Noem geen namen – Astrid Sy
Overzicht van het Boek
Titel: Noem geen namen
Auteur: Astrid Sy
Pagina's: 378
Eerste druk: 2021
Uitgegeven voor: Jonge Lijsters
Genre: Historisch roman, Thriller
Oorspronkelijke taal: Nederlands
Onderwerpen: Tweede Wereldoorlog, verzetsstrijders, jongvolwassenen.
Korte Samenvatting van het Boek:
Het verhaal speelt zich af tijdens de bezetting van Nederland in de Tweede Wereldoorlog,
gedurende de periode van 1942 tot 1945. We beleven de heftige gebeurtenissen van de
oorlog door de ogen van twee meisjes.
Katherina van Bronkhorst, roepnaam Kaat, komt oorspronkelijk uit Utrecht en studeert
rechten aan de Amsterdamse Universiteit. Ze heeft een moeilijke relatie met haar kille, rijke
ouders. Ze trekken zich weinig aan van het oorlogsgeweld. Door hun vermogen zijn ze best
veiliggesteld. Toch ziet Kaat om zich heen dingen gebeuren die haar diep raken.
Rosa Meijer, roepnaam Rosie, komt uit een joodse familie in Amsterdam. Ze studeerde
aan de huishoudschool, maar kreeg voortijdig haar diploma en werd van school gestuurd.
De directrice vond het blijkbaar beter om geen joodse leerlingen op school te hebben. Rosie
ziet met afkeer hoe haar wereld steeds kleiner wordt, puur omdat ze joods is.
Via de ogen van Kaat ervaren we hoe het voor het Nederlandse volk was tijdens de oorlog,
en via de ogen van Rosie zien we de beproevingen van de joodse gemeenschap. Beide
meisjes beseffen dat dit geen leven is. De Duitse bezetter is wreed en stopt voor niets.
Ze voelen zich machteloos. Totdat hun paden elkaar kruisen.
Kaat wordt door haar medestudenten gevraagd om mee te werken in het verzet tegen de
Duitsers. Rosie krijgt een baan als kinderverzorgster in de Crèche tegenover de Hollandsche
Schouwburg. Hier worden joodse kinderen tijdelijk ondergebracht nadat ze van hun ouders
zijn gescheiden, die wachten op deportatie naar Duitsland. Omdat de treinen niet dagelijks
rijden, worden de volwassenen vastgehouden in de Hollandsche Schouwburg, en de
kinderen in de Crèche. Er ontstaat een gevaarlijk plan in het verzet om de kinderen te
redden van deportatie. Niemand weet precies wat er in de kampen gebeurt, maar iedereen
vreest het ergste. Onderduiken voor volwassenen wordt steeds moeilijker, maar voor
kinderen is het nog mogelijk. De directrice van de Crèche, Henriëtte, vormt samen met de
Joodsche Raad een plan om zoveel mogelijk kinderen te laten verdwijnen vóór elk transport.
De uitvoering hiervan ligt in handen van studenten. We volgen Kaat en Rosie tijdens
moeilijke, angstige en soms hartverscheurende momenten terwijl ze hun plicht doen om
kinderen te redden. De vraag zal steeds opnieuw rijzen: Wat zou jij hebben gedaan als je in
hun schoenen stond? Veel van de hoofdpersonages zijn nog geen achttien jaar oud,
wanneer ze het verzet ingaan. Tegen de tijd dat de oorlog voorbij is, zullen sommigen het
niet overleefd hebben.
Aantekening: Het is belangrijk om te weten dat dit verhaal gedeeltelijk gebaseerd is op
waargebeurde feiten. De deportatie van de joodse gemeenschap vond daadwerkelijk op
deze manier plaats. De Crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg heeft echt bestaan,
evenals de directrice en de leden van de Joodsche Raad. Hoewel personages zoals Rosie,
Kaat en studenten fictief zijn, zijn ze geïnspireerd door echte mensen die kinderen hebben
gered tijdens de bezetting.
STUVIA BOEK SAMENVATTING 1
,Lange Samenvatting van het Boek:
Opgelet! De aantekeningen zijn weergegeven in het groen. Ze maken geen deel uit van
het boek, maar zijn toegevoegd om je te helpen het verhaal beter te begrijpen.
Aantekening: Het verhaal is verdeeld over een proloog, vier delen, een epiloog en een
nawoord. Elk deel beslaat een jaar van de oorlog en is onderverdeeld in kleinere
hoofdstukken. De hoofdstukken zijn genummerd en vaak benoemd als maanden en
gebeurtenissen. Achter in het boek staan ook een Woordenlijst en een Woord van Dank.
