken; het werkt
motiverend.
Aannames:
1. De samenleving bestaat uit verschillende onderdelen die ervoor
zorgen dat de samenleving functioneert.
2. Verschillende rollen van de samenleving geven de samenleving
stabiliteit en orde.
3. Als externe omstandigheden wijzigen, zal de samenleving een nieuw
evenwicht vinden.
4. Gemeenschappelijke ideeën over de samenleving en sociale
instituties werken als sociale stabilisatoren.
Conflictparadigma
- Maatschappelijke tegenstellingen zijn de motor voor veranderingen in de
samenleving.
- De nadruk ligt op sociale ongelijkheid en conflict.
- Ongelijkheid ontstaat door machtsverschillen.
- Machtsverschillen ontstaan door een ongelijke verdeling van hulpbronnen.
Voorbeelden van hulpbronnen:
- Sociaal kapitaal – je netwerk waar je een beroep op kan doen
- Economisch kapitaal – je vermogen en inkomen
- Politiek kapitaal – je politieke invloed
Wat zijn paradigma’s?
- Theoretische tradities
- Wetenschappelijke theorieën zijn vaak te koppelen aan een van de
tradities.
- Tradities vullen elkaar aan, staan niet perse haaks op elkaar.
Functionalisme
- De samenleving is een organisme waarin ieder onderdeel een specifieke
functie heeft.
- Net als in een organisme is er in de samenleving sprake van wederzijdse
afhankelijkheid.
- Daarom is het belangrijk dat er orde en sociale cohesie is, dan werkt het
organisme het beste.
- Een samenleving raakt ontwricht wanneer het evenwicht in de
samenleving wordt verstoord, omdat mensen zich niet gedragen zoals het
hoort.
- Dat wordt gereguleerd door sociale stabilisatoren als gemeenschappelijke
normen en waarden, gemeenschappelijke morele overtuigingen, sociale
instituties.
- Sociale ongelijkheid ontstaat doordat sommige onderdelen van de
samenleving meer bijdragen aan de maatschappij dan anderen.
- Dit is nodig om de samenleving goed te laten werken; het werkt
motiverend.
Aannames:
1. De samenleving bestaat uit verschillende onderdelen die ervoor
zorgen dat de samenleving functioneert.
2. Verschillende rollen van de samenleving geven de samenleving
stabiliteit en orde.
3. Als externe omstandigheden wijzigen, zal de samenleving een nieuw
evenwicht vinden.
4. Gemeenschappelijke ideeën over de samenleving en sociale
instituties werken als sociale stabilisatoren.
Conflictparadigma
- Maatschappelijke tegenstellingen zijn de motor voor veranderingen in de
samenleving.
- De nadruk ligt op sociale ongelijkheid en conflict.
- Ongelijkheid ontstaat door machtsverschillen.
- Machtsverschillen ontstaan door een ongelijke verdeling van hulpbronnen.
Voorbeelden van hulpbronnen:
- Sociaal kapitaal – je netwerk waar je een beroep op kan doen
- Economisch kapitaal – je vermogen en inkomen
- Politiek kapitaal – je politieke invloed