H7, H13 en H9
Hoofdstuk 7 Bv en concern
7.1 Vennootschapsbelasting
Voor de vennootschapsbelasting moet jaarlijks aangifte worden gedaan.
7.1.2 Subjectieve belastingplicht
7.1.2.1 Lichamen
Op basis van de Wet VPB 1969 wordt een directe belasting naar de winst
geheven van ‘lichamen’.
Een lichaam = een entiteit waarvan de winst niet rechtstreeks aan
de individuele deelgerechtigden kan worden toegerekend. Deze
entiteiten worden aangeduid als ‘niet-transparant’: belastingheffing
vindt plaats op het niveau van het lichaam.
7.1.2.2 Binnenlandse en buitenlandse belastingplichtigen
De wet maakt onderscheid tussen binnenlandse en buitenlandse
belastingplichtigen (art. 2 lid 1 jo. art 3 Wet VPB 1969).
Binnenlandse belastingplichtigen worden in beginsel in de heffing
betrokken voor de wereldwijd behaalde winst. Buitenlandse
belastingplichtigen worden alleen in de heffing betrokken indien en voor
zover zij over specifieke bronnen van inkomen in NL beschikken.
De vestigingsplaats van een lichaam wordt naar de feitelijke
omstandigheden beoordeeld (art. 4 AWR).
7.1.2.3 Onderneming
Onder het drijven van een onderneming wordt ook verstaan een uiterlijk
daarmee overeenkomende werkzaamheid waardoor in concurrentie wordt
getreden met andere ondernemingen (art. 4 Wet VPB 1969).
Bepaalde verenigingen en stichtingen zijn slechts belastingplichtig
‘indien en voor zover’ zij een onderneming drijven.
7.1.2.4 Overheidsondernemingen
Ook de overheid kan ondernemingsactiviteiten verrichten en is hierbij
belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting tenzij een bijzondere
vrijstelling geldt.
7.1.2.5 Subjectieve vrijstellingen
Een vrijstelling van het lichaam noemen we een subjectieve vrijstelling. De
wet bevat de grondslag voor een aantal gerichte vrijstellingen voor
lichamen die zich bezighouden met specifieke werkzaamheden zoals:
- Pensioenfondsen
- Lichamen die zich bezighouden met het in standhouden van
landgoederen die onder de Natuurschoonwet vallen
- Werkzaamheden in de zorgsector
- Academische ziekenhuizen en onderwijsinstellingen
Artikel 6 lid 1 Wet op de vennootschapsbelasting 1969
7.1.3 Berekening belastbaar bedrag
7.1.3.1 Winst, belastbare winst en belastbaar bedrag