Op de eerste pagina staat het volgende citaat:
"Ook vrouwen speelden soms een rol in de oorlog."
L. de Jong, historicus en journalist (1914-2005)
Proloog
Rosie en Betje tillen een doos op en geven die aan Kaat. Samen lopen ze naar de tuin, waar
ze bij de haag achterin afscheid nemen. "Bedankt voor alles," zegt Betje.
"Ik wou dat ik terug kon komen, maar ik moet iets belangrijks doen," zegt Kaat.
"Ga nou maar," antwoordt Rosie.
"Zorg dat je wegkomt," zegt Kaat, waarna ze door de haag naar achteren verdwijnt.
Nauwelijks is Kaat weg of er klinkt luid geschreeuw. "Is dat Kaat?" vraagt Betje.
"Nee, het komt van de Plantage Middenlaan," zegt Rosie.
Ze rennen terug naar binnen en gaan naar de voordeur. "Het is begonnen," fluistert Rosie.
Aantekening: Het is in de proloog onduidelijk wat er precies aan de hand is. Het lijkt erop
dat Rosie en Betje hun vriendin Kaat helpen ontsnappen, maar je weet niet waarvan of
waarom. Je krijgt alleen mee dat het net op tijd is. Dit maakt je nieuwsgierig naar het verdere
verloop van het verhaal.
DEEL 1: 1942
We beginnen het verhaal ergens in april, 1942. Nederland gaat gebukt onder het regime van
de bezetter. De eerste deportatie van joden heeft inmiddels plaatsgevonden. Overal heerst
schaarste en angst, maar er leeft nog steeds een sprankje hoop dat de oorlog niet lang meer
kan duren. We maken als eerste kennis met Katherina van Bronkhorst, die liever Kaat
genoemd wordt. Ze woont op kamers in Amsterdam en studeert rechten aan de Universiteit
van Amsterdam. Vandaag heeft ze moeite om zich op haar studieboeken te concentreren.
Ze vraagt zich stiekem af waar ze het nog voor doet. Om haar hoofd leeg te maken, gaat ze
naar buiten en loopt afwezig door de stad. Toen ze net in Amsterdam woonde, ging ze vaak
met haar kamergenoot Anne Smit naar de kraampjes op het Waterlooplein. Maar een jaar
eerder was het daar misgegaan toen café-eigenaren en knokploegen slaags raakten met de
Weerbaarheidsafdeling van de NSB.
Aantekening: De Weerbaarheidsafdeling was een paramilitaire afdeling bedoeld om leden
van de NSB te beschermen. De NSB (Nationaalsocialistische Beweging in Nederland) was
een politieke partij die van 1931 tot 1945 bestond en ideologie van het nationaalsocialisme
volgde. Tijdens de Duitse bezetting collaboreerde de NSB met de nazi’s en had zijn eigen
militaire afdeling.
Een jaar geleden heerste er een gevoel van grimmige opstandigheid onder de bevolking,
wat leidde tot stakingen en rellen. Nu is dat anders: alleen verslagenheid en onderdrukking
blijven over. De Duitsers hebben beetje bij beetje alles onder controle gekregen. Joodse
ondernemingen zijn afgepakt, hele wijken zijn geïsoleerd, en niemand durft nog in de joden
buurt te lopen, bang voor nieuwe razzia’s.
Aantekening: Een razzia is een door de bezetter georganiseerde, plotselinge inval waarbij
mensen massaal werden opgepakt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden razzia's vaak
uitgevoerd om joden, verzetsstrijders of dwangarbeiders op te sporen en te deporteren. De
Duitsers omsingelden een gebied, doorzochten huizen en namen mensen mee.
STUVIA BOEK SAMENVATTING 2
, Kaat kijkt bedenkelijk naar de witgeverfde huisnummers op de huizen. De Duitsers hebben
verduisteringsmaatregelen opgelegd om het de geallieerde bommenwerpers moeilijk te
maken. Zodra het nacht wordt, mag er geen licht meer zichtbaar zijn op straat. De grote
witte huisnummers en witgekalkte stoepranden helpen mensen in het donker hun weg te
vinden. Kaat heeft een hekel aan de Duitse bezetting. Hoewel de joodse gemeenschap het
zwaarst lijdt en veel anderen doen alsof er niets aan de hand is, weet ze dat niemand echt
vrij is. "Pas maar op," zegt een stem. "Als blijft hangen, denken ze dat je iets van plan bent."
