Gebaseerd op de 4e editie van het boek door P.W. Schram, Hoofdstukken 1 t/m 7 en 9
, Inhoudsopgave
1. Inleiding
2. Hoofdstuk 1 – Inleiding administratieve organisatie
1.1 Wat is administratieve organisatie
1.2 Doel van de administratieve organisatie
1.3 Samenhang met andere vakgebieden
1.4 Typen administratieve organisatie
3. Hoofdstuk 2 – De organisatie en inrichting van processen
2.1 Organisatievormen
2.2 Primaire, secundaire en tertiaire processen
2.3 Procesbeschrijvingen
2.4 Informatievoorziening en -verwerking
4. Hoofdstuk 3 – Besturing en beheersing van processen
3.1 Het besturingsmodel
3.2 Doelstellingen en prestaties
3.3 Kritieke succesfactoren en prestatie-indicatoren
3.4 Risico’s en beheersing
3.5 Balanced Scorecard
5. Hoofdstuk 4 – Beheersingsmaatregelen
4.1 Algemene maatregelen van interne beheersing
4.2 Interne controlemaatregelen
4.3 Functiescheiding
4.4 Autorisatie
4.5 Controlemaatregelen in de praktijk
6. Hoofdstuk 5 – Typologie van administratieve organisaties
5.1 Typologie van Starreveld
5.2 Kenmerken per type organisatie
5.3 Toepassing in de praktijk
7. Hoofdstuk 6 – Primaire processen van handel
6.1 Inkoopproces
6.2 Voorraadbeheer
6.3 Verkoopproces
6.4 Bijzondere situaties (zoals consignatie, retouren, etc.)
6.5 Facturering en betaling
8. Hoofdstuk 7 – Primaire processen van productie en dienstverlening
7.1 Verschillen tussen productie, handel en dienstverlening
7.2 Productieproces (massaproductie en stukproductie)
7.3 Dienstverlening en typologie
7.4 Regiewerk en aangenomen werk
7.5 Controlemaatregelen per type dienstverlener
9. Hoofdstuk 9 – Geautomatiseerde gegevensverwerking
9.1 Informatisering en automatisering
9.2 ERP-systemen en integratie
9.3 Interne beheersing bij IT
, 9.4 E-procurement en digitale processen
9.5 IT-risico’s en controlemaatregelen
Hoofdstuk 5- Informatie technologie
5.1 Een korte historie
Ontwikkeling van informatietechnologie
• IT heeft zich in drie belangrijke fasen ontwikkeld:
1. Mainframes en minicomputers (vanaf 1960): Grote computersystemen voor centrale
gegevensverwerking.
2. De personal computer (vanaf 1980): Eerst standalone, later verbonden in netwerken.
3. De interneteconomie (vanaf 1995): Wereldwijde digitale communicatie en handel.
Belangrijke ontwikkelingen
• Mainframes: Grote computersystemen voor centrale gegevensverwerking.
• Minicomputers: Kleinere versies van mainframes, geschikt voor decentrale verwerking.
• Client-serverarchitectuur: Hierbij zijn de pc’s (die anders dan de ‘domme’ terminals ook zelf over
verwerkingskracht beschikken) ofwel de clients gekoppeld aan een centrale computer oftewel de server.
• Enterprise Resource Planning (ERP): Hierbij betreft het grootschalige softwaretoepassingen die het
gehele bedrijfsproces ondersteunen, van inkoop tot personeelszaken, van productie tot verkoop.
• De interneteconomie: Digitalisering van bedrijfsprocessen, wereldwijde verbindingen en e-commerce.
5.2 Het heden en de toekomst
Belangrijke technologische trends
• Cloud computing: Bij cloud computing staan de gegevens en de programma’s niet meer op computers
van het bedrijf zelf, maar bevinden deze gegevens zich ergens in de cloud.
• Big data: Big data is een containerbegrip dat duidt op het beschikbaar komen en verwerken van enorme
hoeveelheden gegevens.
o Volume: Grote hoeveelheden data, zoals Facebook-gebruikers.
o Velocity: Hoge snelheid waarmee data beschikbaar komt.
o Variety: Combinatie van verschillende databronnen.
• Internet of Things (IoT): Hierbij is het niet meer de mens die gegevens verstrekt, maar zijn het
apparaten.
• Blockchain: De blockchain zou een rol kunnen spelen bij het beveiligen van digitale transacties en het
vastleggen van eigendomsrechten.
• Artificial Intelligence (AI) en Machine Learning (ML): Machine learning is het idee dat je een
computersysteem zichzelf kunt laten leren.
, 5.3 Robots op het kantoor
Automatisering van administratieve processen
• IT wordt steeds vaker ingezet om administratieve taken te automatiseren.
• Expert systems (ES): Een expert system (ES) is een computersysteem dat zelfstandig beslissingen kan
nemen die normaal gesproken door mensen worden genomen.
• Artificial Intelligence (AI): Ontwikkeling van systemen die zelfstandig kunnen handelen en leren.
• Machine Learning (ML): Machine learning is het idee dat je een computersysteem zichzelf kunt laten
leren.
5.4 Beheersing
5.4.1 Organisatie van de IT
• IT is een essentieel onderdeel van de bedrijfsvoering en moet goed worden georganiseerd.
• Gebruikerstests: De software kan pas worden ingevoerd in de productieomgeving als de eindgebruikers
de software uitgebreid getest en daarmee geaccepteerd hebben.
5.4.2 Integriteit van de gegevens
• Betrouwbare informatie is essentieel voor een goed functionerende administratieve organisatie.
• Transactiegegevens: Gegevens die ontstaan door het uitvoeren van transacties zoals aankopen en
betalingen.
• Stamgegevens: De ‘vaste’ gegevens die in een administratie worden vastgelegd, zoals een
crediteurennummer.
5.4.3 Continuïteit van de IT
• Bedrijven zijn sterk afhankelijk van IT, storingen kunnen grote gevolgen hebben.
• Continuïteitsmaatregelen:
o Computers fysiek beveiligen en in een technische omgeving plaatsen.
o Kritieke computersystemen in een brandvrije ruimte plaatsen.
o Back-ups maken en elders bewaren.
5.4.4 Internettoepassingen en beveiliging
• Cybersecuritymaatregelen:
o Virus scanners: Voorkomen malware-infecties.
o Firewalls: Technische maatregelen die ervoor zorgen dat de website hermetisch afgesloten is
van de rest van de automatisering.
o Authenticatiemaatregelen: Door de klant bijvoorbeeld zijn creditcardnummer te laten ingeven
of door hem een bevestigingslink per e-mail te sturen.
• Distributed Denial of Service (DDoS)-aanvallen kunnen systemen platleggen.