Probleem 1
Bereken het consumentensurplus voor een prijs van 2 en van 0.
10
Prijs (€/liter)
2
80 100
1,000 liter / dag
De consument is bereid €10 te betalen voor de eerste 1000 liter per dag. Maar de prijs die de
consument daadwerkelijk betaalt ligt veel lager: €2. Het verschil tussen wat de consument maximaal
bereid is te betalen en wat hij daadwerkelijk moet betalen is het consumentensurplus voor een
bepaalde eenheid die de consument koopt (oftewel: €10 - €2 = €8). Voor de eerste eenheid is het
consumentensurplus heel hoog, maar bij meer eenheden wordt dit een stuk lager. Dat betekent dat
de bereidwilligheid voor ieder product lager is om er een goede prijs voor te betalen. Om het
consumentensurplus te berekenen moet de driehoek berekend worden met daarin alles onder de
vraaglijn en boven de prijslijn.
Reserveringsprijs: de maximale prijs die men bereid is te betalen om een bepaald goed of een
bepaalde service te kopen.
Consumentensurplus:
Bij een prijs van €2: ½ x (€10 - €2) x 80.000 liter = €320.000
Bij een prijs van €0: ½ x (€10 - €0) x 100.000 liter = €500.000
, Probleem 2
Je bedrijf produceert luxe airlinemaaltijden. KLM betaalt je € 10 per maaltijd. Het aantal maaltijden
per dag is afhankelijk van het aantal werknemer-uren per dag (zie tabel).
Maaltijden per dag Werknemer-uren per dag
0 0
5 1
10 2
15 4
20 7
25 11
30 16
35 22
a) Als het loon € 15 per uur is en uw dagelijkse vaste kosten voor het gebouw € 60 bedragen,
wat is dan de winstmaximaliserende hoeveelheid maaltijden?
Q totale omzet totale totale kosten Winst (€/dag)
(maaltijden/dag) (€/dag) arbeidskosten (arbeidskosten + (omzet –
(hours * salaris) vaste kosten) totale kosten)
0 0 0 * 15 = €0 0 + 60 = €60 -€60
5 50 1 * 15 = €15 15 + 60 = €75 -€25
10 100 2 * 15 = €30 30 + 60 = €90 €10
15 150 4 * 15 = €60 60 + 60 = €120 €30
20 200 7 * 15 = €105 105 + 60 = €165 €35
25 250 11 * 15 = €165 165 + 60 = €225 €25
30 300 16 * 15 = €240 240 + 60 = €300 €0
35 350 22 * 15 = €330 330 + 60 = €390 -€40
De winstmaximaliserende hoeveelheid maaltijden is 20.
b) Als het loon € 15 per uur is en uw dagelijkse vaste kosten voor het gebouw € 30 bedragen,
wat is dan de winstmaximaliserende hoeveelheid maaltijden?
Q totale omzet totale totale kosten Winst (€/dag)
(maaltijden/dag) (€/dag) arbeidskosten (arbeidskosten + (omzet –
(hours * salaris) vaste kosten) totale kosten)
0 0 0 * 15 = €0 0 + 30 = €30 -€30
5 50 1 * 15 = €15 15 + 30 = €45 €5
10 100 2 * 15 = €30 30 + 30 = €60 €40
15 150 4 * 15 = €60 60 + 30 = €90 €60
20 200 7 * 15 = €105 105 + 30 = €135 €65
25 250 11 * 15 = €165 165 + 30 = €195 €55
30 300 16 * 15 = €240 240 + 30 = €270 €30
35 350 22 * 15 = €330 330 + 30 = €360 -€10
De winstmaximaliserende hoeveelheid maaltijden is 20.