Kaat schrikt op. "Jeetje, Pim, je laat me schrikken!"
Pim Roelofsen staat naast haar op de brug en leunt op de reling. "Ik vroeg het Louis een
keer," zegt hij bedachtzaam. "Hoe het voelde om zo behandeld te worden."
Kaat wordt stil. Louis Beekman was een goede vriend van hen geweest.
Pim gaat door met zijn verhaal. "Hij zei: ‘Op een doodnormale dag stond ik op als Louis
Beekman. Ik las de krant, ging studeren, dronk een biertje en ging slapen als Louis
Beekman. Maar de volgende dag werd ik wakker en las in de krant dat ik niet meer Louis
Beekman was, maar een jood.’ En een dag later werd hij opgepakt."
Pim kijkt grimmig voor zich uit. Louis was zijn beste vriend. Hij is gedeporteerd naar een
kamp in het oosten en zogenaamd bezweken. Wat er precies gebeurd is, weten ze niet. Eén
ding is zeker volgens Pim. Hetzelfde lot wacht alle joden.
Kaat kijkt ongemakkelijk naar het huis tegenover hen. Daar woonde de familie Schwartz.
Een dag na de capitulatie werden ze dood aangetroffen in hun woning. De gaskraan in de
keuken stond open, meldde de politie. Wat hadden de Schwartzen verwacht dat hen te
wachten stond met de Duitsers? Wat is erger dan jezelf en je kinderen verstikken?
Aantekening: Capitulatie betekent ‘overgave’. Een leger of land dat capituleert geeft zich
officieel over aan de tegenstander. De Duitse aanval op Nederland begon op 10 mei 1940.
Door de Duitse overmacht en het heftige bombardement op Rotterdam besloot Nederland
om de capitulatie te tekenen. Dit was op 15 mei 1940. Hierna duurde de bezetting vijf jaar.
"Komen jullie nog?" roept Anne vanaf de straat. Kaat en Pim lopen naar haar toe. Anne en
Pim hebben een relatie. Als ze uitgaan, vragen ze Kaat mee. Deze keer gaan ze samen
naar de bioscoop. Raar, vindt Kaat. Ondanks alles blijven sommige dingen doorgaan alsof
het normaal is. Maar niets is meer normaal.
Rosa Meijer, die liever Rosie werd genoemd, gooide uit pure verveling haar tijdschrift met
een boog weg. Sinds ze van school was afgestuurd, had ze thuis niet veel te doen. Ze had
nog anderhalf jaar moeten studeren aan de huishoudschool, maar daar kwam niets meer
van. Op een dag werd ze bij de directrice geroepen, kreeg haar diploma in handen gedrukt,
en mocht vertrekken. De school gaf haar liever het diploma cadeau dan dat ze een jood in
huis hielden. Opeens ging de deurbel, en Rosie sprong overeind om open te doen. Voor de
deur stond Ben Polak, de beste vriend van haar broer Izaak. Ben kende de familie Meijer al
heel lang en was samen met hen opgegroeid. Nu ze bijna achttien was, besefte Rosie dat ze
een beetje verliefd op Ben was. Toch leek het alsof Ben het niet doorhad. Izaak wel, en hij
plaagde Rosie. Ben was koerier. Met de bakfiets bracht hij berichten en boodschappen rond.
Omdat hij zo dicht bij de Joodsche Raad betrokken was, was Ben goed op de hoogte van
wat daar gebeurde. Toch vermoedde Rosie dat hij niet alles vertelde.
Aantekening: De Joodsche Raad was een organisatie opgezet door de Duitse bezetter om
bevelen door te geven aan de joodse gemeenschap.
Mevrouw Meijer verwelkomde Ben hartelijk in de keuken en schotelde hem wat soep voor.
"Heb je nog nieuws voor ons?" vroeg ze terwijl ze verder kookte.
Ben dacht even na. "Er gaan wat geruchten, maar niets concreets."
Izaak sloeg een arm om zijn moeder heen. "Het komt allemaal goed."
Rosie was het daar niet mee eens. "Dat zei je ook toen ze pa's winkel afpakten en wij van
school moesten," zei ze venijnig. "Jullie steken allemaal jullie kop in het zand."
"Genoeg!" riep moeder Meijer. "Ophouden. Ik wil er niets meer over horen."
STUVIA BOEK SAMENVATTING 3