Praktische zaken: antwoordalternatieven op het TT zijn de thema's die we langslopen. Ken
ze in grote lijnen.
Wetenschap moet op het rechte pad gehouden worden: Mertons CUDOS-norm.
(communalism, universalism, disinterestedness en organized scepticism)
Wat zijn ideeën achter mainstream gedragswetenschap?
Positivisme: wetenschap moet strikt feitelijk zijn. Echter zijn er veel problemen in.
1. Epistemologie: kenleer (nadenken over kennis)
Hoe is kennis mogelijk
Wat rechtvaardigt kennisclaims
Hoe kunnen we de scepticus weerleggen
--> tot 20e eeuw: funderingsdenken (op zoek naar fundamenten van kennis, dingen die
écht zeker zijn, waar je kennis op voortbouwt.)
VB: PLATOS GROT: mensen zien schaduwspel wat zij beschouwen als echt, maar in
werkelijkheid gaat het anders. Als je hieruit breekt ben je een filosoof. Je gelooft niet
zomaar wat je voorgeschoteld wordt, maar gaat op zoek naar de waarheid (anders
gevangen in ontwetendheid).
--> volgens Plato is wat je dan moet ontdekken de logica en wiskunde.
VB: Descartes' geest-binnenin; we zitten met onze geest opgesloten in ons hoofd.
--> dingen die je vast kunt pakken kun je meten, maar je geest in je hoofd niet, en toch is
dat ook waar. Geest maakt contact met lichaam in brein (hypofyse). Maar hoe kom je tot
kennis van de wereld? Zintuigen, maar dus ook via hersenen en geest. Hoe weet je of
signalen betrouwbaar zijn?
Rationalisme hoort hier ook bij: je begint met zekerheid (axioma) die je kent door
intuïtie. Daar leidt je deductief verdere kennis uit af. Kennis a priori.
--> aanname dat de logische structuur van geest en feitelijke structuur van de wereld
overeen komen (Descartes)
Deductie: er volgt een deductie uit premissen, dus als premissen waar = conclusie waar
Modus ponens: alle raven zijn zwart, x is raaf --> x is zwart
Modus tollens: alle raven zijn zwart, x is niet zwart --> x is geen raaf
Bevestiging consequens: alle raven zijn zwart, x is zwart --> x is raaf KLOPT NIET
Ontkenning antecedent: alle raven zijn zwart, x is geen raaf --> x is niet zwart
KLOPT NIET
VOOR: waarheid blijft gegarandeerd
NA: er komt geen nieuwe kennis bij, want je gebruikt reeds bekende dingen
,Euclidische meetkunde: axioma's (basiswaarden) --> vanuit leunstoel kennis
bedenken over wereld
Elk tweetal punten kan worden verbonden door een rechte lijn
Elk recht lijnstuk kan oneindig worden verlengd
Recht lijnstuk kan straal van cirkel worden
Alle rechte hoeken zijn gelijk (congruent)
Parallellenpostulaat: later verwaarloosd
Empirisme: kennis komt niet vanuit enkel je hoofd, logica, leunstoel maar vanuit
zintuigen -
-> hume locke,
Kennis is a posteriori: je begint met observatie en leidt daar inductief je verdere kennis uit
af
--> aanname: er bestaat natuurlijke regelmaat/wetmatigheid
Je begint met data/observaties, daaraan trek je een gegeneraliseerde conclusie.
Je ziet 345 zwarte raven in observatie --> alle raven zijn zwart
VOOR: nieuwe kennis bij
NA: waarheid is niet gegarandeerd, want je kunt niet echt alle raven observeren.
Hume geeft kritiek, zintuigen zien niet alles (oorzakelijkheid): je kunt niet écht causaliteit
zien, dat denk je erbij. Je ziet iemand een schopbeweging maken, en een bal bewegen.
De krachtoverdracht zie je niet.
--> veroorzaking neem je dus niet waar, alleen regular succession
Volgens Kant komt kennis zowel door zintuigen als verstand (rationalisme EN empirisme)
--> verstand ordent dus de zintuigindrukken: actieve betekenisgeving van prikkels.
Dinge an sich zijn onkenbaar (de wereld an sich onafhankelijk van ons)
--> omdat we alles door eigen zintuigen en verstand beïnvloeden
Deze indrukken van wereld om ons heen ordenen we eerst via tijd en ruimte, dan
via oorzaakgevolg, mogelijk-noodzakelijk, een-meerdere, etc.
Logisch positivisme: Wiener Kreis. Wilden terug naar empirisme. Alleen strikt feitelijk
als je het kunt zien en meten. Er is data en logica, en met die logica moet je kennis halen
uit de data.
--> zo haal je echte kennis en loze verzinsels uit elkaar
Laatste poging tot zoeken kennisfundamenten (data)
Radicale vorm van empirisme
Rigoreuze afbakening tussen wetenschap en niet wetenschap
Je zou je strkt moeten beperken tot de waarneming: sense data
Op tijdstip t en plek p had onderzoeker x een rood/rond-gewaarwording (aardbei)
--> dan is je data kennisfundament
Dan bouw je voort op dit fundament met formele logica en inductie.
,--> uitdaging: inductieve logica te ontwikkelen:
Verificatieprincipe voor hypothesen (Carnap): het moet voor je waarneming
verschil maken of een hypothese waar is of niet. Anders betekenisloos.
CONSEQUENTIE: schoonheid/goed-slecht/ziel/god hoort niet bij wetenschap.
Fast forward:
Neutrale theorievrije data kan bijna niet
Bewijsvoering en theoriekeuze zijn niet logisch dicht te timmeren
Externe factoren zijn niet buiten te sluiten
Toch blijft hier een debat over bestaan
2. De empirisch-analytische benadering: Francis Bacon. Toonaangevende benadering
in sociale wetenschappen. Empirische nu al behandeld.
I.p.v. enkel uit boeken te leren (middeleeuwen) spoorde hij aan om zelf te kijken
(oceaan)
17e eeuw mechanisering van het wereldbeeld, de wereld als machine/klok gezien
Wiskunde als 'taal van de schepper' --> Galilei
--> hier begon het echte experimenteren en observeren
Empirisch: observeren, betrouwbaar, gestructureerd, kwantitatief, correlaties,
wetmatigheden of oorzaken en mechanismen
Analytisch: ontrafel de wereld in variabelen (statistiek) en schroef macro-gehelen uit
elkaar tot micro
Begrippen snel te verwarren:
Empirisch-analytische wetenschapsopvatting X logisch positivisme
Positivisme
Reductionisme
Sciëntisme
Kosters 'common-sense beeld'X koningsvelds 'standaardbeeld
Wetenschappelijk realisme
Bovenstaand staat tegenover:
Geesteswetenschappelijke wetenschapsopvatting
Kritische wetenschapsopvatting
Postacademische wetenschapsopvatting
Positivist in het heden: wetenschappelijke kennis ontdoen van subjectieve elementen
--> positivistische houding om eigen 'gekleurde bril' over kennis tegen te gaan en
blindheid voor eigen perspectief (biases, vooroordelen, etc.)
Als je eigen bril benadrukt neig je naar relativisme (subjectief) --> kwalitatief onderzoek
Als je eigen bril ontkleurt neig je naar positivisme (toch objectief) --> kwantitatief
onderzoek
, Volgens sommigen is positivisme niet goed voor hulpverlening
--> evidence-based, neuro-reductionisme, meten/labelen, gemiddelden etc.
--> Niet menselijk.